Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
137365Homework
› 0 Geschiedenis kenmerkende aspecten
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
137365Homework
0 Geschiedenis kenmerkende aspecten
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
tijdvak 1 = tijd van jagers en boeren KA 1.1 = de levenswijze van jager-verzamelaars KA 1.2 = het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA 1.3 = het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen tijdvak 2 = tijd van grieken en romeinen KA 2.1 = de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de griekse stadsstaat KA 2.2 = de klassieke vormentaal van de grieks-romeinse cultuur KA 2.3 = de groei van het romeinse imperium waardoor de grieks-romeinse cultuur zich in europa verspreidde KA 2.4 = de confrontatie tussen de grieks-romeinse cultuur en de germaanse cultuur van noordwest europa KA 2.5 = de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten tijdvak 3= tijd van monniken en ridders KA 3.1 = de verspreiding van het christendom in geheel europa KA 3.2 = het ontstaan en de verspreiding van de islam KA 3.3 = de vrijwel volledige vervanging in west-europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid KA 3.4 = het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur tijdvak 4 = tijd van steden en staten KA 4.1 = de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving KA 4.2 = de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden KA 4.3 = het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben KA 4.4 = de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten KA 4.5 = het begin van staatsvorming en centralisatie tijdvak 5 = tijd van ontdekkers en hervormers KA 5.1 = het begin van de europese overzeese expansie KA 5.2 = het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling KA 5.3 = de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid KA 5.4 = de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk tot gevolg had KA 5.5 = het conflict in de nederlanden dat resulteerde in de stichting van een nederlandse staat tijdvak 6 = tijd van regenten en vorsten KA 6.1 = het streven van vorsten naar absolute macht KA 6.2 = de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de nederlandse republiek KA 6.3 = wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme, en het begin van een wereldeconomie KA 6.4 = de wetenschappelijke revolutie tijdvak 7 = tijd van pruiken en revoluties KA 7.1 = rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie, en sociale verhoudingen KA 7.2 = voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) KA 7.3 = uitbouw van de europese overheersing met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme KA 7.4 = de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten, en staatsburgerschap tijdvak 8 = tijd van burgers en stoommachines KA 8.1 = de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving KA 8.2 = discussies over de 'sociale kwestie' KA 8.3 = de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie KA 8.4 = de opkomst van emancipatiebewegingen KA 8.5 = voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces KA 8.6 = de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme, en feminisme
Ingezonden op 21-03-2017 - 795x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!