Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Conversation française, deel 4

21 Conversation 4, leçon 21

Jaar 4 (volksuniversiteit)

épater quelqu’un = iemand verbluffen
l’ouïe (F) = het gehoor
conter fleurette = het hof maken
flirter = flirten
le marin = de matroos
débarrasser = ontruimen
la tractation = de onderhandeling
une explication de texte = een tekstverklaring
l’accent pointu = het Parijse accent
la langue d’oïl = het noordelijke Frans {boven de Loire, als je het over de oorsprong van de Franse taal hebt}
la langue d’oc = het zuidelijke Frans {onder de Loire, als je het over de oorsprong van de Franse taal hebt}
le basilic = het basilicum
le persil = de peterselie
l’herbe = het gras; de weet
le thym = de tijm
l’origan (M) = de oregano
le laurier = de laurier {het blad}
le froment = de tarwe
la délicatesse = de fijngevoeligheid
des bonnes choses = de delicatessen
pris = gevangen
le mauve = het zachtpaars
l’ocre = de oker
savourer = genieten
un élevage = de fokkerij
le lisier = de gier {mest}
la nappe phréatique = het grondwater
l’eau de Javel (F) = het bleekwater
le méandre = de bocht
très traître = heel verraderlijk
la bulle = de bel {b.v luchtbel in de frisdrank}
sertir = zetten {van edelstenen}
un étau = een bankschroef
féconde = vruchtbaar
le nid = het nest
le terroir = de grond {het gebied}
le covoiturage = het carpoolen
l’habitacle = de cabine {van de auto}
le magasinage = het winkelen {français canadien}
mépriser = minachten
le dépanneur = de buurtwinkel {français canadien}

Ingezonden op 18-03-2017 - 1499x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Corrigé par Fatima Beddar

Vakken

Conversation française, deel 4

21 Conversation 4, leçon 21