Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ethiek
› 0 College 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ethiek
0 College 8
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat voor ethiek heeft Kierkegaard? = Existentialistische ethiek. Noem een paar andere existentialistische filosofen. = Kierkegaard, Nietzsche, Sartre, De Beauvoir, Camus, Dostojevski, Kafka, etc. Noem een paar existentialistische thema’s. = Mens-zijn, vrijheid, kiezen, angst, authenticiteit, verantwoordelijkheid, vertwijfeling, etc. Waar is existentialisme een reactie op? = Tendens die we in de moderne tijd aantreffen. Halverwege de 19e eeuw. Tegenwoordig tegen dingen in de moderne tijd. In de 19e eeuw moest iedereen een standpunt hebben dat geldt voor de eeuwigheid, zoals die van Descartes’ twijfel of subject en object van Kant. Hoe moet de ethische vraag volgens het existentialisme beantwoord worden? = Niet door afstandelijkheid en onpersoonlijkheid, maar door dichtbij te staan. Wat voor vraag is de vraag: ‘Wat betekent het voor Kierkegaard om mens te zijn?’ = Een ethische en een antropologische vraag. Van wanneer tot wanneer leefde Søren Kierkegaard? = Van 5 mei 1813 tot 11 november 1855. Vertel wat over het leven van Kierkegaard. = Hij wilde een vork worden. Er werd gevraagd waarom. ‘Dan kan ik lekker eten wegpakken voordat jullie het kunnen pakken en jullie prikken.’ Hij is er vanaf het begin af aan op uit om mensen te prikken en te sarren. Vrij laat kwam hij erachter wat zijn roeping was: Schrijver filosofie en theologie. Zijn laatste boek was: afsluitende wetenschappelijk… Hij had alles geschreven wat hij wilde. Daarna werden er spotprenten over hem gemaakt en kon hij niet meer over straat omdat hij werd uitgelachen. Socrates was zijn grote voorbeeld, hij deed zoals hem. Hij kon niet meer zoals Socrates deed de straat op met zijn filosofie. Hij verbitterde, aanval op Deense staatskerk: Het is Huichelarij, niet wat de kerk echt is. Uiteindelijk zakte hij vermoeid op straat in elkaar. Hij wilde zijn enige nog levende broer niet aan zijn sterfbed, omdat die voor de kerk werkte. (Iedereen in zijn familie is in of voor de 30 gestorven. Hij had een grote familie.) Waar moet je volgens existentialisten denken? = In het leven. Je moet denken en leven samenbrengen. Denken in werkkamer kan niet. Hoe bracht Kierkegaard zijn werk uit? = Hij heeft ‘theoretische’ opbouwende werken. Één schreef hij aan academisch publiek en twee aan gewone mensen. Vaak publiceerde hij onder verschillende pseudoniemen doe op elkaar reageren. Op een gegeven moment was men daar achter, maar hij deed het omdat hij niet wilde dat men hem als autoriteit zou zien. Hij wilde niet dat mensen zouden denken wat vindt Kierkegaard hiervan, hij wilde dat mensen na zouden denken over wat ik hiervan vindt, niet als filosofiestudent, maar als persoon. Hij wilde een ervaring oproepen dat de lezer zou denken dit gaat over mij. Waarom schrijft Kierkegaard niet over ethiek? = Hij vindt het een uitvlucht en oninteressant. Mensen weten best wat ze moeten doen. Het nadenken erover, zorgt ervoor dat mensen niet doen wat ze moeten doen, terwijl ze het al lang weten. Kierkegaard denkt niet na over ethiek. Waarover wel? = Het ethische. Of-of is het boek van Kierkegaard. Hij schrijft over het ethische. Wat bedoelt hij daarmee? = Stadia op de levensweg: Het idee dat een menselijk leven een ontwikkeling kan doormaken. Dat gaat van esthetisch, ethisch naar religie. (Kierkegaard) Met welke ontwikkeling hebben de vragen: ‘Hoe moet de mens leven?’ en ‘Wat betekent het om mens te zijn?’ te maken? = Met het ethische. De mens kan een ontwikkeling doormaken in zijn leven. Waarom is de vraag ‘Wat betekent het voor Kierkegaard om mens te zijn?’ antropologie en ethiek? = Omdat het feitelijk en normatief is. Feitelijk: Wat is de mens en hoe onderscheid de mens zich. Wezensdefinitie van de mens. Normatief: Wat betekent het om écht mens te zijn? Geslaagd, zodat je mens bent met hoofdletters geschreven. Tot wie moet je je volgens Kierkegaard verhouden? = Tot jezelf, de ander en tot God. (Tot God is in deze tijd niet meer vanzelfsprekend.) In welk opzicht is Kierkegaard negatief over de mensen? = De mens is vertwijfelt (despore – wanhoop): Innerlijke onrust, wanhopig gevoel. We vluchten voor onszelf of de stilte de massa in. Degenen die niet weten dat ze vertwijfelt zijn, zijn nog meer vertwijfelt, want die onderdrukken het. Het verwijst naar een bepaalde ervaring. Wat is fenomenologische vertwijfeling volgens Kierkegaard? = (Onbewuste) zwaarmoedigheid. Wat is ontologische vertwijfeling volgens Kierkegaard? = Als je vertwijfelt bent, dan is dan ten diepste een uitdrukking dat er iets mis is in de structuur van je mens zijn, je wilt jezelf niet zijn. Stel je wil hoogleraar worden en dat is je enige ambitie. Alles zet je aan de kant. Stel het lukt niet, dan vertwijfel je. Dan wil je jezelf niet zijn. Er verschuilt iets fundamenteels. Je vertwijfelt niet omdat je hoogleraar wil worden en je dat niet bent, maar omdat je niet met jezelf kunt leven als degene die geen hoogleraar is geworden. Je wilt niet met jezelf leven die mislukt is op dit punt. Je wil constant niet jezelf zijn en daarom is iedereen vertwijfelt. Wanneer je aan het idee vasthoudt om hoogleraar te worden, ben en blijf je vertwijfelt. Wat vind je in het boek van Kierkegaard over vertwijfeling? = Ongeveer hetzelfde, maar dan met het begrip angst. Welke ethische opdracht volgt er uit de vertwijfeling van Kierkegaard? = Wordt wie je bent. Streef er naar om jezelf te zijn. ‘De mens is geest. Maar wat is geest? Geest is het zelf. Maar wat is het zelf? Het zelf is een verhouding die zich verhoudt tot zichzelf, het is in de verhouding het feit dat de verhouding zich tot zichzelf verhoudt. Het zelf is de verhouding niet, maar het feit dat de verhouding zich tot zichzelf verhoudt. De mens is een synthese van oneindigheid en eindigheid, van het tijdelijke en het eeuwige, van vrijheid en noodzakelijkheid, kortom een synthese.’ Wat wordt hiermee bedoeld? = De mens is een verhouding of synthese. De mens is een zelf. Dat zijn twee ideeën in het citaat. De mens is geest, geest is zelf. De mens is een verhouding die zich tot zichzelf verhoudt. Realiteit Zelf idealiteit. De mens is synthese van twee polen steeds. Noodzakelijkheid – Mogelijkheid, Lichaam – Ziel, Tijdelijkheid – Eeuwigheid. Aan ons menselijk bestaan kleven altijd twee kanten. Meest simpele alledaagse term: verhouding lichaam en ziel. Van dat zelf is het feit dat de verhouding zich tot zichzelf verhoudt. Wij verhouden ons altijd tot onszelf. We zijn zelfbewust. Reflecteren op je bezigheden, ervaring van schaamte is uiting van het feit dat je je tot jezelf verhoudt. Je neemt houding aan ten opzichte van wie je bent en wat je voelt. Kierkegaard ziet dit als specifiek menselijke eigenschap. Als je het niet hebt, ben je als chimpansee of dolfijn. We zijn verhouding van realiteit en identiteit. We zijn feitelijke wezens, dat drukt de realiteit af. Maar dat is niet het hele verhaal. Wie ik ben als persoon is bepaald door factoren waar je geen invloed op hebt. Waar je bent geboren, bij wie, lichaam, genen, opvoeding, talenten, gebreken. Voor veel dingen heb je niet zelf gekozen. Ten eerste ben je geboren met alle factoren waar je zelf niets aan kunt doen. Heideggeriaans: Veel van ons bestaan is geworpenheid. We zijn in het leven geworpen. Daar hebben we niet voor gekozen en op een manier waar we ook niet voor hebben gekozen. Van de realiteit zijn er dingen waar je wel voor hebt gekozen, maar dat is niet veel. Als je feitelijk leven hebt, heb je niet alles van wie je bent. Er is ook idealiteit: Vrijheid, mogelijkheid tot ontwikkelen, idealen waar je naar kunt streven. Er is speelruimte. Je bent niet opsomming van feitelijke aspecten. Het is niet statisch, maar dynamisch. We zijn altijd een verhouding van wie wij feitelijk zijn en wie we zouden kunnen zijn. Hoe verhoudt de mens zich tot zichzelf volgens Kierkegaard? = Wij verhouden ons altijd tot onszelf. We zijn zelfbewust. Reflecteren op je