Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
ichhätteeinefrage
› 3 Mit Kunden essen gehen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
ichhätteeinefrage
3 Mit Kunden essen gehen
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
essen = eten mögen = lusten trinken = drinken wissen = weten kennen = kennen wollen = willen glauben = geloven / denken nehmen = nemen geben = geven es gibt viel zu tun = hij geeft veel te doen treffen = ontmoeten vergessen = vergeten das habe ich vergessen = dat ben ik vergeten wünschen = wensen empfehlen = aanbevelen er empfiehlt mir den Fisch = hij beveelt mij de vis aan schmecken = smaken hat es Ihnen geschmeckt = heeft het u/jullie gesmaakt müssen = moeten/dienen/hoeven das muss nicht sein = dat moet niet zijn geschehen = gebeuren etwas Schlimmes ist geschehen = er is iets slechts gebeurd der Termin (Termine) = de afspraak (mv) ich habe heute noch einen wichtigen Termin = ik heb vandaag nog een belangrijke afspraak das Abendessen (Abendessen) = het avondeten (mv) darf ich Sie zum Abendessen einladen ? = mag ik u op een avondetentje trakteren ? das Bier (Biere)= het bier (mv) belgisches Bier ist viel stärker als deutsches Bier = belgisch bier is veel straffer dan duits bier der Teller (Teller) = het bord (mv) sein Teller ist leer = zijn bord is leeg das Schild (Schilder ) = het bordje was steht da auf dem Schild = wat staat er op het bordje ? das Brot (Brote) = het brood / de boterham (mv) Brot kauft man beim Bäcker = brood koop je bij de bakker ich esse ein Käsebrot = ik eet een boterham met kaas die Kneipe (Kneipen) = het cafe (mv) er geht oft in die Kneipe = hij gaat vaak naar het café der Kuchen (Kuchen) = de cake (mv) der Kuchen ist noch warm = de cake is nog warm die Schokolade (Schokoladen) = chocolade (mv) ich esse zu viel Schokolade = ik eet teveel chocolade der Nachtisch (Nachtische) = het dessert (mv) ich esse nie Nachtisch = ik eet nooit dessert das Getränk (Getränke) = de drank darf ich Ihnen ein Getränk anbieten ? = mag ik u een drankje aanbieden ? das Ei (Eier) = de ei (mv) Hennen legen Eier = hennen leggen eieren das Essen = het eten deine Mutter sagt, du sollst zum Essen kommen = je moet komen eten van je moeder das Trinkgeld (Trinkgelder) = de fooi (mv) in Deutschland ist es üblich Trinkgeld zu geben = in Duitsland is het gebruikelijk om een fooi te geven die Pommes (Pommes) = de frietjes (mv) Pommes essen alle Belgier gern = Frietjes eten all belgen graag das Obst = het fruit Obst ist gesund = fruit is gezond das Glas (Gläser) = het glas (mv) ein Glas Wein bitte ! = een glas wijn alstublieft ! das Gemüse (Gemüse) = de groenten (mv) du musst mehr Gemüse essen = je moet meer groenten eten der Schinken = de ham ein Sandwich mit Schinken bitte ! = een broodje met ham alstublieft der Käse (Käse) = de kaas (mv) ich esse keinen Käse = ik eet geen kaas der Kaffee (Kaffees) = de koffie (mv) zwei Tassen Kaffee bitte ! = twee kopjes koffie alstublieft das Café (Cafés) = het koffiehuis (mv) er trinkt Kaffee im Café = hij drinkt koffie in het koffiehuis das Mittagessen (Mittagessen) = de lunch (mv) bleiben Sie zum Mittagessen ? = blijft u lunchen ? die Marmelade (Marmeladen) = de marmelade (mv) ich kaufe ein Glas Marmelade = ik koop een potje jam die Milch = de melk Kühe geben Milch = koeien geven melk die Speisekarte (Speisekarten) = de menukaart (mv) was können Sie von der Speisekarte empfehlen = wat kunt u van de menukaart aanbevelen ? das Messer (Messer) = het mes (mv) wir essen mit Messer und Gabel = we eten met mes en vork das Müsli / Müesli (Müsli/Müslis) = de muesli (mv) Müsli ist ein gesundes Frühstück = muesli is een gezond ontbijt der Ober (Ober) = de ober (mv) der Ober hat heute viel zu tun = de ober heeft het druk vandaag das Frühstück (Frühstücke) = het ontbijt (mv) was isst du gerne zum Frühstück ? = wat eet je graag bij het ontbijt ? die Kartoffel (Kartoffeln) = de aardappel (mv) magst du Kartoffelgratin = lust je aardappelgratin ? das Problem (Probleme) = het probleem (mv) es gibt ein Problem = er is een probleem die Rechnung (Rechnungen) = de rekening (mv) die Rechnung bitte = de rekening alstublieft das Restaurant (Restaurants) = het restaurant (mv) isst du gern im Restaurant ? = eet je graag op restaurant? der Reis = de rijst möchtest du Reis oder Nudeln zum Fleisch = wilt je rijst of pasta bij het vlees ? die Sahne = de room Erdbeeren mit Sahne = aardbeien met room die Soße (Soßen) = de saus (mv) reichst du mir bitte die Soße ? = geef je me aub de saus ? die Kellnerin (Kellnerinnen) = de serveerster (mv) siehst du die Kellnerin ? = zie je de serveerster ? die Situation (Situationen) = de situatie (mv) ich habe die Situation falsch eingeschätzt = ik heb de situatie verkeerd ingeschat der Salat (Salate) = het slaatje (mv) für mich nur einen Salat bitte = voor mij alleen maar een slaatje aub der Aufschnitt = het sneetje beleg eine Platte mit Aufschnitt = een bord met beleg die Suppe (Suppen) = de soep (mv) heute gibt es Tomatensuppe = vandaag is er tomatensoep die Spezialität (Spezialitäten) = de specialiteit (mv) das ist eine deutsche Spezialität = dat is een duitse specialiteit die Torte (Torten) = de taart (mv) ich backe dir eine Geburtstagstorte = ik bak een verjaardagstaart voor jou der Tisch (Tische) = de tafel (mv) das Essen steht auf dem Tisch = het eten staat op de tafel der Tee (Tees) = de Thee (mv) er trinkt jeden Tage eine Tasse Tee = hij drinkt een kopje thee per dag der Appetit (Appetite) = de trek (mv) guten Appetit ! = smakelijk der Fisch (Fische) = de vis (mv) die Forelle ist ein Fisch= de forel is een vis das Fleisch = het vlees Fleisch kauft man in der Metzgerei = vlees koop je in de slagerij die Gabel (Gabeln) = de vork (mv) eine Gabel ist meistens aus Metall = een vork is meestal gemaakt van metaal der Wein (Weine) = de wijn (mv) trinkst du lieber Wein oder Bier ? = drink je liever wijn of bier ? die Wurst (Würste) = worst (mv) das sind Wiener Würstchen = dat zijn Weense Worstjes das Geschäftsessen (Geschäftsessen) = de zakenlunch (mv) wo findet das Geschäftsessen statt ? = waar gaat de zakenlunch door getrennt = apart wir möchten gerne getrennt bezahlen =we willen graag apart betalen mal = eens ich möchte das gerne mal probieren = ik zou dat graag eens proeven gern = graag trinkst du gern Glühwein ? = drink je graag Glühwein? überhaupt = helemaal das stimmt doch überhaupt nicht = dat klopt toch helemaal niet etwas = iets darf ich etwas fragen ? = mag ik iets vragen ? lieber = liever isst du lieber Fleisch oder Fisch = eet je liever vlees of vis aber = maar ich habe es noch immer nicht verstanden, aber ich werde es weiter versuchen = ik heb het nog altijd niet door, maar ik het blijven proberen weil = omdat ich muss mich beeilen, weil ich zu spät aufgestanden bin = ik moet me haasten, omdat ik te laat opgestaan ben zusammen = samen alle zusammen = met z'n allen. gegen = tegen sind Sie für oder gegen das Rauchverbot ? = bent u voor of tegen het rookverbod ? bis = tot bis morgen ! = tot morgen oft = vaak treibst du oft Sport = sport je vaak ? heute = vandaag gehst du heute zum Deutschunterricht ? = ga je vandaag naar de Duitse les ? für = voor er kauft ein Geschenk für sein Frau = hij koopt een cadeau voor zijn vrouw welch = welke welche Partei wirst du wählen = voor welke partij ga je stemmen ? ohne = zonder ich trinke lieber Wasser ohne Kohlensäure = ik drink liever plat water
Ingezonden op 02-03-2017 - 758x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
07-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!