Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
IntertaalDuits
› 15 Mens en Maatschappij 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
IntertaalDuits
15 Mens en Maatschappij 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
verabschieden = afscheid nemen Auf Wiedersehen = tot ziens Tschüss = dag bis = tot Bis bald = tot zo Gute Nacht = goedenacht Grüß Gott = goedendag läuten = luiden; bellen anklopfen = aankloppen eintreten / tritt ein / trat ein / eingetreten = binnengaan die Begrüßung = begroeting / verwelkoming der Empfang = ontvangst umarmen = omarmen; omhelzen willkommen = welkom grüßen = groeten der Abschied = afscheid Leben Sie wohl = vaarwel Ade = Adieu Mach's gut = het ga je goed von sich hören lassen raus = naar buiten winken = zwaaien; wuiven geben / gibt / gab / gegeben = gegeven bekommen / bekam / bekommen = krijgen das Geschenk = geschenk; cadeau schenken = geven; schenken kriegen = krijgen mitbringen / brachte mit / mitgebracht = meebrengen leihen / lieh / geliehen = lenen ausleihen / lieh aus / ausgeliehen = (uit)lenen zurückgeben / gibt zurück / gab zurück / zurückgegeben = teruggeven wegnehmen / nimmt weg / nahm weg / weggenommen = wegnemen sich kümmern = zich bekommeren beschützen = beschermen helfen / hilft / half / geholfen = helpen die Hilfe = hulp der Gefallen = plezier spenden = geven zeigen = tonen; laten zien behandeln = behandelen die Gleichberechtigung = (rechts)gelijkheid; gelijke rechten beeinflussen = beinvloeden sich wenden / wandte / gewandt = zich wenden stören = storen hindern = hinderen der Krach = ruzie peinlich = pijnlijk überreichen = overhandigen abgeben / gibt ab / gab ab / abgegeben = afgeven erhalten / erhältt / erhielt / erhalten = krijgen sich beteiligen = deelnemen die Anwesenheit = aanwezigheid die Abwesenheit = afwezigheid die Störung = storing einander = elkaar sich einmischen = zich bemoeien die Angelegenheid = zaak; aangelegenheid das Angebot = aanbod versorgen = zorgen voor ankommen / kam an / angekommen = in tel zijn; het goed doen die Ehre = eer die Emanzipation = emancipatie die Feministin = feministe die Frauenbewegung = vrouwenbeweging sozial = sociaal integrieren = integreren diskriminieren = discrimineren unabhängig = onafhankelijk arm = arm reich = rijk haben / hat / hatte / gehabt = hebben besitzen / besaß / besessen = bezitten der Besitzer / die Besitzerin = bezitster von = van eigene(r,s) = eigen gehören = toebehoren privat = prive; particulier mein = mijn sein = zijn ihr = haar; hun Ihr = uw unser = ons euer = jullie erben = erven der Erbe / die Erbin = erfgenaam ; erfegname der Besitz = bezit der Eigentümer / die Eigentümerin = eigenaar / eigenares das Eigentum = eigendom das Vermögen = vermogen behalten /behält / behilet / behalten = houden ersetzen = vervangen; vergoeden wert = waard der Wert = waardde der Luxus = luxe die Armut = armoede der Wohlstand = welvaart; welstand das Testament = testament das Erbe = erfenis
Ingezonden op 21-03-2017 - 516x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!