Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taalkunde
› 1 Fonetiek
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taalkunde
1 Fonetiek
Jaar 3 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
nasus=neus nasaal=verband houdend met de neusholte ora=mond oraal=verband houdend met de mondholte farynx=keel faryngaal=verband houdend met de keelholte labium=lip labiaal=verband houdend met de lippen dentes=tanden dentaal=verband houdend met de tanden alveolus=tandkas alveolair=verband houdend met de tandkassen palatum=harde gehemelte palataal=verband houdend met het harde gehemelte velum=zachte gehemelte velair=verband houdend met het zachte gehemelte uvula=huig uvulair=verband houdend met de huig larynx=strottenhoofd laryngaal=verband houdend met het strottenhoofd glottis=stemspleet glottaal=verband houdend met de stemspleet apex=punt apicaal=verband houdend met de tongpunt dorsum=rug dorsaal=verband houdend met de tongrug oesofagus=slokdarm trachea=luchtpijp strotklep=epiglottis pulmonaal/pulmonair= constant afwisselende luchtstroom in en uit de longen ingressieve luchtstroom= naar binnen gaande luchtstroom egressieve luchtstroom= naar buiten gaande luchtstroom stemloze medeklinkers= de medeklinkers uit ’t ex-kofschip stemhebbende medeklinkers= alle overige medeklinkers resonantie= meetrillen van de luchtstroom in de holtes obstructie= vernauwing van de luchtstroom door de articulatoren spraakkanaal= de neus-, mond- en keelholte orale klanken= wanneer de luchtstroom alleen door de mondholte naar buiten kan nasale klanken= wanneer de luchtstroom alleen door de neusholte naar buiten kan genasaliseerde= wanneer de luchtstroom zowel door de mondholte als door de neusholte naar buiten kan articulatoren= stemplooien, keelwand, zachte en harde gehemelte, lippen, kraakbeen, tong, tanden, tandkassen resonatoren= keel-, neus-, mond- en voorhoofdholte(s) vocalen=klinkers plaats van articulatie=vocalen: palataal en velair consonanten=medeklinkers: glottaal tot labiaal sluitingsgraad=mate waarin we de tong naar het gehemelte bewegen laag = open hoog = gesloten nasaliteit=positie van het velum ongeronde vocalen=lippen in neutrale stand geronde vocalen=getuite lippen lange vocalen=200 milliseconden korte vocalen=100 milliseconden graad van articulatorische spanning=gespannen vocalen tot ongespannen vocalen monoftongen=stabiele, statische articulatoren diftongen of tweeklanken=mobiele, dynamische articulatoren [ɛi] [œy] [ɔu] intrinsiek korte vocalen=vocalen die altijd kort zijn (vis, zon en bad) intrinsiek lange vocalen=vocalen die altijd lang zijn (veel, boot en zaal) gesloten voorklinkers=[i] en [u] diakritisch teken=schriftteken dat boven, onder of naast een letter gezet wordt ter aanduiding van de uitspraak [:]=het diakritische teken voor lengteaanduiding [vy:r] sjwa=stomme ‘e’, korte neutrale vocaal (je, ze, de) korte/lange vreemde vocalen=vocalen uit een vreemde taal (parfum, zone) onglide=eerste deel van de diftong offglide=tweede deel van de diftong semi-diftongen=[uj] boei [oj] gooi [aj] gaai [iw] nieuw [yw] duw [ew] leeuw consonanten=medeklinkers pulmonische luchtstroom=luchtstroom afkomstig uit de longen niet-pulmonische luchtstroom=luchtstroom afkomstig uit de keel- of mondholte occlusief=orale consonanten waarbij de luchtstroom in de mondholte is geblokkeerd (p, b, t, d, c, k) fricatief=orale consonanten waarbij de luchtstroom in de mondholte niet is geblokkeerd (f, v, s, z, j, g, ch, h) sibilanten/sisklanken=fricatieven die een scherpere luidere klank hebben ([s], [z], [ʃ] en [ʒ]) nasalen=nasale, stemhebbende consonanten ([m], [n], [ɲ], [ŋ]) obstruenten=occlusieven en fricatieven samen affricaten=samensmelting van occlusief en fricatief (chip, jeep) semi-vocalen/approximanten=klanken die halverwege de fricatieven en klinkers liggen ([j], [v] en [w]) trilklanken=[r] lateralen=[l]
Ingezonden op 16-03-2017 - 1020x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!