Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Verpleegkunde HSL
› 1 Tentamen cgo 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Verpleegkunde HSL
, deel 3
1 Tentamen cgo 1
Jaar 3 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
dwarslaesie = beschadiging ruggenmerg complete dwarslaesie = zenuwen in ruggenmerg zijn geheel beschadigd incomplete dwarslaesie = zenuwen in ruggenmerg zijn deels beschadigd, enig herstel mogelijk axon = verzenden dendriet = ontvangen meninges = hersenvliezen vlinder ruggenmerg = grijze stof voorhoorns vlinder ruggenmerg = motorische zenuwen omringen vlinder ruggenmerg = witte stof grijze stof ruggenmerg = vlinder witte stof ruggenmerg = omringen vlinder motorische zenuwen ruggenmerg = voorhoorns syndroom van homer = geen vorming transpiratievocht voorhoofd mogelijk romberg test = stilstaan met voeten naast elkaar en ogen dicht, vervolgens voetje voor voetje over een rechte lijn lopen hydrocefalus = waterhoofd liquor cerebrospinal is = ruggenmergvloeistof ruggenmergvloeistof = liquor cerebrospinalis troebel liquor = witte bloedcellen aanwezig, bacteriële infectie meninges hoge eiwitconcentratie liquor = beschadiging zenuwen, hersenen, ruggenmerg abnormale antilichamen in liquor = MS lage glucosespiegel liquor = meningitis, kanker bloed in liquor = hersenbloeding verhoogde liquordruk = hersentumoren, meningitis CT soort beelden = 2d beelden met hoge resolutie spiraal CT-scan wat in beeld = bloedvaten aneurysma = plaatselijke verwijding bloedvat artritis = ontsteking bloedvat arterioveneuze misvorming = abnormale verbinding tussen vaten functionele MRI, hoe = hersenen tijdens het uitvoeren van een taak perfusie-MRI = bloedstroom schatten diffusie-MRI = opsporen oedeem open MRI = claustrofobische Patienten MRA = bloedvaten in beeld echo-encefalografie = bij kinderen jonger dan 2 jaar PET, afkorting = positron emissie tomografie MRA, afkorting = magnetic resonance angiografie PET, soort scan = stof wordt gemerkt met een radioactief molecuul (radionuclide) geeft geladen deeltjes (positronen) af gedurende korte tijd SPECT, afkorting = single photon emission computerized tomografie SPECT, soort scan = radionucliden om bloedstroom in kaart te brengen hersenangiografie, soort scan = katheter via kleine insnijding ingebracht in slagader, via aorta naar halsslagader en daar contrast spuiten myelografie, soort scan = röntgenopname van ruggenmerg met contrast middel (johexol) evoked potentials = uitlokken van reacties door veel prikkels te geven electromygrafie = dunne naalden om activiteit spieren te meten corticosteroïden injectie bij behandeling laesie = binnen 8 uur en 24 uur voortzetten complicaties dwarslaesie = decubitus, uwi, depressie, verlies eigenwaarde ABCDE-methodiek, afkorting = airway, breathing, circulation, disability en exposure ABCDE, airway omvat = luchtwegen en wervelkolom ABCDE, breathing omvat = ademhaling en ventilatie ABCDE, circulation omvat = actief bloedverlies en circulatie ABCDE, disability omvat = bewustzijn en neurologische functies AVPU = alert, verbal, pain, unresponsive ABCDE, exposure omvat = lichaamstemperatuur en verder onderzoek soorten maskers non-invasieve beademing = neus, mond-neus, neuskussentje en mondstuk gesloten masker non-invasieve beademing = uitademen via slang open masker non-invasieve beademing = uitademen via masker bipap, afkorting = bilevel positive airway pressure airstacken = lucht in longen geblazen met ballon of beademingsmachine zo veel mogelijk, 3 keer per dag 5 keer manuele compressie = handen op de buik net onder ribbenboog en vlak voor het hoesten wordt buik naar binnen en schuin omhoog gedrukt kikkeren = verschillende spieren in keelholte werken samen, snel achter elkaar kleine hoeveelheden lucht happen glossopharyngeal breathing = kikkeren GPB, afkorting = glossopharyngeal breathing DKW, afkorting = doel, kracht, waardering stappen oplossingsgericht coachen = vertelden behoefte, definiëren gewenste toestand, vaststellen platform, analyseren eerder succes, stapje vooruit, vooruitgang in kaart brengen 8 stappendans cauffman = contact leggen, context verkennen, doelen stellen, sterke punten naar voren halen, uitzondering