Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 3 Italiano 3 week 3 19.1, 19.2, 19.3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
3 Italiano 3 week 3 19.1, 19.2, 19.3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
(il) lunedì = maandag (il) martedì = dinsdag (il) mercoledì = woensdag (il) giovedì = donderdag (il) venerdì = vrijdag (il) sabato = zaterdag (la) domenica = zondag il fine settimana = het weekend, het weekeinde la data = het datum il giorno = de dag feriale = doordeweeks, op werkdagen la giornata = de dag, het dagje la settimana = de week oggi = vandaag ieri = gisteren domani = morgen seguire = volgen (op) il seguito = het vervolg seguente = (na)volgend ieri l'altro, l'altro ieri = eergisteren l'altro giorno = laatst, onlangs dopodomani = overmorgen scorso, a = vorig, afgelopen odierno, a = huidig, tegenwoordig prossimo, a = volgend(e) la mattina = de morgen, de ochtend stamattina = vanochtend la sera = de avond stasera = vanavond la notte = de nacht stanotte = vannacht l'ora = het uur, de tijdstip il minuto = de minuut ogni = elk, ieder il secondo = de seconde e = over (bij de tijden van de klok) meno = vóór (bij de tijden van de klok) fra = over (bij tijdsaanduiding) fa = geleden (bi tijdsaanduiding) l'alba = de aanbreking van de dag, de dageraad il sorgere del sole = de zonsopgang il mattino = de ochtend, de morgen la mattinata = de ochtend diurno = dag- notturno, a = nachtelijk, nacht- la mezzanotte = de middernacht, twaalf uur 's nachts il mezzogiorno = het middaguur, twaalf uur 's middags andare avanti = vóór lopen andare indietro = achter lopen il pomeriggio = de middag il crepuscolo = de schemering, schemerdonker il tramonto = de zonsondergang scorrere = verstrijken, voorbijgaan trascorrere = doorbrengen, voorbijgaan, verlopen trattenersi = zich ophouden, (ergens) blijven l'ora solare = zonnetijd, wintertijd l'ora legale = zomertijd l'orologio = het horloge, de klok regolare l'orologio = de klok/het horloge gelijkzetten il mese = de maand mensile = maandelijks l'anno = het jaar annuale = jaarlijks gennaio = januari febbraio = februari marzo = maart aprile = april maggio = mei giugno = juni luglio = juli agosto = augustus settembre = september ottobre = oktober novembre = november dicembre = december la stagione = de tijd van het jaar, het seizoen, de jaargetijde la primavera = het voorjaar, de lente primaverile = voorjaars-, lente- l'estate (f) = de zomer estivo, a = zomer-, zomers l'autunno = de herfst autunnale = herfst-, herfstig l'inverno = de winter invernale = winter-, winters
Ingezonden op 18-02-2017 - 897x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!