Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Moderne filosofie
› 2 College 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Moderne filosofie
2 College 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Van wanneer tot wanneer leefde René Descartes? = Van 1596 tot 1650. Wat is mechanisering? = Alles was er is, kan op een mechanische manier verklaard worden. Alles bestaat uit mechanische deeltjes. De vraag wordt hoe de mens zich met de natuur en God verhoudt. Welke vragen komen er vanuit de metafysica, ethiek en de kentheorie? = Metafysica: de vraag naar het subject – wie zijn wij eigenlijk? Hoe verhoud ik als subject of geest mij tot het lichaam? Ethiek: Hoe vrij zijn wij in een gemechaniseerde wereld? Hoe is ethiek mogelijk? Kentheorie? Wat kennen we eigenlijk? En op welke grondslag? Vertel wat over Descartes. = Hij was Frans, kreeg een gedegen opleiding (veel kritiek op scholen: scholastiek). Hij hoorde bij de Jesoïte (of zoiets) orde die niet zozeer katholiek, maar veel vertrouwen had in de menselijke rede en daar onderzoek naar wilde doen. Hij heeft door Europa gezworven, gevochten in de 30-jarige oorlog. Daar doet hij de ervaring op wat fundamenten zijn van kennis en tot conclusies komen. Hij kwam in de Nederlandse Republiek die in de Gouden eeuw zat. We waren religieus tolerant. Het idee daarom bestaat van toen. Veel andere filosofen kwamen ook naar Nederland. Descartes bleef 20 jaar. Hij kwam in aanraking met theorieën van Galilei en ontmoette Frasman Sennes of zoiets. Het lukte ze om Cartiaanse Filosofie snel te verspreiden. Hij werkte niet bij een universiteit, maar hij kon belangrijk worden door belangrijke mensen, zoals prinses Elisabeth en Thomas Hobbes. Hij werd uitgenodigd om in Zweden bij een vrouw huisfilosoof te worden, maar het was koud en hij moest vroeg opstaan. Hij stierf uiteindelijk aan een longontsteking. Hij was natuurwetenschapper en wiskundige. Hij schreef veel over hersenen en zenuwbanen neurologie. Was Descartes een rationalist of een empirist? = Een rationalist (samen met Spinoza en Leibniz). De natuur is een machine, anderzijds plaats maken voor dingen die niet verklaard kunnen worden. Wat is het werk van Descartes? = Ca 1628 Regulae ad directionem ingenii (postuum & onvoltooid). Ca 1629-33 Le monde en L’Homme (postuum). 1637 Discours de la méthode plus la dioptrique, les méteores, et la géometrie. 1641-2 Meditationes de prima philosophia + Objecties en antwoorden. 1644 Principia Philosophiae. 1649 Les passions de l’âme. Waarom was Descartes belangrijk in de wiskunde? = Zijn coördinatenstelsel met x en y-as wordt nog steeds gebruikt. Wat is Descartes’ kritiek op Galilei? = Zijn wetenschap is van onschatbare waarde, maar hij heeft geen fundament. We moeten op zoek naar het fundament van alles wat er in. Fundament is onbetwijfelbaar en onbevooroordeeld. Wat is Descartes’ kritiek op Aristoteles? = Aristoteles heeft het over onbewogen beweger en het eerste principe. Het eerste principe is datgene wat je volgens Descartes als eerste kent. Dat is anders dan Aristoteles. Aristoteles zegt dat onze eerste kennis komt van de zintuigen, volgens Descartes is dit niet zo. We hebben onze eerste toegang tot kennis en niet zintuigen. Wat het makkelijkst is, is wat het moeilijkste te betwijfelen is. Zintuigen zijn heel makkelijk te betwijfelen, en kennis niet. Wat is Descartes’ kritiek op scholastiek? = Het is te onzeker. Bijv. bij Questio, moet je