Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lesclésdelacommunication
› 2 Famille, amis & relations
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lesclésdelacommunication
2 Famille, amis & relations
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de familiale situatie, de gezinsomstandigheden = la situation de famille we zijn thuis met 5 = nous sommes 5 à la maison de ouders = les parents de mama, de moeder = la maman, la mère de papa, de vader = le papa, le père de grootouders = les grands-parents de grootmoeder = la grand-mère de grootvader = le grand-père de kleinkinderen = les petits-enfants de kleindochter = la petite-fille de kleinzoon = le petit-fils het huwelijk = le mariage trouwen = se marier de man, de echtgenoot = le mari trouwen, huwen = épouser de echtgenoot, de echtgenote = l'époux, l'épouse de verloofde, de vaste vriend(in) = le fiancé, la fiancée de schat, de lieveling = le chéri, la chérie de ring = la bague de partner, de levensgezel(lin) = le compagnon, la compagne het paar, het stel = le couple omhelsen, kussen, zoenen = s'embrasser scheiden, uit elkaar gaan = se séparer samen wonen = vivre ensemble de baby = le bébé het kind = l'enfant de jongste = (v/d kinderen) = le cadet, la cadette de oudste (v/d kinderen ) = l'ainé, l'ainée de middelste (v/d kinderen ) = celui, celle du milieu het enig kind = le fils unique, la fille unique de tweelingbroer, -zus = le frère jumeau, la soeur jumelle de halfbroer, -zus = le demi-frère, la demi-soeur lijken op = ressembler à goed/slecht overeenkomen met = s'entendre bien/mal avec ruzie maken met = se disputer avec de opvoeding = l'éducation de familiale band = le lien familial de grote familie = la famille nombreuse de oom = l'oncle de tante = la tante de neef, de nicht (kinderen van tante/oom) = le cousin, la cousine de neef, nicht (kinderen van broer/zus) = le neveu, la nièce de peter, de meter = le parrain, la marraine de beste vriend(in) = le meilleur ami, la meilleure amie de vriendschap = l'amitié het gezelschap = la compagnie de liefde = l'amour aantrekken = attirer de minnaar, minares = l'amant, l'amante de (liefdes)relatie de (liefdes)verhouding = la liaison de sociale contacten = les contacts sociaux de sociale banden = les liens sociaux een relatie hebben met iemand = avoir une relation / liaison avec, sortir ensemble een vriend(in) hebben (relatie) = avoir un (petit) copain/ami, une (petite) copine/amie verliefd zijn (op) = être amoureux, -euse de verliefd worden (op) = tomber amoureux, -euse de bevallen, in de smaak vallen = plaire à verleiden = séduire de tederheid = la tendresse (niet meer ) samen zijn = (ne plus) être ensemble met iemand anders samen zijn = sortir avec quelqu'un d'autre (een relatie) verbreken = rompre verlaten, in de steek laten = abandonner verlaten = quitter bedriegen = tromper storen, hinderen = déranger de hulp = l'aide de relatie = la relation respecteren, in waarde laten = respecter het respect = le respect behandelen = traiter trooster = consoler beïnvloeden = influencer vergeven = pardonner persoonlijk = personellement intiem; privé-, persoonlijk = intime
Ingezonden op 12-02-2017 - 490x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!