Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
PaLas
› 29 Hoofdstuk 29 + 30
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
PaLas
29 Hoofdstuk 29 + 30
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
τὸ τεῖχος= muur (van een stad); muur; stadsmuur τοῦ τείχους =muur (van een stad);muur; stadsmuur καταλαμβάνω = treffen, aantreffen ἡ Πυθία =de Pythia (priesteres in Delfi); de Pythia δουλόω = tot slaaf maken ἐντεῦθεν =daarvandaan, daarna; vandaar, daarna ποιέω + 2 acc.= iemand iets aandoen τὸ πεδίον = vlakte δηλόω = duidelijk maken λυπέομαι = verdriet hebben χίλιοι = duizend τὸ θέατρον = theater(gebouw);theater; theatergebouw ἀναμιμνῄσκω + 2 acc.= iemand aan iets herinneren οἰκεῖος = eigen φοβέομαι μή + coni./opt. =bang zijn dat; vrezen dat ἀναμιμνῄσκομαι = zich herinneren μιμνῄσκομαι = zich herinneren ὁ Λακεδαιμόνιος = Spartaan ἔβαλον = ik gooide; ik trof βάλλω=gooien; treffen ἡ ἀρχή = begin, heerschappij γεραιός= oud; bejaard ηὗρον = ik vond εὑρίσκω=vinden ηὑρέθην =ik werd gevonden ὀλίγος =weinig τοσοῦτο ... ὅσον =zo groot als ;zoveel als ἀνέχομαι =het verdragen om te ἀνεσχόμην =het verdragen om te τὸ ὄμμα =oog τοῦ ὄμματος =oog ἐβλήθην=ik werd gegooid;ik werd getroffen βάλλομαι=gooien διατελέω =iets blijven doen; voortdurend iets doen τίθημι + 2 acc. =maken (tot) ἡ δίκη =recht, rechtspraak, straf;recht, proces, straf πρός + gen. =van de kant van δικαίως= terecht ὁ στρατός =leger ὁρμάομαι=zich in beweging zetten, aanvallen κάθημαι =zitten ἥσθην = ik was blij; ik verheugde mij πίπλημι + gen.= vullen met ἔπλησα + gen.,=vullen met ὁ ἱππεύς= ruiter τοῦ ἱππέως=ruiter τὸ στρατόπεδον= legerplaats οἶδα= ik weet εἰδέναι= (te) weten ὁπόσοι =hoeveel πόσοι= hoeveel ὅστις=(al) wie, wie; (al) wat, wat; (al) wie, wat; (al) wat, wie ἀκήκοα = ik heb gehoord τάττω= opstellen τυγχάνω + ptc. =toevallig ...; het treft zo dat ... ἔτυχον + ptc., prae =toevallig ..., het treft zo dat ... ὁ μὲν ... ὁ δέ =de een ... de ander οἱ μὲν ... οἱ δέ= sommigen ... anderen τὸ πλῆθος =menigte; hoeveelheid τοῦ πλήθους=menigte; hoeveelheid εἰδώς = wetend οἶδα=weten εἰδότος = wetend ἀκριβής= nauwkeurig; precies ἀκριβοῦς=nauwkeurig;precies ὀπίσω=naar achteren, later; terug, later στρατεύομαι =een veldtocht ondernemen ἡ Ἑλλάς =Griekenland τῆς Ἑλλάδος =Griekenland ἀφῖγμαι= ik ben aangekomen ἀφικνέομαι=aankomen οἶσθα= jij weet κινδυνεύω= gevaar lopen; riskeren εἴρηκα= ik heb gezegd εἴρημαι =ik ben gezegd γράφω =schrijven γέγονα =ik ben (geworden) τέθνηκα = ik ben dood ἕστηκα= ik sta ἵσταμαι=staan δέδοικα μή + coni./opt. =ik ben bang dat ἐφάνην = ik verscheen φαίνομαι=verschijnen ἀπόλωλα =ik ben verloren ὄλωλα=ik ben verloren
Ingezonden op 20-02-2017 - 1435x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!