Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mistral1
› 1 Le sac à dos, il est à qui?
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mistral1
, deel 1
1 Le sac à dos, il est à qui?
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l’enfant=het kind les enfants=de kinderen le fils=de zoon le fruit=het fruit le garçon=de jongen les garçons=de jongens l’homme=de man le père=de vader les parents=de ouders la femme=de vrouw la fille=de dochter/het meisje la mère=de moeder l’orange=de sinaasappel la pomme=de appel la rue=de straat aimer=houden van/graag doen avoir=hebben chanter=zingen être=zijn manger=eten lancer=gooien bouger=bewegen ranger=opruimen nager=zwemmen regarder=kijken naar écouter=luisteren naar parler=spreken/praten travailler=werken commencer=beginnen petit(e)=klein sympa(thique)=sympathiek à=in à ville=in ‘stad’ alors=wel/zo/dus bien sûr=natuurlijk et=en ici=hier mais=maar moi=mij/ik toi=jij pour=voor qui=wie très=heel/erg/zeer trois=drie au revoir=tot ziens/daag avoir...ans=jaar oud zijn de rien=zonder dank/geen dank il y a=er is/er zijn je ne sais pas=in weet het niet ton papa=jouw papa le jourmal de classe=de schoolagenda le nom de famille=de familienaam le sac à dos=de rugzak la balle de tennis=de tennisbal la musique=de muziek la musique africane=de Afrikaanse muziek la musique classique=de klassieke muziek adorer=heel veel houden van/dol zijn op comme=zoals C’est quoi ton nom?=Hoe heet jij? C’est bien ici?=Dat is toch hier? C’est ça=Dat klopt C’est sûr!=Dat staat vast!/Dat is zeker! Eh bien=wel être là=er zijn/thuis zijn j’aime beaucoup=ik hou veel van j’aime bien=ik hou wel van je m’appelle=ik heet tu t’appelles=jij heet merci beaucoup=heel erg bedankt moi, c’est...=ik, ik ben… mon nom, c’est=mijn naam is… Quel bazar!=Wat een rommel! Quelle horreur!=Hoe vreselijk! Tu as quel âge?=Hoe oud ben je? Moi, j’ai douze ans en ma sœur a treize ans=Ik ben 12 jaar en mijn zus is dertien Tu aimes les fruits?=Hou je van fruit? J’aime beaucoup les fruits=Ik hou erg veel van fruit J’adore les fruits=Ik hou erg veel van fruit A qui est ce sac à dos?=Van wie is die rugzak? Ce sac à dos est à Thomas=De rugzak is van Thomas un chien=een hond un ami=een vriend une moto=een motor une auto=een auto des chiens=de honden des lunettes=de bril les vacanses=de vakantie je n’aime pas l’école=Ik hou niet van school Tu t’appelles comment?=Hoe heet jij? Quel est ton nom de famille?=Hoe is jouw familienaam? Tu habites où?=waar woon je? Il a treize ans=Hij is dertien jaar Ils ons onze ans=Zij zijn elf jaar un euro vingt=een euro twintig quinze euros et demi=vijftien euro vijftig Ça fait combien?=Hoeveel kost het? Ça fait douze euros=Het kost twaalf euro
Ingezonden op 04-02-2017 - 545x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!