zoeken, toekomstgerichtheid, schalen, complimenteren complimenten moeten verwijzen naar = accuraat, geloofwaardig, constructief compliment op proces = over handeling, gedrag of actie GROW, afkorting = goal, reality, options, will STARR, afkorting = situatie, taak, actie, resultaat, reflectie PAC, afkorting = port-a-cath port-a-cath, betekenis = onderhuidse toegang tot de aderlijke bloedbaan PAC aanprikken met = surecan poort naald of gripper PAC onderdelen = reservoir en katheter wanneer verwisselen infuussysteem = 1 keer per 3 a 4 dagen wanneer verwisselen infuuspleister = 1 keer per 5 dagen weerstand = alle tekens die erop wijzen dat de patiënt niet (meer) mee wil werken vormen weerstand = argumenteren, onderbreken of erdoorheen praten, ontkennen, negeren hanteren weerstand = meegaan in weerstand en erkennen van behoefte onder weerstand veiligheid achter weerstand = keuzevrijheid wordt afgenomen kennis achter weerstand = twijfel aan deskundigheid zelfwaarde achter weerstand = verlies geloof in succes belang achter weerstand = zegt geen probleem te hebben EWS, afkorting = early warning system EWS, hulp inroepen = bij 1 of meer parameter afwijken MEWS, afkorting = modified early warning system MEWS, hulp inroepen = bij een bepaalde score EWS, ademfrequentie onder 9 = 2 punten EWS, ademfrequentie tussen 9-14 = 0 punten EWS, ademfrequentie tussen 15-20 = 1 punt EWS, ademfrequentie tussen 21-30 = 2 punten EWS, ademfrequentie hoger dan 30 = 3 punten EWS, hartfrequentie lager dan 40 = 2 punten EWS, hartfrequentie tussen 40-50 = 1 punt EWS, hartfrequentie tussen 51-100 = 0 punten EWS, hartfrequentie tussen 101-110 = 1 punt EWS, hartfrequentie tussen 111-130 = 2 punten EWS, hartfrequentie hoger dan 130 = 3 punten EWS, systolische bloeddruk lager dan 70 = 3 punten EWS, systolische bloeddruk tussen 70-80 = 2 punten EWS, systolische bloeddruk tussen 81-100 = 1 punt EWS, systolische bloeddruk tussen 101-180 = 0 punten EWS, systolische bloeddruk tussen 180-200 = 1 punt EWS, systolische bloeddruk hoger dan 200 = 2 punten EWS, bewustzijn acute agitaties of verwardheid = 1 punt EWS, bewustzijn, Alert = 0 punten EWS, bewustzijn, reactie op aanspreken = 1 punt EWS, bewustzijn, reactie op pijn = 2 punten EWS, bewustzijn, niet aanspreekbaar = 3 punten EWS, temperatuur onder de 35,1 = 2 punten EWS, temperatuur tussen 35,1-36,5 = 1 punt EWS, temperatuur tussen 36,6-37,5 = 0 punten EWS, temperatuur tussen 37,6-39,0 = 1 punt EWS, temperatuur hoger dan 39 = 2 punten EWS, saturatie onder de 90 ondanks adequate zuurstofbehandeling = 3 punten EWS, niet pluis gevoel = 1 punt extra shock = verspreid zuurstoftekort door een acuut probleem in de circulatie doel richtlijn vitaal bedreigde patiënt = realisatie SIT met als doel reductie onbedoelde schade Compensatiemechanisme lichaam bij shock = versnelde hartslag en vasoconstrictie vormen shock = hypovolemische, cardiogene, obstructieve, distributieve hypovolemische shock = te weinig circulerend volume in bloedbaan met als gevolg een ontoereikend zuurstoftransport oorzaak hypovolemische shock = bloedverlies, vochtverlies compensatiemechanisme = vasoconstrictie/dilatatie, slagvolume en hartfrequentie aanpassen cardiogene shock = hart pompt onvoldoende of niet met als gevolg daling slagvolume oorzaak cardiogene shock = hartfalen, hartinfarct, kleigebrek, hartritmestoornis distributieve shock = verkeerder verdeling bloed soorten distributieve shock = septisch, anafylactisch, neurogeen septisch shock = SIRS-criteria zonder complicaties anafylactische shock = SIRS-criteria met uitval een of meerdere organen effect histamine = vasodilatatie en bronchoconstrictie neurogene shock = door schade aan ruggenmerg obstructieve shock = afsluiten bloedsomloop met als gevolg stuwing voor en zuurstoftekort achter afsluiting oorzaak obstructieve shock = longembolie, spanningspneumothorax, stollingsziekte, harttamponnade wat gebeurt er als de barpreceptoren in aortaboog en halsslagader een tensiedaling meten = signaal naar hersenstam dan bijnieren extra adrenaline moeten produceren effect adrenaline = stimulatie hart en vasoconstrictie darmen en huid waarom snelle ademhaling bij gecompenseerde shock = meer