Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

VanmaerlantlyceumGym3lijsten

hoofdstuk 3

pourriez-vous m'aider s'il vous plaît? = kunt u mij alstublieft helpen?
j'espère que vous pouvez m'aider = ik hoop dat u mij kunt helpen
j'ai un problème = ik heb een probleem
où est-ce qu'on peut vous contacter? = waar kunnen we u bereiken?
je suis perdu(e) = ik ben verdwaald
je viens faire une déclaration de vol = ik kom aangifte doen van diefstal
on m'a volé = ik ben bestolen
j'ai perdu mon sac = ik ben mijn tas kwijt
mon appareil-photo a été volé = mijn camera is gestolen
on a volé mon téléphone portable = mijn mobiele telefoon is gestolen
cet objet est rond et rouge = dit voorwerp is rond en rood
c'est assez petit et lourd = het is nogal klein en zwaar
c'est en bois, métal, cuir plastique = het is van hout, metaal, leer, plastic
on utilise cet objet pour protéger ses lunettes = men gebruikt dit voorwerp om de bril te beschermen
ça sert à écouter de la musique = het is om muziek mee te luisteren
c'est un truc pour prendre des photos = het is een ding om foto's mee te maken
voici mes coordinnées = dit zijn mijn persoonsgegevens
ma date de naissance, c'est le... = mijn geboortedatum is...
mon lieu de naissance, c'est le... = mijn geboorteplaats is...
j'habite à eindhoven, aux pays-bas = ik woon in eindhoven, in nederland
j'ai la nationalité néerlandaise = ik heb de nederlandse nationaliteit
le numéro de mon portable, c'est... = mijn mobiele nummer is...
il est beau ; elle est belle = hij is mooi ; zij is mooi
il est moche = hij is lelijk
il est grand et gros ; elle est grande et grosse = hij is groot en dik ; zij is groot en dik
il a les cheveux blonds ; elle a les cheveux blonds = hij heeft blond haar ; zij heeft blond haar
il a les yeux verts ; elle a les yeux verts = hij heeft groene ogen ; zij heeft groene ogen
il a l'air sportif ; elle a l'air sportif = hij ziet er sportief uit ; zij ziet er sportief uit
il porte des lunettes ; elle porte des lunettes = hij draagt een bril ; zij draag een bril
il porte un jean noir ; elle porte un jean noir = hij draagt een zwarte spijkerbroek ; zij draagt een zwarte spijkerbroek
ça ne me va pas = dit past mij niet
il est trop large = hij is te wijd
il est trop petit = hij is te klein
il est trop court = hij is te kort

Ingezonden op 19-02-2017 - 505x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 19-03-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

VanmaerlantlyceumGym3lijsten

hoofdstuk 3