Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Persoonlijk
› 2 Kunstgeschiedenis Begrippen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Persoonlijk
, deel 2
2 Kunstgeschiedenis Begrippen
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
claire-obscuur = licht-/donkereffect polygromeren = schilderen acrade = bogenrij in huis renaissance = wedergeboorte humanisme = stroming die god niet verwerpt maar hem niet als uitgangspunt neemt, de mesn is zelf in staat om waardigheid aan zijn leven te geven. de gulden snede = ideale verhoudingen tussen hoogte en breedte pilasters = niet vrijstaande pilaren/halve zuilen, zonder dragende functie centraalbouw = perfecte vromgeving nis = uitsparing in de muur lijnperspektief = lijnen die evenwichtig aan elkaar lopen in een voorstelling, komen uit hetzelfde vluchtpunt sfumato = subtiele overgangen van licht naar donker rustica = ruw blokwerk onderin de gevel blokboeken = de tekst en afbeelding werden uit een stuk hout gesneden en gedrukt wereldlijk = niet met godsdienst te maken maniërisme = er werd op een eigen manier te werk gegaan grotesk = een wonderlijke, onnatuurlijke gedaante hebbend concilie = kerkvergadering de orde van de Jezuïeten = een nieuwe kloosterorde die zich de taak gaf het gevoel van de vernieuwing en zuivering van de kerk over de wereld te verspreiden. barocco = onregelmatig gegroede parel kolossale orde = verschillende verdiepingen van een gebouw worden verbonden door middel van pilasters classicisme = het navolgen van de vormentaal uit de klassieke oudheid illusionisme = het gebruik van beeldende technieken, zoals perspektief en verkorting, om het oog te doen geloven dat het afgebeelde echt is genrestukken = taferelen uit het dagelijkse leven emblemata = allegorische voorstellingen, meestal voorzien van een motto en een bijschrift allegorie = een symbolische voorstelling waar mensen of goden in voorkomen rocaille = een asymmetrisch schelpmotief pasteltinten = kleuren die verhelderd zijn met wit
Ingezonden op 18-01-2017 - 549x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!