Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Nieuw Nederlands, deel 2

2 Argumenten

Jaar 5 (havo)

Drie soorten argumentatiestructuren= gebaseerd op kenmerken, gebaseerd op een vergelijking en gebaseerd op oorzaak/gevolg relatie.

Verzwegen argument gebaseerd op kenmerken= In deze argumentatie wordt ervan uitgegaan dat het voor een muziekliefhebber kenmerkend is dat hij veel CD’s heeft.
Kritische die bij een kenmerk argumentatie gesteld kan worden= is of iets wel zo kenmekrend is. Voorbeeld: Bestaan er geen gevallen zonder dat kenmerk?
Verzwegen argument op gebaseerd op een vergelijking= Bij deze argumentatie wordt ervanuit gegaan dat er sprake is van overeenkomst tussen beide gevallen
Kritiek op deze argumentatie= zal gericht zijn op het verzwegen argument. Het meoor de hand liggend is dan erop te wijzen dat er sprake is van heel verschillende gevallen.
Verzwegen argument gebaseerd op oorzaak/gevolg relatie= In dezot dat gevole argumentaie wordt ervanuitgegaan dt het één automatisch leidt tot het ander
Kritische vragen kunnen zijn= 1. Leidt die oorzaak wel tot dat gevolg 2. Kan het gevolg niet op een andere manier bereikt worden.
Persoonlijke aanval= Bij een persoonlikke aanvall wort er geen enkel argument gegeven en wordt op iemnad gepeeld (bijvoorbeeld op verleden afkomst balalalala)
Kritiek moet gericht zijn= op het verzwegen argument
Cirkelredenering= bij een cirkelredenering zijn de mening en het argument aan elkaar gelijk, ze zijn alleen anders geformuleers
Kritiek= argument en standpunt betekenen hetzelfde.
De ander de woorden in de mond leggen= Wie een ander de woorden in de mond legt verdraaid een uitspraak van een ander tot een uitspraak die de ander niet heeft gedaan. Die verdraaide uitspraak wordt vervolgens aangevallen.
De kritiek hierop kan erg eenvoudig zijn= dat heb ik helemaal niet gedaan
Ga geen uitspraken verdedigen= die je niet hebt gedaan
Bij niet-feitelijke argumenten= moet gecontroleerd worden of het argument aanneembaar is.
Als een niet-feitelijk argument niet door iedereen aanvaardbaar is= dan moet het argument door een ander argument worden ondersteund.
Ook dat ondersteunde argument moet gecontroleerd worden op= waarheid of aannemelijkheid
Als er sprake is van een verzwegen argument= dan moet dat verzwegen argument ook beoordeeld worden.
Daarvoor moet het geformuleerd worden in de = ‘als (argument) dan (standpunt)-vorm
Als een argument als onjuist of niet-aannemelijk is beoordeeld= dan nmaakt het niet uit waar het argument in het argumentatie-structuur staat.
Bij enkelvoudige argumentatie= wordt de hele argumentatie als slecht beoordeeld als het argument als slecht beoordeeld wordt. Er is immers maar één argument.
Bij meervoudige argumentatie blijft de argumentatie overiend als= er één argumentatie onhoudbaar blijkt te zijn. De andere argumenten ondersteunen de argumentatie namelijk nog wel.
Bij een onderschikkende argumentatie wordt de hele argumentatie= als slecht beoordeeld als er één argument die is die onhoudbaar blijkt te zijn.

Ingezonden door Metal=Forever op 31-01-2017 - 1093x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Vakken

Nieuw Nederlands, deel 2

2 Argumenten

Reacties