opname zuurstof waarom snelle en zwakke pols bij gecompenseerde shock = sneller rondpompen van minder volume waarom bleke, koude huid bij gecompenseerde shock = bezuinigen op huiddoorbloeding waarom zweten bij gecompenseerde shock = ongewenst adrenaline effect waarom trillen bij gecompenseerde shock = verminderde doorbloeding huid en direct adrenaline effect waarom ingevallen gezicht bij gecompenseerde shock = minder onderhuids vocht waarom dorst bij gecompenseerde shock = minder bloed spijsvertering en snelle ademhaling waarom onrust bij gecompenseerde shock = zuurstofgebrek hersenen en adrenaline effect waarom bewustzijnsverlies bij ongecompenseerde shock = ernstig zuurstoftekort hersenen VIP-behandeling, afkorting = ventilatie, infuus, pompkracht MTP, afkorting = massale transfusie protocol iontropica werking = bloeddruk ondersteunend Multi orgaan falen = gelijktijdig of na elkaar falen meerdere (›2) organen en functioneren onvoldoende na 24 uur reactie lichaam op stress = stimulering sympathisch zenuwstelsel, beschadiging endotheel bloedvaten, activering ontstekings- en immuunreactie, hypoxie sympathisch zenuwstelsel = fright, flight, fight principe waarom beschadiging endotheel bloedvaten bij stress = uittreden circulerend volume ontstekingsmediatoren = histamine, adrenaline, noradrenaline hoe ontstaat hypoxie als reactie van het lichaam op stress = activatie stollingssysteem, verminderde weefselperfusie DIS, afkorting = diffuus intravasale stolling EMV, afkorting = eyes, movement verbal VAS, afkorting = visual analogue scale VMS, afkorting = veiligheid management systeem spitspunten VMS 205-2017 = infectiepreventie en antibioticaresistentie, medicatieveiligheid, veilige toepassing medische technologie ACS, afkorting = acuut coronair syndroom ACS, vormen = instabiele angina pectoris, acuut myocard infarct STEMI, afkorting = ST-elevated myocard infarct NON-STEMI, afkorting = non ST-elevated myocard infarct hartmerkers = eiwitten en enzymen die door beschadigde hartcellen worden afgegeven voorbeeld hartmerker = Troponine T of I troponine T of I = bewijst myocardiale necrose PCI, afkorting = percutane coronaire interventie endprothese = stenobehandeling IAP, afkorting = instabiele angina pectoris normaal hartritme = 60-80 keer per minuut normaal slagvolume = 70 ml normaal hartminuutvolume = 5 liter per minuut HMV, afkorting = hart minuut volume CABG, afkorting = coronary artery bypass grafts gouden 5 medicatie = trombocytenaggregatieremmers, beta-blokkers, ace-remmers, staties, anticoagulantia effect trombocytenaggregatieremmers = verminderen samenklonteren bloedplaatjes effect beta blokkers = verlagen bloeddruk en hartritme, verlaagd kans hartritmestoornissen effect ace-remmers = verlaagd bloeddruk, stimuleren vorming litteken, stabiliseren aderverkalking effect stations = verlagen cholesterolgehalte bloed, beschermen bloedvatwand effect anti-coagulantia = verminderen/vertragen bloedstolling complicaties naar doormaken ACS = hartritmestoornissen, hartfalen, hartstilstand ICD, afkorting = implanteerbare cardioverter defibrillator LVAD, afkorting = left ventrikel assest device soorten cellen pancreas = exocrien en endocrien functie exocriene cellen pancreas = productie verteringsenzymen soorten endocriene cellen pancreas = alfa en beta cellen functie alfacellen pancreas = productie glucagon functie betacellen pancreas = productie insuline type 2 diabetes = pancreas maakt onvoldoende insuline aan bij afgifte insuline door pancreas als gevolg van stijging bloedsuikerspiegel = bevordering verbruik glucose, cellen vormen meer eiwitten, vetcellen vormen meer triglyceriden, meer glycogeenvorming bij afgifte glucagon door pancreas als gevolg van daling suikerspiegel = afbraak glycogeen in glucose, afbreken eiwitten in aminozuren, aminozuren worden glucose in lever, afzetten vetzuren door vetweefsel TWAZ, afkorting = tijdelijk wet ambulance zorg RAV, afkorting = regionale ambulance voorziening BMS, afkorting = bare metal stent DES, afkorting = drug eluting stent expressieve agressie = uiten ongenoegen over situatie of organisatie frustratie agressie = snel en onverwacht tonen van oplopende emoties, ontstaan van verminderde