voor en tegenargumenten geven. Het is onkritisch en boekenwijsheid. Hij doet een beroep op zelfstandig nadenken. Waarom zijn zintuigen volgens Descartes niet te vertrouwen? = Dat laat de wetenschap ons zien. Mechanische werkelijkheid lijkt niets op hoe wij de wereld ervaren. Wat zegt Descartes over zelf nadenken? = Je moet niet voortbouwen op het werk van anderen, want dan is het altijd moeilijk om het goed te doen. Je moet zelf nadenken. Hij heeft er vertrouwen in dat elk individu dit kan. Hij neemt zelf ook dingen over van bijv. Aristoteles, omdat hij zich laat inspireren en dat mag. Maar je moet het niet klakkeloos overnemen, zonder na te denken, zoals wat veel mensen bij de bijbel doen. Altijd zelf nadenken en niet zomaar alles overnemen. Hoe denken rationalisten over wiskunde? = Heel belangrijk. Het is de taal waarin de werkelijkheid beschreven wordt. Descartes komt met een methode van heldere en welonderscheiden ideeën. Wat zijn heldere en welonderscheiden ideeën? = Helder: Ik kan mijn volledige aandacht erop richten. Welonderscheiden: Je herkent het als dit en als niets anders. Het is anders dan primaire waarnemingen. Het zit al in je verstand en het is alleen helder en welonderscheiden als je je verstand gebruikt. Ze zijn net als wiskunde van volmaakte orde. Hoe ziet de nieuwe methode van Descartes er inhoudelijk uit? = Wiskunde beschrijft in uitgebreidheid: driedimensionale uitstrekking van deeltjes in tijd en plaats met die coördinaten kun je de hele natuur beschrijven. Wat zijn de meditaties van Descartes? = Het zijn er zes. Het gaat over de 1e filosofie, waarin het bestaan van God en de onsterfelijkheid van de ziel besproken worden. Er zit een nieuwe fundering van de metafysica in de meditaties. In de 1e plaats is het in ik-vorm geschreven en dat is voor scholastiek ongebruikelijk. Het is een oefening om los te komen van zintuiglijk en vooroordelen over hoe je het leven ziet. Oefening om los te komen van alles wat je dat dat waar is. Dat moet je één keer doen, dan heb je het fundament en kun je verder met kosmologie etc. De buitenkant is klassiek metafysisch. Dat is om Aristotelische denkers te trekken om het te lezen. Descartes was gelovig maar zijn meditaties waren niet klassiek theologisch en Aristotelisch. Het was een kritiek op vooroordelen. Een kritiek op eigen vooringenomenheid en onverschilligheid tegenover de waarheid. Dingen aannemen zonder gedegen onderzoek te doen. Je moet de waarheid niet bepalen, maar op jezelf af laten komen. Je kunt de waarheid alleen vinden door heldere en welonderscheiden ideeën. Het is niet maar wat verzinnen, maar jezelf disciplineren om de waarheid in te zien. Hij maakt gebruik van de methode van de twijfel, omdat je dat van vooroordelen bevrijdt. Waar gaan de meditaties 1 t/m 6 over van Descartes? = 1. Twijfelexperiment. 2. Cogito ergo sum. 3. Godsbewijzen. 4. Criterium van waarheid. 5. Geometrie als de essentie van de materiele buitenwereld. 