Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LeerstoornissenUnivLeiden
› 1 HC 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LeerstoornissenUnivLeiden
, deel 1
1 HC 1
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Foundation period = (1800-1960) stond de relatie tussen hersenen en gedrag centraal. Je kan dit indelen in de European foundation period en de U.S foundation periode (die kwam na de europee) (dus europese en US) European foundation period = 1800-1920 Relatie tussen hersenen en gedrag Belangrijkste ontwikkelingen in European foundation period = neurologisch onderzoek, verschillende hersendelen zijn vernatwoordelijk voor verschillend gedrag, bijv spraak en horen. Onderzoek naar leesproblemen, iemand kan normale taalvaardigheden hebben en toch niet kunnen lezen! Gall = in european foundation period. Hij wist dat ook emoties worden aangestuurd door het hoofd, en niet door het hart , wat daarvoor altijd gedacht werd. / Hij deed onderzoek bij soldaten met hersenbeschadigingen / talenknobbel (hij was niet erg wetenschappelijk, zo observeerde hij Mozart en als hij zijn vinger ergens lag tijdens het comibneren zat daar de ‘muziekknobbel’ , toch wel een belangrijke bijdrage) (European foundation period) Broca = spraakproductie linker frontale kwab. Broca deed onderzoek bij overleden patiënten met hersenbeschadiging. Hij vond dat beschadiging in de linker frontale kwab moeite hebben met spontane spraak . Patiënten met deze stoornis hebben zowel problemen met spontane spraak als het nazeggen van woorden of zinnen. De spraak is daarbij vaak stoterig (European foundation period) Wernicke = taalbegrip linker temporale kwab. Net als broca vond hij ook in de linker frontale kwab iets maar ging om begrip. Mensen konden wel vloeiend spreken, maar het is betekenisloos (European foundation period) Kussmaul = introduceerde de term WOORDBLINDHEID. Hij deed onderzoek naar patienten die niet konden lezen ondanks normale taalvaardigheden (European foundation period) Woordblindheid = iemand kan wel zien maar kan niet lezen (European foundation period) Hinshelwood = Publiceerde over een kind met woordblindheid / Ontdekkingen leesstoornis / Vaker bij jongens dan bij meisjes / Kan aangeboren zijn (European foundation period) Berlin = Introduceerde term “dyslexie” (hij vond ‘blind’ raar, omdat iemand wel gewoon kon zien) (European foundation period) 1874 = kinderwetje van van Houten ( verbod op werken in fabrieken tm 12 jaar) (European foundation period) 1850 =Drie scholen voor dove en doofstomme en één school voor blinde kinderen (European foundation period) 1855 =Het ‘idiotenschooltje’ van Van Koetsveld voor kinderen met een geestelijke handicap. Uitgangspunt, elk kind kan wel iets leren. Dus het was juist het doel om ook dit soort kinderen zo ver mogelijk te laten komen! (European foundation period) 1901= Leerplichtwet in Nederland, verplicht onderwijs voor kinderen van 6-12 jaar (met uitzonderingen) (European foundation period) U.S foundation period = 1920-1960. Focus verschuift naar remedieëren. We weten dat er problemen zijn, maar WAT kunnen we eraan DOEN . Dit willen doen door 2 dingen. 1. Er is een DIRECTE BENADERING, dus echt leesvaardigheid verbeteren door leesinterventies bijv. 2. Perceptie en aandacht groep, problemen die er zijn komen door de onderliggende zintuigen, dus als die verbeteren zullen vanzelf de leesvaardigheden verbeteren Orton = vader van de dyslexie beweging. Kinderen hadden moeite met lezen, ondanks dat hun IQ wel heel goed was. Hij zag ook dat ze moeite hadden met fonemen (letter omdraaien). Hij remedieërde met hakken en plakken (multi sensorische benadering. Expliciete foneem en blending instructie) (U.S foundation period) Fernald = was eerste vrouw en zei juist niet hakken en plakken, maar je moet je op het gehele woord richten. En je moet het zowel HOREN, LEZEN, en SCHRIJVEN en op die manier kan je wel leren. Ze ontwikkelde hier een speciale interventie voor (U.S foundation period) VAKT = Visual, auditory , Kinesthetic Tactile leerstijl ( van fernald) Monroe = zij kwam met het begrip leesindex (U.S foundation period) Leesindex = discrepantie (verschil ) tussen verwachte en daadwerkelijke leesniveaus (later is hier kritiek op gekomen en is de discrepantie weer verdwenen. Maar zij dacht dus dat je zo kon zien wat je kon verwachten..) (U.S foundation period) Kirk = keek naar de intra-individuele verschillen in het kind (patroon van sterke en zwakke punten) en ontwikkelde de ITPA (U.S foundation period) Goldstein = onderzoek naar soldaten met hersenletsel, ze hadden vaak met veel dingen moeite en waren snel afgeleid, hij keek naar totaalplaatje van gestalt psychologie, die keken erg naar TOTAALPLAATJE , als ze gingen lezen naar het totaalplaatje keken en moeite hadden met het focussen op individuele woorden ( Eigenschappen van soldaten die in WOI hersenbeschadigingen hadden opgelopen (stoornissen in waarnemen en denken, aandacht) Vanuit Gestalt psychologie, moeite met focus op woord/ frase in de context van grote hoeveelheden woorden op een bladzijde ) Straus en Werner = OMGEVING is belangrijke factor in bepalen van eigenschappen van leerling / ENGINEERD KLASLOKAAL dat betekent veel structuur, reduceren van irrelevante stimuli en bevorderen van relevante stimuli. (U.S foundation period) Endogene mentale beperkingen = (straus en werner) aangeboren hersenschaden Exogene mentale beperkingen = (straus en werner ) door bijv een ongeluk hersenschaden opgelopen (kenmerken gelijk aan hersenbeschadigingen van volwassenen) Fatal flaw = straus en werner. (fatale fout) ze maken een fatale fout in hun ideeen/gedachten. Je hebt kinderen met aangeboren en verworven hersenfouten. Als het niet in de familie is, is het verworven en als het wel in de familie is is het aangeboren. Maar dat betekent dus eigenlijk dat stel je moeder heeft een hersenstoornis en jij hebt het ook dan zouden straus en werner zeggen oh dan is het aangeboren want het is in de familie en jij hebt het ook, maar dat hoeft niet persseee zo te zijn, want het kan ook zijn dat je dat gen niet hebt gehad ofzo en dat je het niet van je moeder hebt geerfd, maar miss een keer een ongeluk hebben gehad. Dat is de fatale fout die strauss en werner maken. Straus en Werner keken niet echt naar de hersenen, maar ze dachten oh ze hebben dezelfde kenmerken / mentale beperkingen als soldaten, dan zullen ze wel hetzelfde hebben Voorbeelden exogene mentale beperkingen = perceptuele stoonris/ conceptuele problemen/ perseveratie / gedragsproblemen/ problemen met aandacht en concentratie Perceptuele stoornis = zit in zintuigen Conceptuele problemen = zit in het denken Leerstoornissen = bepalen van een stoornis aan de hand van gedrag, hersenbeschadiging verondersteld Cruickshank (1960) = Continueerde werk van Werner en Strauss. Hij werkte met spastische kinderen (cerebrale parese) (gemiddeld IQ maar leermoeilijkheden) PIONIER IN GEBIED LEERSTOORNISSEN Van invloed op werk in Nederland (U.S foundation period) U.S Foundation invloed in Nederland (wetten in U.S foundation period)= Wet op lager onderwijs./ koninklijk besluit lager onderwijs/ leerplicht buitengewoon onderwijs 1920 Wet op Lager onderwijs = buitengewoon lager onderwijs opgenomen in de wet (allemaal voordat de term ‘leerstoornis’ ooit is gevallen) Buitengewoon lager onderwijs = het buitengewoon lager onderwijs wordt gegeven in scholen, bstemd voor kinderen, die wegens ziels-of lichaamsgebreken of uit maatschappelijke oorzaak niet in staat zijn geregeld en met vrucht het gewone onderwijs te volgen (allemaal voordat de term ‘leerstoornis’ ooit is gevallen) (U.S foundation period) 1923 Koninklijk besluit buitengewoon Lager Onderwijs = onderwijs voor zwakzinnige/ blinden en dove leerlingen / in 1931 uitgebreid met onderwijsvoor kinderen met andere lichamelijke handicaps en zeer moeilijke opvoedbare kinderen (psychopaten) (allemaal voordat de term ‘leerstoornis’ ooit is gevallen) (U.S foundation period) 1948 = leerplichtwet buitengewoon lager onderwijs (allemaal voordat de term ‘leerstoornis’ ooit is gevallen) (U.S foundation period) Bladergroen 1952 = Veranderde het idee dat ‘achterblijven op school’ een homogeen fenomeen is . Het idee is dat sommige leerlingen een gedeeltelijk deffect hebben in de intellectuele ontwikkeling (sensomotorische coordinatieproblemen / ordenen plaats en tijd ) (allemaal voordat de term ‘leerstoornis’ ooit is gevallen) Civil rights movement = gelijke rechten voor iedereen, dus ook op onderwijs Emergent Period = 1960-1975 De term leerstoornis wordt geboren (1970) Er is meer aandacht voor speciaal onderwijs Meer aandacht voor het speciaal onderwijs = zus van JF Kennedy had een mentale problemen en daar kwam hij openlijk voor uit. Toen ontstond de