Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

s p a a n s

10 quisiera estudiar español

Jaar 4 (Gymnasium)

entrar en=binnengaan
la escuela=de school
el curso=de cursus
internacional=internationaal
la lista=de lijst
llamarse=heten
todavía=nog
tener que=moeten +inf
apuntarse=zich aanmelden
para=voor, om
matricularse=zich inschrijven
hay que= men, je moet+ inf
elegir=kiezen
la conversación=de conversatie
la gramática=de grammatica
la literatura=de literatuur
la historia=de geschiedenis
la cultura=de cultuur
perfeccionar=verbeteren, vervolmaken
intensivo,-a=intensief
desde las...hasta las=van...tot (lang
de...a=van...tot(kort)
así=dergelijke, zo'n
mire=kijk (aansporing, u vorm)
cómo se llama? = hoe heet u?
tengo que apuntarme= ik moet me inschrijven
hay que elegir un curso= je, men moet een cursus uitkiezen
aquí tiene=ziehier, alstublieft
el precio=de prijs
doscientos euros=tweehonderd euro
deber=moeten
pagar=betalen
por ciento=procent
el resto=de rest
primero,-a=eerste
la pensión=het pension
la familia=de familie
que=die (betrvnw)
alquilar=verhuren
mejor=beter
la dirección=het adres
alojarse=logeren, verblijven
el número=het nummer
la ciudad=de stad
qué bien!=prima!
parar=stoppen
inscribirse=zich inschrijven
rellenar=invullen
el formulario=formulier
la ficha de inscripción=het inschrijvingsformulier
hay un examen escrito al final del curso=er is een schriftelijk examen op het einde van het schooljaar
hay también una prueba oral?=is er ook een mondelinge toets?
tengo que hacer deberes?=moet ik huiswerk maken?
cuándo empieza el curso?=wanneer begint de cursus?
tiene que rellenar este formulario=u moet dit formulier invullen
tengo que apuntarme=ik moet me inschrijven
debe pagar el 10% ahora mismo=u moet 10% nu meteen betalen
hay que elegir un curso=je/men moet een cursus kiezen
me llamo=ik heet
te llamas=jij heet
se llama=zij, hij, u heet
nos llamamos=wij heten
os llamáis=jullie heten
se llaman=zij, u heten
cómo se llama tu amigo?= hoe heet je vriend?
vas a quedarte en casa?= ga je thuis blijven?
el aula=het klaslokaal
el cursillo= de (korte) cursus
el curso=het studiejaar
el horario de clases=het lesrooster
apuntar=opschrijven, noteren
el ejercicio= de oefening
el examen=het examen
la prueba=de test, toets
la asignatura (optativa)=het(keuze)vak

Ingezonden op 06-03-2017 - 648x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

s p a a n s

10 quisiera estudiar español