Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Deutsch alles in allem
› 1 idioom so alles in allem teil 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Deutsch alles in allem
1 idioom so alles in allem teil 1
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Duits/Nederlands Duits idioom demokratie: der Bundestag = Bondsdag der Abgeordnete = afgevaardigde die Nation = volk die Bürgerinitiative = actiegroep der Bundespräsident = president BRD der Bundeskanzler = minister president der Oppositionsführer = oppositieleider zurücktreten = aftreden die Wahl = verkiezing die Tagung = congres tagen = vergaderen das Mitglied = lid der Anfhänger = aanhanger der Ausschuss = de commissie wählen = kiezen sich einsetzen für = zich inzetten voor der Parteitag = partijcongres die Mehrheit stellen = de meerderheid vormen der Bundeshaushalt = begroting van BRD die Volksbefragung = referendum die Verfassung = grondwet ein Gesetz verabschieden = wet aannemen die Repräsentanz = vertegenwoordiging die Resolution = resolutie die Wahlbeteiligung = verkiezingsopkomst das Wahlverhalten = kiesgedrag wahlberechtigt sein = stemgerechtigd zijn der Mitgliederanteil = ledenaantal zuständig = bevoegd das Bundesministerium = bondesministerie die Quotierung = evenredige vertegenwoordiging der Stadtrat = gemeenteraad der Landtag = deelstaatparlement schmähen = met verachting spreken over klar = duidelijk sich ducken = zich onderwerpen aan buhlen um = dingen naar vorenthalten = onthouden weltanschaulich = wereldbeschouwelijk nachrüsten = doorgaan met bewapenen entgleisen = ontsporen die Bittschrift = petitie der Auswuchs = uitwas ahnden = straffen der Beigeordnete = wethouder die Macht erhalten = macht behouden die Wahlversammlung = verkiezingsbijeenkomst der Wahlredner = spreker op verkiezingsbijeenkomst das Rednerpult = spreekgestoelte das Flugbatt = pamflet das Wahlplakat = verkiezingsaffiche der Stimmzettel = stembiljet die Wahlzelle = stemhokje der Wahlberechtigte = kiesgerechtigte die Whalurne = stembus die Wählerliste = kiezerslijst der Parlamentsbeschluss = parlamentsbesluit der Außenseiter = buitenbeentje die unabhängigkeit = onafhankelijkheid eine regierung stürzen = een regering ten val brengen einen Antrag ablehnen = een voorstel verwerpen die vertrauenfrage stellen = de vertrouwenskwestie das Wahlergebnis = de verkiezingsuitslag abschneiden = het .. doen die Gipfelkonferenz = topconferentie gesamteuropäisch = mbt heel europa die politische Bühne = politieke toneel die Beziehungen = betrekkingen das Ausländeramt = bureau voor buitenlanders das bundesland = deelstaat sich sträuben = zich verzetten sich vergegenwärtigen = voor de geest halen der Standort = de positie der Eidgenosse = zwitser vom Zaune brechen = plotseling met iets beginnen sich breitmachen = om zich heengrijpen klarstellen = uit de weg ruimen der Befund = bevinding das Wahlverfahren = verkiezingsprocedure dahingestellt bleiben = nog onzeker zijn zutage fördern = aan het licht brengen die Annäherung = toenadering der Bericht = verslag herabwürdigen = vernederen die Wahrung = behartiging schmälern = verminderen erörtern = bespreken die Vorkehrung = voorzorgsmaatregel sauer = zuur der Giftstoff = giftige stof der Rückstand = rest die Zerstörung = vernietiging die Erhaltung = behoud die Begradigung = normalisering die Eindämmung = indijking die Lebensraum = biotoop landwirtschaftlich = agrarisch der Organismus = organisme der Krise = crisis der Fluss = rivier das Revier = gebied das Gewässer = water die Unzahl = enorme aantal der umweltsünder = milieuvervuiler beschleunigen = versnellen die Gemüter = gemoederen bleifreies Benzin = loodvrije benzine die Frist = termijn der Jahresbericht = jaarverslag die Kettenreaktion = kettingreactie der Ausstoß = uitstoot erheblich = aanzienlijk speichern = opslaan Energie erzeugen = energie produceren zeugen = getuigen der Schlot = schoorsteen die Wirkung = werking die Flüssigkeit = vloeistof sich ernähren = zich voeden das Labor = laboratorium verdreckt = vervuild verschmutzt = vervuild der Abbau = afbraak zumal = te meer daar anregen = aanzetten das Fleugzeug = vliegtuig abmildern = verzachten die Entschädigung = schadevergoeding
Ingezonden op 08-02-2017 - 792x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!