Civil rights movement van de jaren 60 leidt tot de vraag voor onderwijs voor alle kinderen (Emergent Period) Krik 1962 learning disabiliteits = lesgeven van uitzonderlijke kinderen. In de US interesse overheid gewekt en wordt een definitie gezocht (Emergent Period) Dumont = vader van Leerstoornissen in NL /discrepantiecriterium (Emergent Period) Discrepantiecriterium = op basis van iemand zijn intelligentie bepaalde prestaties verwacht (zoals bijv bij dyslexie. Je verwacht niet dat iemand slecht leest vanwege het hoge IQ maar blijkt dat wel te doen) 3 invloedrijke publicaties rond 1970 = Curriculum schoolrijpheid/ buitenbeentjes/ leerstoornissen Curriculum schoolrijpheid = onderwijsprogramma voor kinderen die nog niet ‘klaar’ zijn voor school (Emergent Period) Volgens Dumont 2 typen leerstoornissen = primaire leerstoornis / secundaire leerstoornis (Emergent Period) Secundaire leerstoornis = gevolg van mentale sensorisch emotionele en sociale en omgevingsfactoren (Emergent Period) Waar lag in NL de nadruk op bij leerstoornissen = interesse in diagnostiek en behandeling. (Emergent Period) Verschil NL en VS in leerstoornissen = Nederland is veel specifieker met de omschrijving (geeft aan waar de oorzaak kan liggen) VS doet dat niet. VS is wel specifieker over functies. Beide sluiten ze uit wat het niet is. Belangrijkste verschil, in NL discrepantiecriterium wel is op genomen en in VS ze dit niet hebben gedaan (Emergent Period) Solidification Period = 1975-1985 Aantal leerlingen met leerstoornis neemt toe Solidification period in de VS= veel wetten en regels / verantwoordelijkheid van leerstoornissen kwam bij de scholen / onderwijssysteem volgens de wet bepaald / aantal leerlingen met leerstoornis nam toe Solidification Period in NL = experimenteel, klinisch en empirisch onderzoek gericht / ontwikkeling van diagnostische middelen en programma’s / Focus op taal, lezen en spelling / aantal leerlingen naar speciaal onderwijs nam toe Bakker deed onderzoek naar de hersenen = beginnende fase was rechterhersenhelft belangrijk (waarneming) linkerhelft was later voor het lezen belangrijk ( Solidification period) Turbulent period = 1985 – 2000 Concept van leerstoornissen werd bekritiseerd. Gewone basisscholen en SBO in een samenwerkingsverband. Doel, de groei van kinderen in het SBO beperken. Wat ze dus wilden is SBO en BO samennemen. Zodat er een duidelijk verschil kwam tussen BO en SO Turbulent Period in de VS = inclusie , breng studenten terug naar het reguliere onderwijs met extra ondersteuning / meer verantwoordelijkheid voor de leerkrachten in het reguliere onderwijs voor zorgleerlingen met een leerstoornis / shift van diagnostiek naar betere afstemming tussen kind en omgeving inclusie = breng studenten terug naar het reguliere onderwijs met extra ondersteuning (Turbulent Period ) Turbulent period in NL (wetten) = WBO (wet op basisonderwijs) / Weer samen naar school (kinderen krijgen de benodigde zorg zoveel mogelijk op de reguliere basisschool)/ discrepantiecriterium verdwijnt met de dood van Dumont Postmodernisme = 2000 – 2015 Integratie regulier en speciaal onderwijs. Steeds meer druk om kinderen met (leer)stoornissen in het reguliere onderwijs op te vangen. Hier gingen ze dus nog verder! Ze wilden nu ook meer kinderen van het SO in het BO. De Wet op Expertise Centra zou er voor moeten zorgen dat er een duidelijke scheiding was dat de kinderen die écht niet mee konden komen in het BO toch naar een SO konden. Postmodernisme in VS = alle kinderen zijn gelijk , elk kind kan succesvol zijn, naar de uni of president worden… (RESPONSE TO INTERVENTION) Postmodernisme in NL = nadruk ligt op verschillen. Wet op expertice centra, daar waren verschillende clusers. Speciaal voor SO dus. Opbouw indicatiecriteria Wet Expertise Centra (WEC) = stoornis / onderwijsbeperking/ ontoereikendheid reguliere zorgstructuur (landelijk, je moet voldoend aan dat er daadwerkelijk sprake is van een stoornis, het moest aantonen dat het onderwijsbeperkingen met zich meebracht en dat het ontoereikend was om de leerling bij een reguliere school zorg te bieden ) Er zijn wel altijddoelgroepen die altijd een schikking voor onbepaalde tijd kregen bijv Down (Postmodernisme) Leerlinggebonden financiering bij = LFG / rugzakje. Dit was voor 2014, voor de samenwerkingsverbanden. Elk kind kreeg zijn eigen rugzakje en kon zich zelf op een school