Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taaldorp Frans Baarnsch Lyceum
› 6 Chez le docteur
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taaldorp Frans Baarnsch Lyceum
, deel 2016/2017
6 Chez le docteur
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de wond = la blessure, la plaie de pijn = la douleur onderzoeken = examiner de koorts = la fièvre in bed blijven = garder le lit ernstig = grave de griep = la grippe genezen = guérir het ziekenhuis = l'hôpital {m} de verpleegster = l'infirmière de prik = la piqûre misselijk zijn = avoir mal au coeur keelpijn hebben = avoir mal à la gorge buikpijn hebben = avoir mal au ventre oorpijn hebben = avoir mal aux oreilles {v} maagpijn hebben = avoir mal à l'estomac {m} de arts = le médecin dokter Mauriac = docteur Mauriac de medicijnen = les médicaments {m} het verband = le pansement de röntgenfoto = la radio de apotheek = la pharmacie de bloeddruk opmeten = prendre la tension het recept = l'ordonnance {v} helpen = aider het middel = le remède ik voel me niet lekker = je ne me sens pas bien het gaat goed = ça va bien het gaat beter = ça va mieux ik ben ziek = je suis malade ik heb overal pijn = j'ai mal partout het doet pijn = ça fait mal ik ben gewond = je suis blessé(e) ik ben moe = je suis fatigué(e) been breken = se casser la jambe arm breken = se casser le bras het gips = le plâtre vallen = tomber een ongeluk hebben = avoir un accident bang zijn = avoir peur opereren = opérer dringend = urgent nodig hebben = avoir besoin de de praktijk = le cabinet beterschap! = bon rétablissement ! per dag = par jour de tablet = le comprimé de pil = la pilule de aspirine = l'aspirine {v} twee keer = deux fois {v} gevaarlijk = dangereux een ziekte oplopen = attraper une maladie overgeven = vomir hoesten = tousser het hoestdrankje = le sirop contre la toux bloeden = saigner dat bloedt erg = ça saigne beaucoup de verkoudheid = le rhume de ambulance = l'ambulance, le SAMU (Service d’Aide Médicinale d’Urgence) inademen = inspirer uitademen = expirer het symptoom = le symptôme de zieke = le malade de ziekte = la maladie lijden = souffrir een afspraak maken = fixer un rendez-vous voorschrijven = prescrire de voedselvergiftiging = l'intoxication alimentaire {v} een lopende neus hebben = avoir le nez qui coule klagen = se plaindre de verbetering = l'amélioration {v} de mond = la bouche aanraden = conseiller de tong = la langue de knie = le genou iets aan een verkoudheid doen = soigner un rhume iemand opereren aan = opérer quelqu'un de ik ben verzekerd = je suis assuré(e)
Ingezonden op 08-02-2017 - 336x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!