Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Examenidioom-MFC
› 8 Moyens de transport et transports en commun
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Examenidioom-MFC
8 Moyens de transport et transports en commun
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
les transports en commun = het openbaar vervoer un moyen de transport = een vervoermiddel la piste cyclable = het fietspad le réseay routier = het wegennet le couloir = de rijbaan le chemin de fer = de spoorweg ferroviaire = spoor;spoorweg relier = verbinden perturber = storen;verstoren;ontregelen faire la navette = pendelen;heen en weer reizen ralentir = vaart minderen la voie = de baan la déviation = de omleiding un embouteillage = een file la visibilité = het zicht aveugler = verblinden la compagnie aérienne = de luchtvaartmaatschappij le vol = de vlucht un atterrissage = een landing vérifier = controleren détourner = kapen un équipage = een bemanning l'accès = de toegang le routier = de vrachtwagenchauffeur la messagerie = het koeriersbedrijf le détour = de omweg le péage = de tol le cortège = de stoet;de optocht parcourir = doorkruisen un itinéraire = een route;een reisroute inteminable = eindeloos effectuer = volbrengen heurter = raken la priorité = de voorrang supprimer = opheffen un inconvénient = een ongemak le casque = de helm un panneau = een bord surchargé = te zwaar beladen la Prévention routière = Veilig Verkeer la liaison = de verbinding doubler = inhalen lentement = langzaam prendre la correspondance = overstappen un arrêt du bus = een bushalte le ticket, le biller = het kaartje le distributeur (automatique) = de automaat un aller-retour = een retourtje une place assise = een zitplaats le feu (rouge)= het verkeerslicht le piéton = de voetganger traverser = oversteken le banlieusard = de forens se terminer = eindigen la destination = de bestemming
Ingezonden op 01-02-2017 - 692x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!