Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
het4e
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
het4e
, deel 0
hoofdstuk 1
Jaar 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
NEDERLANDS WOORDENSCHAT 1. Anarchie= een land dat niet wordt geregeerd en waar geen gezag is / toestand waarin niemand de leiding heeft 2. Ondermijnen= iemand dwarsbomen, zijn/haar gezag niet accepteren 3. Plachten= het was gewoon dat… / gewoon zijn te... 4. Vetes= erg vergaande ruzies tussen twee of meer partijen, kan jaren duren 5. Rekening vereffenen= appeltje met iemand schillen / iemand een lesje leren 6. Diepgeworteld= verankerd (in de cultuur) / iets is een gewoonte 7. De schade verhalen= iemand de rekening van aangebracht leed presenteren 8. Laissez-faire= het vrijlaten van de (economische) markt, zonder grenzen. 9. Ongebreideld kapitalisme= politiek economisch stelsel waar gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke winst, zonder beperkingen. (wij leven in een kapitalisme mèt beperkingen, waar niet per se gestreefd wordt naar een zo groot mogelijke winst: kijk naar uitkeringen etc.) 10. Splijtzwam= oorzaak van verdeeldheid (Ayn Rand is al jaren een splijtzwam van de VS, zij die het met haar eens zijn en zij die het niet met haar eens zijn) 11. Rationeel= verstandelijk, op basis van de ratio (= rede, verstand in Latijn), beredeneerbaar. (het tegenovergestelde is dus niet beredeneerbaar, een irrationele angst) 12. Gedetineerden= Mensen die in de gevangenis zitten. 13. Sociologe= Sociologie is de wetenschap die mensen bestudeert in relatie tot hun sociale omgeving, de samenleving. Een sociologe heeft sociologie gestudeerd. 14. Excessieve= overdreven, extreme, gewelddadige 15. Precaire= 1. Onzeker 2. Bedenkelijk 3. hachelijk 16. Coördinator= Iemand die ervoor zorgt dat alles goed verloopt. 17. Sanctie= een straf die kan worden opgelegd ter bestraffing van bepaald ongewenst gedrag. 18. De zwarte lijst= een lijst van staten, personen, bedrijven of instellingen waarmee geen zaken mogen worden gedaan. 19. Equivalent= iets dat gelijk staat met iets anders. 20. Parlementariër= een kamerlid die de wetten van de regering controleert. 21. Fraudeschandaal= een vorm van bedrog waarbij zaken anders worden voorgesteld dan de werkelijkheid. 22. Bij tijd en wijle= een enkele keer, af en toe, soms 23. Pleidooi= een toespraak waarin je mensen van iets probeert te overtuigen en daarmee iets kan bereiken 24. Haperen= even niet werken 25. Transactie= het is een ruil die op veel verschillende manier kan worden uitgevoerd. Bijv bij de markt van twee partijen en werknemer en directeur. 26. Superieur= iemand met een hogere rang. Iemand of iets dat beter is dan iets of iemand anders 27. Bevorderlijk= gunstig, een positieve invloed hebben 28. Integratie= inburgering in de nederlandse samenleving, opname in het geheel 29. Erkennen= een bepaald recht of bepaalde feiten toegeven 30. Het vonnis= uitspraak van een rechter over schuld en straf (altijd schriftelijk) 31. In het geding zijn= niet meer gegarandeerd, onzeker zijn 32. Repercussies= nadelig gevolg van iets 33. In het ongelijk stellen= ongelijk krijgen 34. Opschorten= tijdelijk uitstellen 35. Unaniem= dat iedereen het ermee eens is 36. Impulsief - meteen reageren, daarom vaak onbedacht, WB: geneigd impulsen te volgen 37. Nostalgisch= met heimwee naar vroeger, WB: verlangen naar wat geweest is 38. Empathie= de eigenschap dat je de gevoelens en gedachten van andere kan aanvoelen,WB: inlevingsvermogen 39. Perceptie= zoals iemand iets ervaart of beoordeelt, WB: waarneming 40. Populist= Populistische politici proberen hoe dan ook de steun van de kiezers te verwerven, zonder zich al teveel te bekommeren om de inhoudelijke kwaliteit van hun voorstellen. 41. Krediet= geldlening, WB: uitstel van betaling 42. Zelfzucht= Egoïsme, het streven van eigen belang, zonder met anderen rekeningen te houden, WB: het streven van eigen gewin 43. Verheffen= naar een ander niveau brengen, WB: omhooggaan, oprijzen 44. Op één lijn zetten= Twee dingen hetzelfde beschouwen 45. Normoverschrijdend= het overschrijden van de norm, dus buiten de norm gaan ; een norm is een manier van doen die als normaal wordt gezien 46. Relaas= betoog, een redenering om iets te bewijzen 47. Desgevraagd= toen/als ernaar gevraagd werd/wordt 48. Bekeerling= iemand die pas bekeerd is, een nieuwe godsdienst aanhangt 49. Radicaal = geheel en al (= totaal) 50. Regulier = Regelmatig 51. Tumultueus = Rumoerig 52. Inauguratie = Inwijding 53. Controversieel = Tot een controverse leidend (controverse = strijd, tegenstelling/ controverse = Een controverse is eigenlijk een ruzie, die ontstaat omdat je het helemaal niet met elkaar eens bent.) 54. Voerman= 1. Onderbaas 2. Leider 55. Veelvuldig= 1. Vaak 2. Veel voorkomend 56. Kapitaal delict= zwaar strafbaar feit 57. Hand- en spandiensten= 1. Allerlei losse werkzaamheden uitvoeren 2. Allerlei klussen doen 58. Faciliteren= 1. Vergemakkelijken 2. Iets makkelijker maken 59. Protectionisme = Het woord “protect” zit erin. Hier: Bescherming van de lokale bedrijven om toch hun kans te krijgen. Maatregelen van de overheid om binnenlandse handel te beschermen. 60. Sector= Een deel, kwadrant. Meestal van een bedrijf of systeem. 61. Oligopolie = Een product/situatie waarin maar een paar aanbieders zijn. 62. Algoritme (mv: algoritmen) : Een algoritme staat in de zoekmachine (Facebook/Twitter) optimalisatie voor een stelsel van regels waaraan een zoekmachine zich houdt bij het analyseren en positioneren van webpagina's. 63. Onafzienbare= on: niet, af: niet, dus niet niet zichtbaar. Zo uitgebreid/groot dat je niet meer kunt zien hoeveel het nou eigenlijk is. 64. Inlijven= als klein bedrijf je zo opstellen dat een groot bedrijf je accepteert. 65. Tolheffer= iemand/bedrijf die bepaalt hoe duur het is om gebruik te maken van een terrein, product of vervoermiddel. 66. Etnische minderheden= Een groep allochtonen van dezelfde afkomst, in een lager aantal in verhouding tot de meerderheidsgroep in het land. 67. Overschrijdingen= Over de afgesproken grens heen gaan, aantasten 68. Aspect=Kant of onderdeel van een zaak, aanschouwing. 69. Diversiteit=verscheidenheid, variatie. 70. Krijgsmacht= Ander woord voor leger, militaire organisatie van de overheid. 71. Saamhorigheid= Het gevoel dat je bij elkaar hoort, eendrachtigheid. 72. Je eigen boontjes moeten doppen= Je eigen problemen zelf oplossen.
Ingezonden op 06-02-2017 - 318x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!