bezigheden, ervaring van schaamte is uiting van het feit dat je je tot jezelf verhoudt. Je neemt houding aan ten opzichte van wie je bent en wat je voelt. Kierkegaard ziet dit als specifiek menselijke eigenschap. Als je het niet hebt, ben je als chimpansee of dolfijn. Hoe zijn de verhoudingen van realiteit en idealiteit volgens Kierkegaard? = We zijn verhouding van realiteit en identiteit. We zijn feitelijke wezens, dat drukt de realiteit af. Maar dat is niet het hele verhaal. Wie ik ben als persoon is bepaald door factoren waar je geen invloed op hebt. Waar je bent geboren, bij wie, lichaam, genen, opvoeding, talenten, gebreken. Voor veel dingen heb je niet zelf gekozen. Ten eerste ben je geboren met alle factoren waar je zelf niets aan kunt doen. Heideggeriaans: Veel van ons bestaan is geworpenheid. We zijn in het leven geworpen. Daar hebben we niet voor gekozen en op een manier waar we ook niet voor hebben gekozen. Van de realiteit zijn er dingen waar je wel voor hebt gekozen, maar dat is niet veel. Als je feitelijk leven hebt, heb je niet alles van wie je bent. Er is ook idealiteit: Vrijheid, mogelijkheid tot ontwikkelen, idealen waar je naar kunt streven. Er is speelruimte. Je bent niet opsomming van feitelijke aspecten. Het is niet statisch, maar dynamisch. We zijn altijd een verhouding van wie wij feitelijk zijn en wie we zouden kunnen zijn. Welke verhouding zijn we volgens Kierkegaard? = We verhouden ons tot onszelf: Wie we realistisch/feitelijk zijn en idealistisch/zouden kunnen zijn. Wat betekent zelfwording volgens Kierkegaard? = Op de juiste manier verhouden tussen realiteit en idealiteit. In de ziekte tot de dood heeft hij aandacht voor mensen die zich niet tot zichzelf verhouden. Realiteit en idealiteit horen bij elkaar. Alleen theoretisch kun je ze los koppelen. Jezelf aanvaarden in al je feitelijke aspecten die jou leven jou leven maken, is goed verhouden. Dat gaat vaak niet goed. Je moet accepteren wie je feitelijk bent. Het is positief als je het aanvaard, zelfaanvaarding. Doe je dat niet, ben je vertwijfelt en heb je geen verhouding tot jezelf. Wat gebeurt er als je iets nastreeft wat je feitelijk niet bent? = Dan raak je jezelf kwijt/ je raakt kwijt wie je feitelijk bent. Hoe kan Kierkegaard vergeleken worden met Aristoteles? = Het steven naar idealen als potenties van Aristoteles. Waarom is de verhouding van feitelijkheid en idealiteit van Kierkegaard een probleem? = Omdat je wanneer je te veel je idealen nastreeft, je niet aanvaardt wie je bent en als je helemaal aanvaardt wie je bent en geen idealen nastreeft, je de kant van idealiteit miskent, waardoor je ook vertwijfelt bent. De mens heeft potentie, maar we zijn vrij, dus we kunnen het verstoren. Wat is je ideale zelf volgens Kierkegaard? = De potentie van Aristoteles die geactualiseerd. Iedereen heeft zo’n ideale zelf. Je zou er naar moeten streven, maar je kunt het in je leven niet bereiken. Je bent jezelf als je jezelf wordt. Als je jezelf al zou zijn klapt het in elkaar, want dan ben je niet meer in ontwikkeling. In welk opzicht lijkt de ethiek van Kierkegaard op Socrates? = Het is een ethiek van zelfkennis. Zelfverwerkelijkingethiek, maar dan op zo’n manier dat het regelmatig fout gaat door niet alle realiteit te accepteren of verkeerde dingen na te streven. Wat betekent het voor Kierkegaard om mens te zijn? = De mens is vertwijfelt en staat in verhouding tot zichzelf, de ander en God. Maar ook tot zichzelf, realiteit en idealiteit. De laatste verhouding moet in verhouding staan, anders is de mens vertwijfelt en dat is altijd. Maar je moet streven om jezelf te worden en je ideale zelf te zijn, ook al bereik je dit nooit. Hoe verhoudt deze existentialistische ethiek zich tot de drie grote ethische theorieën? = Het is een soort deugdethiek: karaktervorming. Het is een soort ethiek van karaktervorming. Het is ook plichtsethiek: Je moet zelfbewust worden, gespannen met deugd. Maar de kern is karaktervorming.
Ingezonden op 16-01-2017 - 470x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!