Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mistral1
› 1 Le sac à dos, il est à qui?-werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mistral1
, deel 1
1 Le sac à dos, il est à qui?-werkwoorden
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
je suis=ik ben tu es=jij bent il est=hij is elle est=zij is nous sommes=wij zijn vous êtes=jullie zijn/u bent ils/elles sont=zij zijn ce sont=het zijn/dat zijn c’est=het is/dat is j’ai=ik heb tu as=jij hebt il a= hij heeft elle a=zij heeft on a=men heeft nous avons=wij hebben vous avez=jullie hebben/u heeft ils/elles ont=ze hebben je parle=ik spreek tu parles=jij spreekt il parle=hij spreekt elle parle=zij spreekt on parle=men spreekt nous parlons=wij spreken vous parlez=jullie spreken ils/elles parlent=zij spreken je travaille=ik werk tu travailles=jij werkt il travaille=hij werkt elle travaille=zij werkt on travaille=men werkt nous travaillons=wij werken vous travaillez=jullie werken ils/elles travaillent=zij werken je commence=ik begin tu commences=jij begint il commence=hij begint elle commence=zij begint on commence=men begint nous commençons=wij beginnen vous commencez=jullie beginnen ils/elles commencent=zij beginnen je mange=ik eet tu manges=jij eet il mange=hij eet elle mange=zij eet on mange=men eet nous mangeons=wij eten vous mangez=jullie eten ils/elles mangent=zij eten je lance=ik gooi tu lances=jij gooit il lance=hij gooit elle lance=zij gooit on lance=men gooit nous lançons=wij gooien vous lancez=jullie gooien ils/elles lancent=zij gooien je bouge=ik beweeg tu bouges=jij beweegt il bouge=hij beweegt elle bouge=zij beweegt on bouge=men beweegt nous bougeons=wij bewegen vous bougez=jullie bewegen ils/elles bougent=zij bewegen je nage=ik zwem tu nages=jij zwemt il nage=hij zwemt elle nage=zij zwemt on nage=men zwemt nous nageons=wij zwemmen vous nagez=jullie zwemmen ils/elles nagent=zij zwemmen j’écoute=ik luister naar tu écoutes= jij luistert naar il écoute=hij luistert naar elle écoute=zij luistert naar on écoute=men luistert naar nous écoutons=wij luisteren naar vous écoutez=jullie luisteren naar ils/elles écoutent=zij luisteren naar je regarde=ik kijk naar tu regardes=jij kijkt naar il regarde=hij kijkt naar elle regarde=zij kijkt naar on regarde=men kijkt naar nous regardons=wij kijken naar vous regardez=jullie kijken naar ils/elles regarent=zij kijken naar j’aime=ik hou van tu aimes=jij houdt van il aime=hij houdt van elle aime=zij houdt van on aime=men houdt van nous aimons=wij houden van vous aimez=jullie houden van ils/elles aiment=zij houden van
Ingezonden op 04-02-2017 - 606x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!