Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pallas Grieks en Disco Latijn

27282930 Alle woorden H27+H28+H29+H30 Gegarandeerd foutloos

Jaar 4 (Gymnasium)

η αρετη = voortreffelijkheid; dapperheid; deugd
επειδαν (επειδη αν) + conj. = wanneer
συνιημι = begrijpen
ινα + conj. = opdat; om te
ως + superlativus = zo...mogelijk
αισχρος = schandelijk; lelijk
οσιος = godsdienstig; vroom
ανοσιος = goddeloos
εαν (ει αν) + conj. = als; indien
εκων (εκοντος ), εκουσα, εκον (εκοντος ) = vrijwillig, expres
ο διδασκαλος = leraar
επιμελεομαι +gen. = zorgen voor; zich toeleggen op
εμαθον = ik leerde kennen; ik begreep; ik vernam (aor. van μανθανω)
ο ποιητης = dichter
αναγκαζω = dwingen; noodzaken
μιμεομαι = nabootsen

το γυμνασιον = sportschool
γυμναζω = oefenen; trainen
γυμναζομαι = (zich) oefenen; trainen
επεαν (επει αν) + conj. = wanneer
νομος = gewoonte; wet
υπο +acc. = (naar) onder
η σκια = schaduw; schim (van de dode)
μη +conj. = niet (in hoofdzin bij een verbod); opdat niet; om niet te
ως +conj. = opdat; om te
οπως +conj. = opdat; om te
ο αγων (αγωνος ) = (wed)strijd
το αθλον = (wedstrijd)prijs
χωρεω = gaan; wijken
κοινος = gemeenschappelijk
μαχομαι = strijden; vechten
τρεις, τρια = drie
πορευομαι = gaan; reizen
ορθος = rechtop; juist
ο κυκλος = cirkel; kring
επιτιθεμαι + dat. = aanvallen
απορεω = in onzekerheid verkeren; niet weten
η υβρις (υβρεως ) = overmoed; arrogantie
εφη = hij zei (imperfectum van φημι)
η μηχανη = werktuig; (hulp)middel
οταν (οτε +αν) +conj. = wanneer (voegwoord)
ασθενης (ασθενους ) = zwak
τεμνω = snijden
εις (ενος ) = één
η επιθυμια = begeerte; verlangen
ιημι = zenden; laten gaan
εναντιος = tegenover; vijandig
κατεστησα = ik bracht in een toestand; ik stelde aan
παριημι = binnen laten; (+dat) toestaan
διαβαινω = oversteken
ηκα = ik zond; ik liet gaan
καθιστημι = in een toestand brengen; aanstellen; instellen
ετραπομην = ik wendde me; ik sloeg op de vlucht
ωφθην = ik werd gezien {aor. passief bij οραω}
τρεπω = wenden; keren
κατεστην = ik ging over tot; ik werd
διεβην = ik stak over
τρεπομαι = op de vlucht slaan; zich wenden; keren
αφιημι = laten gaan; wegsturen; vrijlaten; toestaan
θψηλος = hoog
ετραπον = ik wendde; ik keerde
κατασκευαζω = voorbereiden; gereedmaken; uitrusten
η οδος = weg
καθιημι = naar beneden laten vallen
ενταυθα = daar; toen
πεσουμαι = ik zal vallen {fut. van πιπτω}
ερρηξα = ik brak; ik scheurde
καθισταμαι = overgaan tot; worden; geraken in
ελεγχω = (+ptc) aan de kaak stellen; onderzoeken; bewijzen
σyλλεγω = verzamelen
ρηγνυμαι = breken; scheuren {intransitief}
το οπλον = wapen
λοιπος = overig
το λοιπον = voor het overige; voortaan
χαλκους = van brons; bronzen
εστην = ik ging; ik bleef staan
κατεργαζομαι = bedwingen; doden
επιτιθημι = plaatsen op; opleggen
ρηγνυμι = breken; scheuren {transitief}
ιστημι = plaatsen
θαυμαστος = bewonderenswaardig
η απατη = bedrog
οπισθεν = van achteren; achter
ανιστημι = doen opstaan; verdrijven; opstellen; oprichten
εργαζομαι = werken; doen; verrichten; bewerken; maken
παρα +acc = naar; langs; naast; behalve; in strijd met
εστησα = ik plaatste
πως = op de een of andere manier; enigszins
το τειχος (τειχους) = muur
καταλαμβανω = treffen, aantreffen
η Πυθια = de Pythia
δουλοω = tot slaaf maken
εντευθεν = daarvandaan, vandaar, daarna
ποιεω τινα τι = iemand iets aandoen
το πεδιον = vlakte
δηλοω = duidelijk maken
λυπεομαι = verdriet hebben
χιλιοι = duizend
το θεατρον = theater
αναμιμνηισκω τινα τι = iemand aan iets herinneren
οικειος = eigen
φοβεομαι μη = bang zijn, vrezen dat
(ανα)μιμνηισκομαι = zich herinneren
(αν)εμνησθην = ik herinnerde mij
ο Λακεδαιμονιος = Spartaan
εβαλον = ik gooide, ik trof
η αρχη = begin, heerschappij
γεραιος = oud, bejaard
ηυρον = ik vond
ηυρεθην = ik werd gevonden
ολιγος = weinig
τοσουτο... οσον = zogroot/zoveel..., als
ανεχομαι = het verdragen om/te
ανεσχομην = ik verdroeg het om te
το ομμα = oog
εβληθην = ik werd gegooid, getroffen
διατελεω = iets blijven doen, voortdurend
τιθημι = plaatsen, neerleggen, neerzetten, maken tot
η δικη = recht, rechtspraak, proces, straf
προς + gen. = van de kant van
δικαιως = terecht
ο στρατος = leger
ορμαομαι = zich in beweging zetten, aanvallen
καθημαι = zitten
ησθην = ik was blij, ik verheugde mij
πιμπλημι + gen. = vullen met
ο ιππευς = ruiter
το στρατοπεδον = legerplaats
οιδα = ik weet
ειδεναι = weten
(ο)ποσοι = hoeveel
οστις, ο τι = al wie, al wat, wie, wat
ακηκοα = ik heb gehoord
ταττω = opstellen
τυγχανω + part = toevallig..., het treft zo dat...
ο μεν... ο δε = de een... de ander
οι μεν... οι δε = sommigen... anderen
το πληθος = menigte, hoeveelheid
ειδως, ειδυια, ειδος = wetend
ακριβης = nauwkeurig, precies
οπισω = naar achteren, terug, later
στρατευομαι = een veldtocht ondernemen
η Ελλας (Ελλαδος) = Griekenland
αφιγμαι = ik ben aangekomen
οισθα = jij weet
κινδυνευω = gevaar lopen, riskeren
ειρηκα = ik heb gezegd
ειρημαι = ik ben gezegd
γραφω = schrijven
γεγονα = ik ben (geworden)
τεθνηκα = ik ben dood
εστηκα = ik sta
δεδοικα μη + coni. / opt. (verplaatsingsopt.) = ik ben bang (dat)
εφανην = ik verscheen
(απ)ολωλα = ik ben verloren

Ingezonden op 22-02-2017 - 362x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Pallas Grieks en Disco Latijn

27282930 Alle woorden H27+H28+H29+H30 Gegarandeerd foutloos