Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ethiek
› 0 College 12
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ethiek
0 College 12
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is nou ethiek anders dan moraal? = Moraal is de heersende mores in een bepaalde groep of samenleving als geheel. Ethiek is het systematisch nadenken over die moraal. Wat is het verschil tussen (ethisch) filosoof en wetenschapper? = In moraal wordt ook wel nagedacht, maar filosofen doen dat op een structurele manier en methode. En dan doen ze niet zomaar. Als wetenschapper kijk je onafhankelijk naar allerlei fenomenen, want het is fout als jij invloed hebt op wat je bestudeert. In de ethiek neem je als onderzoeker of ethicus altijd je eigen veronderstellingen mee. Je komt er niet onderuit, maar het is belangrijk je ervan bewust te zijn. Welke twee soorten vragen horen bij ethiek? = Hoe moet ik leven? /Hoe heb ik te leven?/Hoe heb ik te leven, wil dat leven goed of de moeite waard zijn. Hoe moet ik handelen? /… wil dat handelen de moeite waard zijn. Wat is het verschil tussen Aristoteles en Kant? = Aristoteles: Teleologie. Doel: Teleologische/telos. Het uiteindelijke doel is altijd geluk. Kant: Deontologie. Plicht: Deon. De mens als natuurwezen. Neiging. Kant probeert een ethiek te formuleren dat vooraf gaat aan fundamenteel moeten en dat fundeert hij in de plicht. Vanwege het feit dat mensen ook vrije natuurwezens zijn. Met onze rede hebben we deel aan een noumenle wereld. Hij strekt geluksstreven radicaal uit elkaar. Deontologie. Welke filosofen vragen zich af hoe je zelf goed moet leven of handelen? = Kant en Aristoteles. (Mill kun je ook op individueel vlak of in het midden zetten.) Welke filosofen vragen zich af hoe de samenleving moet leven? = Mill en Rawls. (Mill kun je ook op individueel vlak of in het midden zetten.) Welke filosofen zijn teleologisch? = Aristoteles en Mill. (Rawls ook een beetje. En Kant ook een beetje.) Welke filosofen zijn Deontologisch? = Kant en Rawls. Welke twee principes heeft utilisme? = Regel en daad. Ze vragen zich af of de regels goed zijn voor het grootste geluk. Als je je elke keer moet afvragen welke handeling het grootste geluk, ben je alleen aan het rekenen. Je kunt terug vallen op regels. De doelen die mensen stellen hebben ook een plek in de ethiek. Maar om het onderscheid te maken hebben we dat weggelaten. Bij Rawls zie je dat bijv. dat hij nadenkt over wat nou rechtvaardigheidsprincipes zijn. Waarom doet hij dat? = Dat doet hij met het idee dat die principes de mens in staat stelt om individueel een goed leven te leiden. Welke ethische stromingen zijn op individu gericht? = Eudaimonisme en Plichtsethiek. Welke ethische stromingen zijn op institutie gericht? = Utilitarisme en contractualisme. Welke ethische stromingen zijn teleologisch? = Eudaimonisme en utilitarisme. Welke ethische stromingen zijn deontologisch? = Plichtsethiek en contractualisme. Welke vraag stelt Aristoteles? = Hoe verwerkelijk ik mezelf optimaal? / Hoe ontplooi ik mijn talenten (als mens)? Op een voortreffelijke deugdzame manier. Welke vraag stelt Mill (Utilisme)? = Welke handelingsoptie is het nuttigst? (Of levert het meeste plezier op). Welke vraag stelt Kant? = Wat moet ik doen? Is deze handeling geoorloofd? (De strikte minimale kaders. Niet: hoe wordt ik een voortreffelijke voetbalspeler.) Welke vraag stelt Rawls? = Welke principes moeten we afspreken, wil de samenleving rechtvaardig zijn? (Iets is rechtvaardig als het de conclusie is van