aanmelden. De school kreeg dan geld voor een behandeling van dit kind Cluster 1 = onderwijs voor visueel gehandicapte kinderen Cluster 2= Onderwijs voor auditief en/of communicatief gehandicapte leerlingen (dove kinderen, slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden) Cluster 3= onderwijs voor verstandelijke en/of lichamelijke gehandicapte leerlingen (zeer moeilijk lerende kinderen met een IQ ‹70, langdurig zieke kinderen en Lichamelijk gehandicapte kinderen Cluster 4= onderwijs voor leerlingen met ernstige ontwikkelingspsychopathologie (gedrags- ontwikkelings en of emotionele problematiek) (zeer moeilijk opvoedbare kinderen, of PI scholen die verbonden zijn aan psychiatrische of justitiële instellingen ) Doelen Wet op Expertice centra (WEC) = Eenduidige toewijzingscriteria / bundeling van expertise binnen clusters / betere verspreiding van professionele voorzieningen door samenwerking (Postmodernisme) Knelpunten Wet op Expertise Centra (WEC) = Criteria discrimineerden onvoldoende / Slagboomdiagnostiek (dat je er net tussen valt, niet gewoon onderwijs en niet in cluster)/ groei van Speciaal Onderwijs (Postmodernisme) Huidig 2014 , wat is er nu ingevoerd? = passend onderwijs Wet passend onderwijs = Alle leerlingen hebben recht op een passend onderwijs programma, om zo thuiszitten zo veel mogelijk te voorkomen . Kind kan dus op een school worden aangemeld. De school moet binnen het samenwerkingsverband een passende plek vinden (Huidig 2014) Kinderen met speciale onderwijsbehoeften voor 2014 = bekostiging via rugzak en samenwerking sbo en so/ toegang via Commissie van indicatiestelling (CVI) Samenwerkingsverbanden nu = BO / SBO en cluster 3 en 4 (van het so) (Huidig 2014) Kinderen met speciale onderwijsbehoeften na 2014 = toegang via samenwerkingsverband, bekostiging via budget samenwerkingsverband , samenwerking bo, sbo, en cluster 3 en 4 (Huidig 2014) Kern van passend onderwijs ( 3 dingen ) = zorgplicht (school zoekt passende plek) / scholen besturen en samenwerkingsverbanden hebben ruimte om maatwerk te bieden voor iedere leerling / beheersing budget (Huidig 2014) Schoolondersteuningsprofiel = dat is een profiel waarin de scholen moeten beschrijven wat zij aan specifieke hulp kunnen bieden op school en wat hun ambities zijn. Moeten op website staan zodat ouders het ook al kunnen zien bij keuze (Huidig 2014) Handelinsgericht ipv indicatie = het moet meer maatwerk worden. handelingsgericht is wat heeft kind nodig. In plaats van indicatie dat is wat leerling niet kan. Mentaliteitsverandering. Sterke punten van de leerlingen uitbouwen. Na het handelingsgericht werken kan je een ontwikkelingsperspectief vaststellen met de sterke punten van het kind (Huidig 2014) Ontwikkelingsperspectief vs handelingsgericht= hierin leg je vast wat je denkt dat het uiteindelijke niveau zal zijn wat een kind zal bereiken aan het eind van zijn school. Dus in plaats van toewerken naar einddoelen groep 8, ga je nu denken, we denken dat het haalbaar is dat het kind uitkomt op niveau groep 6, en daar gaan we dan naartoe werken. Dus kind heeft eigen uitsptroomprofiel, met daarin belemmerende en bevorderende factoren, onderwijs moet dan daarom worden aangepast. Het uiteindelijke niveau waarnaar toe wordt gewerkt daar hebben de ouders geen instemming in. In het ontwikkelingsperspectief zit een stukje handelingsgericht gedeelte daarin staat hoe ze eventueel de dingen gaan aanpakken en HOE ze er naartoe gaan werken. Daarin hebben de ouders WEL instemmingsrecht. Vroeger was er handelingsgericht werken dit is gebaseerd op het oude rugzakje. De ouder mocht het kind overal inschrijven en krijg een financiering LGF mee, om hieraan te voldoen. Nu is er een ontwikkelingsperspectief, dat valt onder het passendonderwijs waarbij er wordt gefinancieerd uit de samenwerkingsverbanden ! Ontwikkelingsperspectief maak je dus niet voor iedereen. Je doet dat alleen voor de zware gevallen die echt een ander uitstroomprofiel nodig hebben. weet je dat kinderen wel groep 8 niveau gaan halen en gewoon extra hulp nodig hebben dan is het meer een handelingsplan, ieder kind heeft wel eigen behoeftes maar vaak kan je die wel samen nemen in bijv groepjes. Je kan dit op iedereen toepassen (Huidig 2014)
Ingezonden op 23-02-2017 - 481x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
05-05-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!