Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
IntertaalDuits
› 14 Gezin en familie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
IntertaalDuits
14 Gezin en familie
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Familie = gezin ; familie der/ Verrandte(r) = famlieilid die Großeltern = grootouders die Oma = oma der Opa = opa die Eltern = ouders die Mutter = de moeder die Mama = mama der Vater = vader der Papa = papa das Kind = kind die Tochter = dochter der Sohn = zoon die Geschwister = broers en zussen die Schwester = zus der Bruder = broer der Enkel, die Enkelin = kleinkind, kleinzoon, kleindochter die Tnate = tante der Onkel = oom die Cousine; die Kusine = nicht der Cousin; der Vetter = neef verwandt = verwant; familie van die Nichte = nicht der neffe = neef die Verwandtschaft = famlie; verwantschap der/die Angehörige(r) = familielid die Generation = generatie der Zwilling = tweeling die Großmutter = grootmoeder der Großvater = grootvader die Schwägerin = schoonzus der Schwager = zwager die Schwiegermutter = schoonmoeder der Schwiegervater = schoonvader die Schwiegertochter = schoondochter der Schwiegersohn = schoonzoon die Stiefmutter = stiefmoeder dder Stiefvater = stiefvader der Freund / die Freundin = vriend(in) zusammenleben = samenleven heiraten = huwen; trouwen die Hochzeit = bruiloft die Ehe = huwelijk das Ehepaar = echtpaar erziehen / erzog / erzogen = opvoeden die Erziehung = opvoeding scih verstehen / verstand / verrstanden = een goede verrstandhouding hebben sich trennen = uiteengaan sich scheiden lassen / schied / geschieden = (gaan) scheiden zusammenpassen = bij elkaar passen der partner / die partnerin = partner sich verloben = zich verloven die Trauung = kerkelijk huwelijk die Braut = bruid der Bräutigam = bruidegom adoptieren = adopteren die Kinderbetreuung = verzorging van de kinderen der Vormund = voogd gehorchen = gehoorzamen; luisteren die Trennung = scheiding Schluss machen = een eind maken aan
Ingezonden op 11-03-2017 - 421x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!