Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
IntertaalDuits
› 1 Persoonlijke gegevens
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
IntertaalDuits
1 Persoonlijke gegevens
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Person = persoon der Mensch = mens heißen,hieß,geheißen = heten der Vorname = voornaam der Nachname = achternaam der Familienname = familienaam; achternaam der Mann = man der Herr = heer; meneer die Frau = vrouw; mevrouw das Fräulein = (me)juffrouw das Kind = kind der Junge = jongen das Mädchen = meisje katholisch = katholiek evangelisch = protestants ledig = ongehuwd verheiratet = gehuwd die Scheidung = scheiding der Witwer, die Witwe = weduwnaar, weduwe nennen, nannte, genannt = noemen der Zuname = achternaam; familienaam der Doppelname = dubbele naam geborene = met haar meisjesnaam der Titel = titel das Geschlecht = geslacht männlich = mannelijk weiblich = vrouwelijk die Konfession = geloofsgemeenschap; kerk angehören = lid zijn van der Familienstand = burgerlijke staat alleinstehend = alleenstaand der Single = alleenstaande der Ehemann = echtgenoot die Ehefrau = echtgenote getrennt = apart verrwitiwet = als weduwe/weduwnaar alt = oud der Geburtstag = verjaardag wohnen = wonen die Adresse = adres die Telefonnummer = telefoonnummer telefonisch = telefonisch woher = waarvandaan aus = uit leben = leven die heimat = vaderland zurückkehren = terugkeren fremd = vreemd die Staatsangehörigkeit = staatsburgerschap der Ausländer / die Ausländerin = buitenlander / buitenlandse das Ausland = buitenland der Gastarbeiter / die Gastarbeiterin = gastarbeider der Asylant / die Asylantin = asielzoeker der Beruf = beroep das Alter = leeftijd das Gebrutsdatum = geboortedatum minderjährig = minderjarig volljährig = meerderjarig der Wohnort = woonplaats der Wohnsitz = woon- of verblijfplaats wohnhaft in = wonende te, woonachtig in die Anschrift = adres lauten = luiden die Hausnummer = huisnummer der Geburtsort = geboorteplaats stammen = afkomstig zijn, komen die nationalität = nationaliteit das Asyl = asiel die Papiere = papieren der Personalausweis = persoonsbewijs der Ausweis = legitimatiebewijs der (Reise)pass = paspoort gültig = geldig beantragen = aanvragen das Formular = formulier ausfüllen = invullen angeben / gibt an / gab an / angegeben = vermelden die Unterschrift = handtekening unterschreiben / unterschrieb / unterschrieben = tekenen; ondertekenen das Visum = visum der Führerschein = rijbewijs die Geburtsurkunde = geboorteakte persönlich = persoonlijk der Antrag = aanvraag sich anmelden = zich aanmelden sich abmeiden = zich afmelden das Passbild = pasfoto ausstellen = afgeven ablaufen / läuft ab / lief ab / abgelaufen = aflopen ; verlopen verlängern = verlengen benötigen = nodig hebben die Aufenthaltserlaubnis = verblijfsvergunning der Bescheid = beslissing; uitsluitsel; bericht die Arbeitserlaubnis = werkvergunning
Ingezonden op 11-03-2017 - 330x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!