Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kenleer/Wetenschapsfilosofie
› 20 College 12 Kenleer
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kenleer/Wetenschapsfilosofie
, deel 2
20 College 12 Kenleer
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hoe wordt betekenis bepaald? = Betekenis van een tem hoeft niet helemaal afhankelijk te zijn van een web van overtuigingen. In eigenschappen van de wereld zelf. (Voorbeeld Putnam, tweelingaarde en water). Wanneer is Jerry Fodor geboren? =In 1935. Waardoor krijgt empirisme een enorme boost? = Door logisch positivisme en Wiener Kreis. Waardoor gaat het empirisme bijna weg? = Door zelfkriek Wiener Kreis en door kritiek van Quine en Sellars. Wat zegt Fodor van het relativisme? = We zijn er te ver in doorgeschoten. Met name de theoriegeladenheid van observatie van Kuhn. Vertel wat over Jerry Fodor. = Hij is de enige filosoof die nu nog leeft. Hij heeft gestudeerd in Colombia en is verbonden aan de universiteit Ruiters in New York. Hij heeft veel boeken over cognitiefilosofie geschreven. Hij is aanhanger van confitiona tolisme: denken is computatie. Gedachten worden opgevat als symbolen en denken is manipulatie hiervan.(Syntaxis: vorm, Semantiek: waarheidsbetekenis.) Hij vindt het empirisme nog niet zo slecht en hij vindt dat Kuhn en zo zijn doorgeschoten in het relativisme. Hoe denkt Fodor over theoriegeladenheid van observatie? = Aan de ene kant erkent hij het en aan de andere kant wil hij het onderscheid tussen theorie en observatie niet laten varen. Observatie is altijd beïnvloed. Hoe denken filosofen als Kuhn en Churchland over theoriegeladenheid van observatie? = Zij menen dat dit onderscheid onhoudbaar is. Volgens hen is alle observatie theoriegeladen. Observatie en theorie lopen dus door elkaar heen. En dat betekent dat het onderscheid vervalt. Hoe dachten logisch positivisten over theoriegeladenheid van observatie? = Zij hanteerden het onderscheid tussen observatie en theorie. Welke twee manieren zijn er om overtuigingen te krijgen en welke manier is het betrouwbaarst? = De eerste is van observatie naar overtuiging en de tweede is van overtuiging naar overtuiging. De eerste is betrouwbaarder dan de tweede. Het causale pad is korter; ‘less is likely to go wrong’. Ook speelt de eerste een cruciale rol bij de totstandkoming van consensus. Als we het niet eens zijn proberen we tot consensus te komen obv feiten (observatie). Waarom valt de theoriegeladenheid van observatie van Kuhn volgens Fodor wel mee? = We zien allemaal hetzelfde en als dat niet zou zijn, zouden we nooit tot feiten kunnen komen. Waar bestaat onze geest uit volgens Fodor? = Uit modules met elk een taak. Zo is er eer voor perceptie. Deze perceptiemodule is niet toegankelijk voor wetenschappelijke kennis. De architectuur van onze geest is vast en soortgebonden; iedereen ziet altijd ongeveer hetzelfde. Welke claim is onder druk komen te staan door het toedoen van Churchland, Kuhn, Hanson, etc. ? = Er bestaat een onderscheid tussen observatie en theorie. Dit is de claim van het traditionele empirisme. Waarom kun je door Churchland, Kuhn, Hanson, etc. observatie en theorie niet scheiden? = Omdat observatie- uitspraken net zo theoriegeladen, ondergedetermineerd en reviseerbaar zijn als theoretische uitspraken. Welke drie argumenten zouden aantonen dat de distinctie tussen observatie en theorie niet is vol te houden? = 1. Ordinary Language Argument: In de wetenschappelijke praktijk wordt de term ‘observatie’ opgerekt. Theoretische assumpties spelen een rol bij wat de wetenschapper ‘observeert’. 2. Argument from Meaning Holism: Wat je observeert (en wat je observatie-uitspraken zijn), wordt bepaald door welke theorieën je aanhangt. 3. Psychological Arguments: New wave psychology. Waarnemen is een kwestie van constructie. Wat is het Ordinary Language Argument? = In de wetenschappelijke praktijk wordt de term ‘observatie’ opgerekt. Theoretische assumpties spelen een rol bij wat de wetenschapper ‘observeert’. Wat is Argument from Meaning Holism? = Wat je observeert (en wat je observatie-uitspraken zijn), wordt bepaald door welke theorieën je aanhangt. Wat is Psychological Arguments? = Waarnemen is een kwestie van constructie. Waarom is het Ordinary Language Argument niet zo interessant volgens Fodor? = Omdat we volgens logisch positivisten een zuivere, logische taal nodig hebben. Ordinary Language Argument kijkt uit naar alledaagse taal. Fodor vindt dit geen observatie en daarom minder interessant. Waarom worden betekenissen