Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
5VWO
› 0 Latijn-Frequentie woordenlijst
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
5VWO
0 Latijn-Frequentie woordenlijst
Jaar 5
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
et = 1 en 2 ook et...et... = niet alleen...maar ook... sum/esse, fui = zijn futurus = zullende zijn fore/futurus esse = zullen zijn qui,quae, quod = 1 die, dat 2 welke 3 een of andere in + acc. = naar, in in + abl. = in, op, bij -que = en non = niet hic,haec,hoc = deze, dit hic = hier is, ea, id = 1 deze dit;die, dat 2 hij,zij, het ille,illa,illud = die,dat ad + acc. = 1 naar 2 bij 3 tot ad + gerundium/gerundivum = om te sui,sibi,se = zich sese = se inter se = (met) elkaar tu = jij, u sed = maar non modo... sed etiam = niet alleen...maar ook omnis = 1 ieder;alle 2 geheel omnes = allen omnia = alles quis = 1 wie 2 iemand quid = 1 wat 2 waarom 3 iets si = 1 als 2 (om te zien ) of ego = ik a/ ab /abs +abl. = 1 van, vanaf 2 door ut + indicativus = 1 zoals 2 zodra ut primum = zodra ut + conj. = 1 opdat 2 zodat 3 dat nec/neque = en niet, ook niet, noch nec...nec... = noch...noch... neque enim = want niet possum/posse, potui = kunnen ipse, ipas, ipsum = zelf e/ex + abl. = uit cum + abl. = (samen) met cum + indic. = wanneer, toen cum primum = zodra cum...tum... = niet alleen...maar ook... cum + conj. = 1 toen 2 omdat 3 hoewel vix = 1 nauwelijks 2 me moeite vix...cum... = nauwelijks...of... suus = zijn,haar,hun aut = of aut...aut... = of...of.... magnus = groot maior = groter maximus = grootst maxime = 1 zeer 2 vooral quam = 1 acc. v. enk. van qui 2 hoe 3 (zo)als 4 dan 5 zo...mogelijk facio/facere, feci, factum = 1 doen 2 maken res, rei = zaak, ding re (vera) = echt res adversae = tegenspoed res familiaris = vermogen res gestae = (krijgs)daden res novae = revolutie res publica = 1 staat 2 staatszaken 3 algemeen belang res secundae = voorspoed ac/atque = en dico/dicere, dixi, dictum = zeggen dicunt = men zegt do/dare, dedi, datum = geven habeo/habere = 1 hebben ,houden 2 beschouwen als alius, alia, aliud = een ander alius...alius = de een...de ander alii...alii = sommigen...anderen video/videre, vidi, visum = zien videor/videri, visus sum = 1 schijnen 2 gezien worden mihi videtur = het schijnt me toe, ik besluit mihi videor = ik schijn me toe, ik meen per + acc. = 1 door...heen 2 gedurende 3 door middel van, door animus = 1 geest 2 ziel 3 moed in animo habeo/habere = van plan zijn multus = veel plus/plures = meer plurimus = meest iam = reeds iam non /non iam = niet meer de + abl. = 1 van...af 2 over enim = want idem, eadem, idem = dezelfde, hetzelfde idem ac/idem atque = dezelfde, hetzelfde als nihil/nil = 1 niets 2 helemaal niet nos = wij, ons nullus = geen rex, regis = koning meus = mijn tuus = jouw, uw inter + acc. = 1 tussen 2 tijdens locus = 1 plaats 2 gelegenheid loca= plaatsen, gebied etiam = 1 ook 2 zelfs deus = god quod = 1 nom./acc. onz. enk. van qui 2 omdat 3 dat non est quod + conj. = er is geen reden om te... quodsi/quod si = maar als unus = één, enige una (cum +abl. ) = 1 samen 2 tegelijk fero/ferre, tuli, latum = 1 dragen. brengen 2 verdragen 3 zeggen fertur/feruntur + nci = men zegt dat hij/zij... pars, partis = 1 deel 2 kant dies, diei = dag tamen = toch volo/velle, volui = willen bonus = goed melior = beter optimus = best manus, -us = 1 hand 2 groep aliquis = iemand aliquid = iets aliqui,aliqua, aliquod = een of andere noster = onze nostri = de onzen nostrum = van ons quoque = ook homo, hominis = 1 mens 2 man ago/agere, egi, actum = 1 drijven 2 doen 3 doorbrengen 4 behandelen hostis = vijand nunc = nu nunc...nunc... = nu eens...dan weer... magis = meer venio/venire, veni, ventum = komen iste, ista, istud = die,dat ne + conj. = 1 opdat niet 2 niet timeo/metuo/ vereor ne = vrezen dat prohibeo / impedio ne = verhinderen