Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits 4 gm
› 0 Sterke werkwoorden pag 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits 4 gm
, deel 0
0 Sterke werkwoorden pag 1
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aanbieden=anbieten, bot an, angeboten aankomen=ankommen, kam an, angekommen aantrekken=anziehen, zog an, angezogen advies geven=beraten, beriet, beraten afslaan=abbiegen, bog ab, abgebogen afsluiten=abschliesssen, schloss ab, abgeschlossen afvliegen=abfliegen, flog ab, abgeflogen bevallen=gefallen, gefiel, gefallen breken=brechen, brach, gebrochen deelnemen aan=teilnehmen an, nahm teil, teilgenommen dragen=tragen, trug, getragen er zijn/is of geven= geben, gab, gegeben eten=essen, asss, gegessen fietsen= Rad fahren, fuhr, gefahren gaan=gehen, ging, gegangen hangen=haangen, hing, gehangen het koud hebben=frieren, fror, gefroren houden,stoppen=halten, hielt, gehalten inslapen=einschlafen, schlief ein, eingeschlafen komen=kommen, kam, gekommen krijgen=bekommen, bekam, bekommen langskomen=vorbeikommen, kam vorbei, vorbeigekommen laten=lassen, liesss, gelassen lezen=lesen, las, gelesen liegen=luugen, log, gelogen liggen=liegen, lag, gelegen lopen=laufen, lief, gelaufen meenemen=mitnehmen, nahm mit, mitgenommen nemen=nehmen, nahm, genommen opbellen=anrufen, rief an, angerufen opgeven=aufgeben, gab auf, aufgegeben plaats nemen=Platz nehmen, nahm Platz, Platz genommen schieten=schiesssen, schoss, geschossen slapen=schlafen, schlief, geschlafen sluiten=schliessen, schloss, geschlossen spreken=sprechen, sprach, gesprochen te binnen schieten=einfallen, fiel ein, eingefallen teruggeven=zuruuckgeben, gab zuruuck, zuruuckgegeben terugkomen=wiederkommen, kam wieder, wiedergekommen uitgaan=ausgehen, ging aus, ausgegangen uittrekken=ausziehen, zog aus, ausgezogen vangen=fangen, fing gefangen vergeten=vergessen, vergasss, vergessen verhuizen=umziehen, zog um, umgezogen wegrijden=abfahren, fuhr ab, abgefahren vliegen=fliegen, flog, geflogen zijn=sein, war, gewesen zitten=sitzen, sasss, gesessen
Ingezonden op 27-02-2017 - 469x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
sss= ringel s
dubbel letter is umlaut
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!