holistisch gedetermineerd? = Quine: Web of beliefs. Betekenis van termen hangt niet af van contact met de werkelijkheid, maar van web van overtuigingen. Betekenis van een term kan veranderen zodra we het web aanpassen. Wat voor kritiek heeft Fodor op zijn web of beliefs? = Een betekenis of verwijzing wordt bepaalt door in het netwerk van overtuigingen of door contact met de wereld. Betekenis van een naam wordt bepaald door een specifiek individu waar het naar verwijst. Complicatie stelt dat onze overtuiging ten aanzien van de naam fout is betekent dat die verwijzing nooit heeft bestaan? Om deze redenen een causale referentie een naam. Wat is proximaal? = dicutbijzijnt. ?? Wat is distaal? = Van oorsprong. Leg het Psychological Arguments uit. = Geen verschil tussen perceptie en cognitie. Perceptie is probleem oplossen. Er is sprake van radicale onderdeterminatie. Hoe lost ‘t brein dit probleem op? Door gebruik te maken van reeds aanwezige kennis. Maar hieruit volgt: observatie is niet theorieneutraal. Een Proximale stimulatie heeft meerdere distale oorzaken. Wat is waarnemen/ perceptie volgens Fodor? = Probleem oplossen. Als we iets zien proberen we er een patroon in te vinden, maar het is niet zo dat jouw observatie te maken heeft met kennis. Perceptie is tot op zekere hoogte interpretatief en gekleurd. Observatie is tot op zekere hoogte theoriegeladen, maar dat is algemeen. Wij mensen zien de wereld op een bepaalde manier en slangen zien de wereld op een bepaalde andere manier. In zekere zin Kantiaans dat we de wereld zien zoals hij aan ons verschijnt. Wat is onderdeterminatie? = Bij een aantal feiten, zijn meerdere oorzaken, theorieën mogelijk. Wat zegt Fodor over de Roschach rest? = Mensen zijn geneigd hun emoties te projecteren. Thomas Kuhn beroept zich graag op psychologische argumenten mbt perceptie. Wat wil hij hiermee zeggen? = Wetenschappers met verschillende achterdrongen wijzen naar hetzelfde, maar zien iets anders. Fodor is het hier niet mee eens. Op welke manier Fodor kritiek op Kuhn die zich beroept op psychologische argumenten mbt perceptie? = Indien we onder de indruk moeten zijn van de manier waarop perceptie interpretatief, theoriegeladen en plastisch is, dan moeten we ook minstens evenveel onder de indruk zijn van de manier waarop perceptie stijfkoppig is. Dwz., niet alle kennis dringt door tot het perceptieproces. Bijv., bij illusies. Ook als je weet dat iets een illusie is, en je weet zelfs hoe hij ontstaat, dan toch blijft de illusie bestaan! Hij geeft hier twee voorbeelden voor. De ene is als we een potloot in het water zien. We weten dat hij recht is en toch zien we de illusie dat hij gebroken is. Het andere voorbeeld is met de streep waar andere strepen aanvast zitten. Een naar buiten en de ander naar binnen als een pijl: Müller-Lyer illusie. We weten dat de strepen even groot zijn en toch zien we de illusie dat de pijl kleiner lijkt. De illusie blijft bestaan ook al hebben we de kennis. Zo dringt kennis van optische illusie niet door tot de perceptiemodule. De perceptiemodule is ingekapseld. En als dat zo is dan zien mensen hetzelfde al zijn ze nog zo verschillend, want de kennis dringt niet door tot perceptie. Welke drie algemene conclusies stelt Fodor? = 1. Het maakt niet uit hoe verschillend je theoretische achtergrond of je wereldbeeld is, die kennis dringt niet door, dus je ziet de dingen hetzelfde. Dan ben je weer terug bij empirisme? De wereld bestaat uit observatie en theorie. 2. De modulariteit van perceptie suggereert dat er niet alleen zoiets bestaat als theorieneutrale observatie, maar ook zoiets als een observatietaal. Proton: theorie, rood:observatie. 3. Perceptie is slechts ten dele diachronisch doordringbaar. De ontoegankelijkheid van achtergrondinformatie is een gevolg van aangeboren en onveranderlijke architecturale kenmerken van onze mentale structuur. Wat zou Kuhn zeggen tegen de drie stellingen van Fodor? = Dat je observatie van de wereld niet in één seconde verandert als je een andere theorie accepteert. Het gaat heel langzaam. Door de jaren heen. Een wetenschapper gaat de wereld anders zien na jarenlange training en heel veel voorbeelden. Maar zelfs dan is het de vraag. Zo weten we al 500 jaar dat de zon niet op of onder gaat, maar dat de aarde wegdraait. Toch zeggen en zien we nog steeds dat de zon ondergaat en op komt. We weten dat het anders is, maar we zien het toch zo. Het is een hardnekkige illusie, die niet weg lijkt te gaan. Als wetenschappers verschillende dingen zien, hoe kunnen we