dat ne...quidem = zelfs niet... corpus, corporis = lichaam vita = leven bellum = oorlog bellum gerere = oorlog voeren nam/namque = want quisnam, quidnam = wie, wat toch? urbs, urbis = stad tempus, temporis = tijd iubeo/iubere, iussi, iussum = bevelen autem = maar virtus, virtutis = 1 moed 2 goede eigenschap 3 voortreffelijkheid pater, patris = vader patres = 1 vaders 2 senatoren 3 voorouders 4 patriciërs ita = zo quidam, quaedem, quiddam = iemand, iets quidam, quaedem, quoddam = een, enkele quia= omdat sine + abl. = zonder sic = zo vir = man accipio/ accipere, accepi, acceptum = 1 ontvangen 2 vernemen tam = zo tam...quam... = zo...als... causa = oorzaak ...cause = wegens an = of nisi= als niet at = maar quidem = 1 zeker 2 althans 3 weliswaar totus = geheel peto/petere, petii, petitum = 1 trachten te bereiken 2 vragen 3 gaan naar 4 aanvallen domus = huis domi = thuis domum = naar huis domo = van huis vis, vim, vi = 1 kracht 2 geweld vires = strijdkrachten mors, mortis = dood bonum = iets goeds bona = goederen malus = slecht peior = slechter pessimus = slechtst malum = ramp tum/tunc = toen terra = 1 land 2 aarde 3 grond terra marique = ter land en ter zee primus = eerste superus = boven superi = (hemel) goden superior = 1 hoger 2 vroeger, vorig 3 machtiger, voornamer summus = hoogste supremus = 1 hoogste 2 laatste pro + abl. = voor ergo = dus fortuna = 1 lot 2 geluk 3 ongeluk 4 toestand 5 Fortuna fortunae = bezit mitto/mittere, misi, missum = zenden dein/deinde = vervolgens arma = wapens beneficium = weldaad crede/credere, credidi, creditum = 1 geloven 2 toevertrouwen tantus = zo groot tantus...quantus... = zo groot...als... quantus...tantus = zo groot als...zo groot... sequor/sequi, secutus sum = volgen miles, militis = soldaat populus = volk quaero/quaerere = 1 zoeken 2 vragen debeo/debere = 1 moeten 2 verontschuldigd zijn inquam, inquis, inquit, inquiunt = ik zeg, jij zegt, hij zegt/zei, ze zeggen itaque = dus vinco/vincere, vici, victum = overwinnen dum + indic. = 1 zolans als 2 terwijl 3 totdat dum + conj. = 1 totdat 2 als maar fio/fieri, factus sum = 1 worden 2 ontstaan 3 gemaakt worden 4 gedaan worden natura = 1 natuur 2 aard apud + acc. = bij pono/ponere, posui, positum = plaatsen alter = 1 de een 2 de ander 3 tweede alter...alter = de een...de ander nomen = naam eo/ire, ii, itum = gaan capio/capere, cepi, captum = 1 nemen 2 veroveren 3 gevangennemen scio/scire = weten modus = 1 manier 2 maat eiusmodi/huiusmodi = dergelijke quemadmodum/quem ad modum = 1 hoe 2 zoals quomodo = 1 hoe 2 zoals modo = 1 zojuist 2 slechts modo..modo = nu eens...dan weer non modo...sed etiam... = niet alleen...maar ook... vos = jullie nemp, neminis = niemand puto/putare = 1 menen 2 beschouwen als quisquis = wie ook maar quidquid/ quicquid = wat ook maar quisque = ieder, iedere optimus quisque = juist de besten teneo/tenere = (vast)houden vivo/vivere = leven relinquo/relinquere = 1 achterlaten 2 verlaten parum = te weinig mare, maris = zee audio/audire = horen consilium = 1 overleg 2 besluit 3 plan 4 raad 5 beraadslaging imperium = 1 bevel 2 macht 3 rijk saepe = vaak saepius = vaker saepissime = vaakst annus = jaar novus = nieuw homo novus = nieuwkomer novissimus = laatste novem = negen castra = kamp mos, moris = 1 gewoonte 2 gedrag refero/referre = 1 terugbrengen 2 berichten 3 ter sprake brengen se referre = zich terugtrekken refert = het is van belang sub + acc. = 1 onder 2 onmiddelijk voor/na sub + abl. = 1 onder 2 tijdens gravis = 1 zwaar 2 belangrijk 3 ernstig graviter fero/ferre = kwalijk nemen nox, noctis = nacht exercitus, -us = leger duco/ducere, duxi, ductum = 1 leiden 2 beschouwen als parvus = klein minor, minus = kleiner minimus = kleinst minime = allerminst genus, generis = 1 geslacht 2 soort
Ingezonden op 20-02-2017 - 1280x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!