Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kontakte vmbo
› 4 Redemittel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kontakte vmbo
4 Redemittel
Jaar 4 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hast du Lust, mit mir in die Stadt zu fahren?=Heb je zin om met mij de stad in te gaan? Ja gerne, aber wohin denn?=Ja, graag, maar waar naartoe dan? Wir wollen zum Fernsehturm, der steht auf dem Alexanderplatz.=We willen naar de Fernsehturm, die staat op de Alexanderplatz. Man hat da eine tolle Aussicht, habe ich gehört.=Je hebt daar een mooi uitzicht heb ik gehoord. Bist du einverstanden?=Ben je het daarmee eens? Ja, das finde ich toll.=Ja, dat vind ik leuk. Okay, wann treffen wir uns?=Oké, wanneer spreken we af? So um halb zwei?=Rond half twee? Kein Problem, bis dann.=Geen probleem, tot dan. Bis gleich.=Tot straks. Hallo, kann ich dir helfen?=Hallo, kan ik je helpen? Ja, ich suche ein Souvenir, das ich mit nach Hause nehmen möchte.=Ja, ik zoek een souvenir om mee naar huis te nemen. Was willst du genau?=Wat zoek je precies? Ein Reiseandenken von Berlin.=Een aandenken aan Berlijn. Für wen soll das sein?=Voor wie is het bedoeld? Für meinen Freund aus Holland.=Voor mijn vriend uit Nederland. Ich habe hier ein tolles T-Shirt mit einem roten und einem grünen Ampelmännchen.=Ik heb hier een leuk T-shirt met een rood en een groen Ampelmännchen ('verkeerslichtmannetje'). Ich frage mich, ob er das toll findet.=Ik vraag me af of hij dat leuk vindt. Haben Sie auch Regenschirme mit Ampelmännchen?=Heeft u ook paraplu’s met Ampelmännchen? Die liegen neben der Kasse. Das war alles?=Die liggen naast de kassa. Dat was het? Ja, vielen Dank.=Ja, hartelijk dank. Gern geschehen.=Graag gedaan. Auf Wiedersehen.=Tot ziens. Morgen, was kann ich für Sie tun?=Goedemorgen, wat kan ik voor u doen? Ich suche ein Geschenk für meine Schwester.=Ik zoek een cadeautje voor mijn zus. Ist diese Kette was für sie?=Is deze ketting iets voor haar? Darf ich sie anprobieren?=Mag ik ‘m passen? Aber natürlich dürfen Sie das!=Maar natuurlijk mag dat! Ja, die gefällt mir.=Ja, die vind ik leuk. Mag sie Blau?=Houdt ze van blauw? Nein, ich bin für Gelb.=Nee, ik kies voor geel. Gelb ist ihre Lieblingsfarbe.=Geel is haar lievelingskleur. Wie finden Sie diese?=Hoe vindt u deze? Diese finde ich wunderbar.=Die vind ik super. Wollen Sie eine Tüte?=Wilt u een tasje? Gerne!=Graag!
Ingezonden op 14-03-2017 - 634x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!