Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiano 3
› 4 Italiano 3 week 4 18.7 vanaf p. 304
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiano 3
4 Italiano 3 week 4 18.7 vanaf p. 304
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
intorno a = rond(om) accanto a = naast l'angolo = de hoek dappertutto = overal la via = de weg, de straat il viale = de laan la strada = de straat, de weg stradale = weg-, wegen-, verkeers- il trasporto stradale = het wegvervoer il posto di blocco = de wegversperring bloccare = blokkere, (de weg) versperren il marciapiede = het trottoir, de stoep il passaggio pedonale = de oversteekplaats voor voetgangers il, la passante = de voorbijgang(st)er la piazza = het plein la zona = de zone, het gebied, de omgeving la struttura = de structuur, de opzet lo spazio = de ruimte, de plaats il bisogno = de behoefte aumentare = doen toenemen, verhogen l'aumento = de toename, de verhoging la riduzione = de afname, de vermindering diminuire (diminuisco) = doen verminderen, afnemen, teruglopen il parcheggio = de parkeerplaats parcheggiare = parkeren il grande magazzino = het warenhuis il parco = het park la panchina = het (park)bankje opportuno, a = wenselijk il campo da gioco = het speelveld(je) il settore = de sector, het gebied avvicinarsi a = naderen, in de buurt komen van la vicinanza = de nabijheid lontano, a da = ver van il domicilio = de domicilie, de woonplaats il posto = de plaats, de plek l'accesso = de toegang l'ingresso = de ingang, de entree l'apertura = de opening la chiusura = de sluiting il cancello = het hek l'edificio = het gebouw il portico = de zuilengang, de arcade la torre = de toren vantare = kunnen bogen op la fiera = de (vak)beurs, de kermis il piazzale = het (grote) plein (aan minstens één zijde onbewoond) il corso = de hoofdstraat l'incrocio = de kruising, het kruispunt il tratto = het deel van de weg polveroso, a = stoffig il vicolo = de steeg allargare = verbreden il sottopassaggio pedonale = de voetgangerstunnel il porto = de haven il cantiere navale = de scheepswerf il molo = de pier, het havenhoofd la calata = de kade il faro = de vuurtoren
Ingezonden op 25-02-2017 - 587x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!