Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 1 Italiano 3 week 1 16.2, 16.3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
1 Italiano 3 week 1 16.2, 16.3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la posta = de post, het postkantoor la lettera = de brief il francobollo = de postzegel l'espresso = de expresbrief, de expreszending la raccomandata = het aangetekende stuk il destinatario, la destinataria = de geadresseerde (m/f) il, la mittente = de afzender (m/f) la firma = de handtekening firmare = ondertekenen il postino, la postina = de postbode (m/f) il corriere = de koerier, de koeriersdienst la cassetta delle lettere = de (huis)brievenbus, het postvak vuotare = legen, leegmaken la corrispondenza = de correspondentie, de brieven, de post la cartolina = de (ansicht)kaart la cartolina postale = de briefkaart il pacco = het pakket il pachetto = het pakje il telegramma = de telegram lo sportello = het loket mandare = (ver)sturen spedire (spedisco) = versturen, verzenden impostare = posten, op de post doen la banca postale = de postbank fermo posta = poste restante il codice di avviamento postale, CAP = postcode la casella postale = de postbus affrancare = frankeren l'affrancatura = de frankering inviare = zenden, toesturen il contrassegno = het rembours via aerea = de luchtpost consegnare = bezorgen, bestellen la posta prioritaria = de priority-post la postacelere = de '24-uurspost' le stampe (pl) = het drukwerk il fax = de fax faxare = faxen il modulo = het formulier a/in stampatello = in blokletters decifrare = ontcijferen il bollo = de stempel il timbro (postale) = de (post)stempel, de afstempeling timbrare = stempelen imbucare = op de bus doen, posten la buca delle lettere = de brievenbus (van de posterijen) egregio, a = geacht la radio = de radio la notizia = het (nieuws)bericht le ultime notizie = het laatste nieuws trasmettere = uitzenden la conferenza stampa = de persconferentie accendere = aanzetten, aandoen ricevere = ontvangen l'onda = de golf lungo, a = lang medio, a = midden- corto, a = kort ultracorto, a = ultrakort ascoltare = luisteren (naar) il volume = het volume, de geluidssterkte spegnere = uitzetten, uitdoen la televisione = de televisie la TV = de tv il televisore = het televisietoestel il telegiornale = het tv-journaal la stazione (televisiva) = de (televisie)zender il canale = het kanaal, het net il, la telecronista = de tv-verslaggever/-geefster il conduttore, la conduttrice = de presentator, de presentatrice ottenere = (weten te) krijgen l'intervista = het interview, het vraaggesprek lo scandalo = het schandaal l'esclusiva = het exclusief recht, het alleenrecht il programma = het programma il programma di intrattenimento = het amusementenprogramma l'interruzione (f) = de onderbreking lo spot pubblicitario = het reclamespotje la pubblicitĂ = de reclame, de publiciteit lanciare = lanceren, op de markt brengen il videoregistratore = de videorecorder la videocassetta = de videocassette la radiotelevisione = de radio en televisie il giornale radio = het radiojournaal, de nieuwsberichten op de radio il servizio = de reportage, het verslag il quiz = de quiz collegare = verbinden, overschakelen (naar) diretto, a = direcht, rechtstreeks la trasmissione in diretta = de rechtstreekse/live-uitzending il collegamento = de verbinding, het overschakelen la cronaca = de nieuwsverslaggeving l'ascoltatore, l'ascoltatrice = de luisteraar (m/f) la telecamera = de televisiecamera il telecomando = de afstandsbediening lo zapping = het zappen fare lo zapping = zappen registrare = opnemen (op de band) la registrazione = de opname, het opnemen l'antenna = de antenne potente = sterk, krachtig la trasmissione = de uitzending via satellite = via de satelliet l'allacciamento via cavo = de kabelaansluiting condurre = leiden, presenteren, dirigeren intervistare = interviewen, een vraaggesprek houden met rilasciare = (af)geven4. rilevare = wijzen op, de aandacht vestigen op partecipare a = meedoen aan, optreden in l'impianto stereo = de stereo-installatie il lettore compact disc = de cd-speler il CD, il compact disc = de cd il DVD = de dvd il disco = de (grammofoon)plaat il giradischi = de platenspeler il mangianastri = de draagbare cassetterecorder il registratore (a cassette) = de cassetterecorder
Ingezonden op 03-02-2017 - 1176x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!