6. Het bestaan van de buitenwereld en het dualisme van lichaam en ziel. Welke stappen neemt Descartes in zijn twijfel? = Dit is de eerste meditatie van Descartes. Wat is twijfel? Niet: ik ga eens even twijfelen of ik hier sta, maar methodisch, systematisch opgebouwd. Daardoor is het niet sceptisch, maar radicaal. Radicaal: Tot aan de wortel en het fundament. Stap 1: Eerst twijfelen aan de zintuigen, ons cognitieve apparaat. Je ziet ooit dingen die er niet zijn, als je ziek bent, smaakt iets anders, etc. Zelfs al twijfel je aan zintuigen, je weet waar je staat en wat je doet. Stap 2: Twijfel aan het onderscheid tussen dromen en waken, onze cognitieve toestand. Maar zelfs dan weet je welke wiskundige zekerheden kloppen. Stap 3: Twijfel aan een goede God, de hypothese van de malin génie: het altijd bedrogen worden. Een kwade God die wiskundige principes in je hoofd stopt die niet waar zijn. Waar gaat de tweede meditatie van Descartes over? = Er is niets zeker, behalve dat ik twijfel en dat ik dus denk en als ik denk dan ben ik: Cogito ergo sum. Dit zegt hij niet in zijn meditaties maar wel ergens anders. Uitgangspunt: Ik ben een twijfelexperiment aan het doen. Ik twijfel. ‘Ik ben dus in zekere zin een denkend ding.’ Dit wordt later een denkende substantie. Ik kan twijfelen aan de inhoud van mijn denken (wat ik ervaar (voorstellen en ervaren zijn vormen van denken.)), maar niet aan dat ik denk (of ervaar/waarneem). Kritiek: miss is het een demon die denkt. Descartes: Maar dan is er wel iemand die dat doet en als het een simulatie is, is het een simulatie die zich aan mij voordoet. ‘Ik denk, dus ik ben.’ Is helder en welonderscheiden. Waarom is sceptische twijfel niet radicaal volgens Descartes? = Sceptici twijfelen volgens Descartes om te twijfelen, maar je moet ook de twijfel zelf in twijfel trekken. Pas dan kom je tot het fundament. Scepticisme is niet radicaal genoeg. Waar gaat de derde meditatie van Descartes over? = Godsbewijzen. Theoretisch godsbewijs: Als ik mezelf ga bestuderen als denkend ding, heb ik een idee van een volmaakt oneindig wezen. Dat kan ik zelf niet zijn, want ik ben eindig en niet volmaakt. En hoe kan ik het idee van zoiets volmaakts hebben? (Oude metafysica dat je geen ideeën kunt hebben van iets van hoger dan jij zelf, alleen lager of hetzelfde.) Dus moet het van de oneindige en volmaakte zelf komen. Dit is uit het idee van God afgeleid. Ontologisch Godsbewijs is uit de definitie van God afleiden dat God bestaat. Waar gaat de vierde meditatie van Descartes over? = Het criterium van de waarheid. Dat is God. God s volkomen en goed en hij bedriegt mij niet. Dus als ik ergens een helder en welonderscheiden idee van heb, mag ik er vanuit gaan dat dit ook waar is. Waarnemen is niet zintuiglijk het is waarnemen met de geest, bijv. 1+1=2 voor je zien. Dat doe je met intellect, je hoeft het niet te zien om te snappen: A priori. Ene Arno ziet de vierde meditatie van Descartes als een cirkelredenering. Waarom? = Omdat hij de stap maakt van denkbaarheid naar werkelijkheid. God bestaat omdat ik er een helder en welonderscheiden idee van heb en omdat God bestaat en hij goed is, weet ik dat heldere en welonderscheiden ideeën bestaan. Waar gaat de vijfde meditatie van Descartes over? = Geometrie als de essentie van de materiele buitenwereld. Uitgebreidheid is het wezen van de buitenwereld. Heldere en welonderscheiden ideeën over de kwantitatieve eigenschappen van objecten: grootte, vorm, aantal –waarvan het wezen uitgebreidheid in beweging. Ik heb ook allerlei ideeën van kwalitatieve eigenschappen van objecten: als ik het over kleur heb, gevoel van iets, honger en pijn, dan krijg ik en helder en welonderscheiden idee. Waar gaat de zesde meditatie van Descartes over? = Het bestaan van de buitenwereld en het dualisme van lichaam en ziel. Zintuiglijke waarneming geeft ons geen zekerheid en leert ons niets over ons lichaam en de materiële buitenwereld. Onze zintuigen