controle over eigen gedrag over dienstverlening instrumentele agressie = bewust gebruik van agressie om bepaald doel te bereiken onbeheerste agressie = onvoorspelbaar en snel gewelddadig reactie op expressieve agressie = begrip tonen voor de situatie reactie op frustratie agressie = serieus nemen, goed luisteren, aandacht besteden reactie op instrumentele agressie = consequent zijn, laten weten dat die gedrag niet helpt reactie op onbeheerste agressie = extra hulp inschakelen algemene principes motiverende gespreksvoering = druk empathie uit, ontwikkel discrepantie, beweeg meer met weerstand, ondersteun persoonlijke effectiviteit stadia verandering = voorbeschouwing, overpeinzing, beslissing, actieve verandering, volhouden, terugval BSL, afkorting = basic life support diepte borstcompressie = minimaal 5 cm, maximaal 6 cm frequentie borstcompressie = 100-110 keer per minuut verhouding borstcompressie beademing = 30 -2 hyperemie = lage zuurstof gehalte in het bloed hypoventilatie = inadequate ventilatie longen hyperventinatie = versnelde ademhaling kuss-maul ademhaling = snelle, diepe ademhaling ademteug volume normaal = 400-500 ml normaal ademfrequentie = 12-20 keer per minuut ademhalingscentrum reageert op = koolstofdioxide, ph, zuurstof cheyne-stokes ademhaling = verminderde prikkelbaarheid van ademhalingscentrum ARF, afkorting = acuut respiratoir falen CPAP, afkorting = continuos positive airway pressure CPAP = spontaan ademen met een continue positieve druk in alle fasen van de ademhaling Astma cardiale = zeer plotseling optredende benauwdheid veroorzaakt door een ophoping van vocht in de longen neusbril maximaal aantal liter = 5 neuskatheter open einde maximaal aantal liter = 1,5 of meer neuskatheter gesloten einde maximaal aantal liter = 1,5 neuskatheter met sponsje maximaal aantal liter = 6 non-rebreathing mask aantal liter = 10/12-15 urethrae applicaties = hulpmiddelen die in urethra of vagina worden gebracht om ongewild urineverlies bij stress-incontinentie te voorkomen CVK, afkorting = centraal veneuze katheter ziekte van alzheimer = moeite met geheugen en alledaagse handelingen door eiwitophopingen in de hersencellen behandeling alzheimer = acetylcholinesterase-remmers, voedingssupplementen vasculaire dementie = verstoring bloedtoevoer hersenen ziekte van binswanger = beschadiging witte stof door verstoring bloedtoevoer CADASIL-syndroom = erfelijke aandoening die zorgt voor afwijkingen in de capillairen in diepere delen van de hersenen ziekte van pick = frontotemperale dementie frontotemporale dementie = verdwijnen hersencellen in frontale en temporale hersenkwabben levy body dementie = schommelingen in geestelijke achteruitgang met verschijnselen van parkinson classificaties heupfracturen = garden, pauwels, AO garden classificatie type 1 = stabiele fractuur met impactie in valgus, hoedje van kapstok valgus = stadsafwijking distel deel van middellijn af garden classificatie type 2 = volledige botbreuk zonder dislocatie heupkop garde classificatie type 3 = heupkop gedraaid in varus varus = standsafwijking waarbij distale deel naar lichaam as toe wijst garden classificatie type 4 = volledig gediplomeerd, borstukken raken elkaar niet aan pauwels classificatie = aantal graden van de breuk pauwels classificatie type 1 = ‹30 graden pauwels classificatie type 2 = 30-50 graden pauwels classificatie type 3 = ›70 graden AO classificatie = voor langere beenderen ao-classifficatie 1e cijfer 1 = humerus ao-classificatie 1e cijfer 2 = radius/ulna ao-classificatie 1e cijfer 3 = femur ao-classificatie 1e cijfer 4 = tibia/fibula ao-classificatie 2e cijfer 1 = proximaal (naar centrum toe) ao-classificatie 2e cijfer 2 = diafysair (door het middendeel/schacht) ao-classificatie 2e cijfer 3 = distaal (van het centrum af) ao-classificatie = maelleolair - bij tibia fibula ao-classificatie letter voor diafysair A = enkelvoudig ao-classificatie letter voor diafysair B = los fragment ao-classificatie letter voor diafysair C = comminutie (versplintering) ao-classificatie letter A = extra articulair ao-classificatie letter B = gedeeltelijk articulair ao-classificatie letter C = volledig articulair ao-classificaties laatste