dan ooit tot consensus komen? = Als Fodor gelijk heeft, kan dit wel. Als Kuhn gelijk heeft, kunnen we nooit meer tot feiten komen.We kunnen volgens Fodor niet zien wat we willen zien, want soms worden theorieën onderuit gehaald, hoe graag we die theorieën ook willen houden. Hier hangt een hele hoop vanaf hoe theoriegeladenheid van observatie zal aflopen. Wie heeft gelijk. Het lijkt erop dat er verschillende soorten theoriegeladenheid van observatie bestaat. Onschuldige en radicale varianten. Het geldt niet alleen voor zien, maar ook al je andere zintuigen. Stel iemand heeft nooit muziek gehoord en die gaat naar een concert van… Dat is dat complete chaos en je kunt er geen patronen in herkennen. Dat heb je ook van smaken. Sommigen kunnen geblinddoekt precies de juiste wijn raden, of geur, bepaalde parfum ruiken. Er bestaat dus een vorm van theoriegeladenheid van observatie. De vraag is welke consequenties eraan zitten. Bijv. familiefoto. Jij kent de mensen, maar anderen niet. Dus jij ziet wat anders, omdat je andere kennis hebt. Maar daar moet je geen dramatische epistemologische gevolgen aan toevoegen volgens Docent. Maar de theoriegeladenheid van observatie is geen uitgemaakte zaak. Slotconclusie: Wat gebeurt er met het empirisme? = Het gedeeltelijk hersteld. De perceptische wereld is gemeenschappelijk aan de mens. En de waarneming wordt niet beïnvloed door (wetenschappelijke) kennis. De module is daarvoor gesloten. Hoe denkt Quine over theoriegeladenheid van observatie? = Dat het niet bestaat. Wat is theoriegeladenheid van observatie? = Dat je achtergrond kennis en wat je meemaakt verbonden is met wat je ziet en dat het dat beïnvloed. Waarom ondergraaft de theoriegeladenheid van observatie de objectiviteit van de wetenschap? = Omdat er dan geen objectieve feiten zijn. Alles wat je ziet, zie je zo vanwege je achtergrondkennis. Je kunt dan nooit objectief waarnemen. In welk opzicht is perceptie een kwestie van ‘probleem-oplossen’? = Als we iets zien proberen we er een patroon in te vinden. Welke drie soorten argumenten worden volgens Fodor doorgaans gebruikt ter ondersteuning van het idee van theoriegeladenheid van observatie? = ?? In welk opzicht is onze perceptie ‘gekleurd’ volgens Fodor? = Er is wel een lichte vorm van theoriegeladenheid van observatie, maar die is algemeen. Wij mensen zien de wereld op een bepaalde manier. Ook hebben we interpretatie, maar dat komt pas na de waarneming. En in welk opzicht is onze perceptie ‘neutraal’ volgens Fodor? = Ik zie de wereld volgens Fodor niet op een andere manier dan een ander men. Wat bedoelt Fodor met zijn stelling dat onze perceptuele module ‘ingekapseld’ is? = Zo dringt kennis van optische illusie niet door tot de perceptiemodule. De perceptiemodule is ingekapseld. En als dat zo is dan zien mensen hetzelfde al zijn ze nog zo verschillend, want de kennis dringt niet door tot perceptie. ?? Welk concreet voorbeeld geeft Fodor om te laten zien dat onze perceptuele module niet toegankelijk is voor nieuwe kennis? = ?? Kun je zelf nog andere voorbeelden bedenken? = ?? Kun je ook voorbeelden bedenken die juist voor de theoriegeladenheid van observatie pleiten? = De voorbeelden die Fodor gaf van de optische illusies. We weten dat het niet waar is en toch zien we de illusie. Hoe verklaart Fodor de totstandkoming van consensus in de wetenschap? = Fodor denkt dat dit wel mogelijk is, omdat we niet zoveel theoriegeladenheid van observatie hebben. Welke algemene conclusie trekt Fodor uit zijn betoog? = Ik denk iets van dat mensen de dingen niet zo verschillend zien en dat we daarom best goed tot objectieve feiten kunnen komen en dat het rationalisme te ver is doorgeschoten. Hoe denk je zelf over de theoriegeladenheid van observatie? = Ik denk dat het ons tot zekere hoogte beïnvloedt, maar als het gaat om wetenschap dat het dan wel meevalt. Ook denk ik dat de interpretatie pas na de waarneming komt en dat je daarom bij observeren en wetenschap makkelijker objectief kan zijn. Ik denk wel dat het je kan beïnvloeden, maar omdat je onderzoek meestal samen doet en niet uitgaat van één resultaat, valt het denk ik heel erg mee in de wetenschap. Over het algemeen begrijpen mensen elkaar ook vrij goed, dus ik denk dat het in het dagelijks leven niet zo’n grote rol speelt. Er is een lichte vorm van theoriegeladenheid van observatie met dingen die je hebt meegemaakt, maar geen vorm die echt gevolgen heeft voor de wetenschap, denk ik.
Ingezonden op 20-03-2017 - 1624x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!