afspraken die mensen hebben gemaakt en die afspraken moeten aan voorwaarden voldoen.) Hoe verwerkelijk ik mezelf optimaal? / Hoe ontplooi ik mijn talenten (als mens)? Op een voortreffelijke deugdzame manier. Wat is het antwoord op deze vraag van Aristoteles? = Door de deugden te ontwikkelen, zoals rechtvaardigheid, moed, verstand of praktische wijsheid, maat weten te houden. Dat zijn de vier kardinale deugden. We hebben ook intellectuele deugden dat is praktische wijsheid. Het cultiveren van (karakter en intellectuele) deugden. Welke handelingsoptie is het nuttigst? (Of levert het meeste plezier op) Wat is het antwoord op deze vraag van Mill? = De optie die leidt tot het grootste geluk. Wat moet ik doen? Is deze handeling geoorloofd? (De strikte minimale kaders. Niet: hoe wordt ik een voortreffelijke voetbalspeler.) Wat is het antwoord op deze vraag van Kant? = Geen overeenstemming meer over doelen inhoudelijk. Het enige waar we naar kunnen kijken is de vorm van de reden. Daar kunnen we iets uit af leiden. De handeling die wordt gedaan omwille van de plicht. Welke principes moeten we afspreken, wil de samenleving rechtvaardig zijn? Wat is het antwoord op deze vraag van Rawls? = De regels die op onpartijdige instemming van rationele en gelijkwaardige betrokkenen wordt gekozen. Wat kun je doen om de ethiek in praktijk te brengen? = Deugd: Kijken waar je naar geneigd bent. Daar wegblijven. Midden zoeken. Voorbeeldfiguren nadoen. Utilisme: app waarop je kunt berekenen. Als je het lastig vind kijken naar regels, rechtssysteem die hebben eeuwenlang ervaring. Deontologie (Kant): Handelen zoals de handelingen die jij uitvoert, algemene regels zouden kunnen worden en dat iedereen zo zou kunnen handelen. Contractualisme: Loskomen van je privileges en een wereld bedenken waar ook jij bij de minder bevoordeelde kan horen en dat je zo wilt leven en mee kunt profiteren van de rijken. (Aristoteles) Waarom is moed cruciaal? = Omdat we sterfelijke wezens zijn. Wat voor ethiek heeft Levinas? = Hij schrijft niet voor hoe je moet leven. Hij gaat een stapje daarvoor zitten. We zijn altijd betrokken op de ander en wordt er door de ander een beroep gedaan op ons. De essentie van rechtvaardigheid toont zich daar waar het gelaat getoond wordt. Het gelaat gaat voor alles, voor de metafysica. Hij heeft geen regels van zo moet je met vluchtelingen af gaan. Het is geen keus. Je kijkt in iemand ogen en het komt op je af. Zodra het zich aandient doet het een appèl op je. Waarom is Levinas een buitenbeentje? = Omdat hij kritiek levert op een groot gedeelte van de westerse filosofie. De hele traditie zoals die is behandelt, ligt onder vuur. Dat we met elkaar bepaalde afspraken maken over wat goed is en wat niet. Wat is het verschil tussen metafysica en ontologie? = Metafysica is religieus? Hoe zou Aristoteles deugden binnen politiek brengen? = Aristoteles zegt dat deugdvorming plaats moet vinden binnen een institutie waar wetten zijn. Voorwaarden. Je komt er bij Aristoteles niet uit, want er is iets buiten die apolis of zoiets. Het zal niet helemaal rechtvaardig zijn, we moeten er naar streven en elkaar aanspreken. We kunnen niet buiten de gemeenschap treden om tot wetten te komen. Hij bekijkt het vanuit mensen die in de gemeenschap leven. Radicale kritiek is niet mogelijk, want dan hoor je er niet bij. Het gaat om kritiek van de betrokkenen die het beter en deugdzamer willen. Radicale kritiek kan niet.
Ingezonden op 17-01-2017 - 1092x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!