cijfer = ernst breuk OLD, afkorting = observatielijst voor vroege symptomen van dementie MMSE, afkorting = mini-mental state examination OLD = 12 indicatoren van beginnende dementie MMSE = screenen en ernst vaststellen IQ-code, afkorting = informent questionnaire cognitive decline in the elderly IQ-code = lijst met bezigheden waarbij onthouden en nadenken belangrijk zijn, invullen tov 10 jaar geleden NPI, afkorting = neuropsychiatric inventory NPI = 12 schalen waarbij frequentie en ernst van gedragsaspect en emotionele belasting worden gescoord QUALIDEM = meetinstrument voor kwaliteit van leven voor dementerenden HELP, afkorting = hospital elder life program PREDOCS = voeding, oriëntatie uitleg procedure preventie delier DOS, afkorting = delier observatie schaal DOM, afkorting = delier-o-meter NEECHAM, confusion scale = uitgebreide observatielijst, bijhouden hoe patiënt handelt in situaties CAM, afkorting = confussion assessment method WLZ, afkorting = wet langdurige zorg WMO, afkorting (financiering) = wet maatschappelijke ondersteuning ZVW, afkorting = zorgverzekeringswet natura polis = verzekerde heeft beperkte keuze/vrijheid met betrekking tot welke ziekenhuizen/behandelaren met terecht kan restitutiepolis = verzekerde heeft de vrijheid om iedere zorgverlener te kiezen PGB, afkorting = persoonsgebonden budget zorgpad = structureel proces op regionaal niveau dat een patiënt doorloopt gedurende het hele traject zorgprogramma = set van afspraken over de zorgverlening en activiteiten in een bepaalde regio zorgstandaard= algemeen raamwerk op hoofdlijnen over het begeleidingstraject van een ziekte beeld verklaring helsinki = richtlijnen, basisprincipes en randvoorwaarden voor verrichten van medisch wetenschappelijk onderzoek op personen Code van neurenberg = set ethische onderzoeksprincipes mbt onderzoek en experimenten op mensen WMO, afkorting (onderzoek) = wet medisch wetenschappelijk onderzoek WMO, bestaat uit = verklaring helsinki en code van neurenberg METC, afkorting = medisch ethisch toetstingscommissie CCMO = centrale commissie mensgebonden onderzoek chronische ziekte = irreversibele aandoening zonder uitzicht op volledig herstel en met relatief lange ziekteduur remissie = afname exacerbaties = toename multimorbiditeit = meer dan een (chronische) ziekte in een individu tijdens een bepaalde periode co-morbiditeit = een extra aandoening bij mensen die al een ziekte hebben co-occuring multimorbiditeit = berust op toeval cluster - multimorbiditeit = statistisch verband causale multimorbiditeit = gemeenschappelijke risicofactor complicerende multimorbiditeit = complicaties van ziekte leiden tot andere ziekte EDIZ, afkorting = ervaren druk in informele zorg SOFA, afkorting = samenwerken, ondersteunen, faciliteren, afstemmen SIRS, afkorting = systemic inflammatory response syndrome SIRS-criteria = temperatuur ›38 of ‹36, hartslag ›90, ademfrequentie ›20, witte bloedcellen ›12 of ‹14 ARDS, afkorting = acute respiratory distress syndrome DIS = systemische activatie bloedstolling door beschadiging T-top = ontspanningsfase hart P=top = natriumcontractie QRS-complex = ventrikel contractie elektrode v1 = 4e intercostale ruimte, direct rechts van sternum elektrode v2 = 4e intercostale ruimte, direct links van sternum elektrode v3 = tussen elektrode v2 en v4 elektrode v4 = 5e intercostale ruimte, recht onder midden clavicula elektrode v5 = 5e intercostale ruimte, recht onder voorste okselplooi elektrode v6 = 5e intercostale ruimte, recht onder midden oksel pacemaker = houdt ritme in de gaten en kan deze bijsturen maar kan geen shock sick-sinus syndrome = sinus-knoop geeft afwisselend te veel en te weinig prikkels moreel beraad = methodisch gesprek over een morele vraag aan de hand van een concrete ervaring en onder leiding van een daartoe opgeleide gespreksleider DBC, afkorting = diagnose behandel combinatie honorarium = aantal medisch specialisten en gemiddeld besteden tijd per specialist DOT,afkorting = BDC's op weg naar transparantie venturi masker, geel = 8-10 liter venturi masker, rood = 10-15 liter venturi masker, groen = 15 liter
Ingezonden op 07-02-2017 - 1100x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!