kunnen we naast zitten. We hebben een hele levendige indruk, maar hoezo geven die zintuigen mij geen goed beeld? Omdat de zintuigen mij bedriegen, kunnen we daar niet vanuit gaan. Gebruik je intellect en niet je verbeelding of zintuiglijke waarneming. Beide kunnen ons helpen en leren, maar bieden ons geen fundamentele waarheid, geen zicht in het wezen. Conclusie: God is geen bedrieger en dus komen onze heldere en welonderscheiden gewaarwordingen overeen met de werkelijkheid. Waarom wordt Descartes een rationalist genoemd? = Omdat niet de zintuigen, maar de ratio de eerste bron van kennis is. Zintuigen zijn bedrieglijk. Leg uit waarom (a) Descartes’ methode in zijn Meditaties sceptisch genoemd kan worden, maar (b) hij toch geen scepticus is. = A. omdat hij aan alles twijfelt, B. omdat hij methodisch twijfelt en ook aan het twijfelen zelf twijfelt. Beschrijf de drie stappen van Descartes’ twijfelexperiment in de Eerste Meditatie. = Stap 1: Eerst twijfelen aan de zintuigen, ons cognitieve apparaat. Je ziet ooit dingen die er niet zijn, als je ziek bent, smaakt iets anders, etc. Zelfs al twijfel je aan zintuigen, je weet waar je staat en wat je doet. Stap 2: Twijfel aan het onderscheid tussen dromen en waken, onze cognitieve toestand. Maar zelfs dan weet je welke wiskundige zekerheden kloppen. Stap 3: Twijfel aan een goede God, de hypothese van de malin génie: het altijd bedrogen worden. Een kwade God die wiskundige principes in je hoofd stopt die niet waar zijn. Hoe bewijst Descartes in de Tweede Meditatie zijn eigen bestaan? = Hij kan aan alles twijfelen, maar er is één ding waar hij niet aan kan twijfelen en dat is dat hij twijfelt. Hij twijfelt, denkt, dus hij bestaat. Cogito ergo sum: ik denk, dus ik ben. Wat is de functie van de godsbewijzen in Descartes’ metafysica? = Ik denk aantonen dat er sommige dingen zijn die hij wel zeker kan weten, omdat er een goede God is. ?? Volgens Descartes-criticus Arnauldis de redenering dat het waarheidscriterium uit het ideeën theoretisch godsbewijs volgt circulair. Waarom zou hij dat hebben gezegd? En hoe zou Descartes hierop kunnen reageren? = Omdat hij zegt dat God bestaat, omdat hij er een helder en welonderscheiden idee van heeft en helder en welonderscheiden ideeën bestaan, omdat God goed is en niet liegt. Descartes zou denk ik kunnen zeggen dat je volgens de metafysica die er toen was, niet kan denken aan iets groters dan jijzelf, dus moet er wel iemand zijn die dat in jouw hoofd gestopt heeft. Hoe bewijst Descartes dat lichaam en ziel twee onderscheiden substanties zijn? En wat bedoelt hij daarmee? = Omdat uitgebreide substantie deelbaar is en de denkende substantie niet. Je kunt ze los van elkaar bedenken: je hebt van beide een helder en welonderscheiden idee en als dat is, als God dat zo in jouw hoofd stopt, dan moeten ze ook los van elkaar kunnen bestaan. Wat hij er mee bedoelt?? Zit denk ik al in de vraag hoe hij het bewijst. Beschrijf het probleem dat wordt opgeworpen door Descartes’ stelling dat lichaam en ziel twee onderscheiden substanties (“Cartesiaans dualisme”) zijn. Leg daarbij uit waarom dit ook een probleem voor Descartes is, ook al beschouwde hij het zelf misschien niet als een probleem. = Hoe interacteren een materieel lichaam en een immateriële ziel met elkaar? Descartes schoof het probleem op door te zeggen dat het in de pijnappelklier gebeurt, maar hij heeft het niet op kunnen lossen. Het is nog steeds een probleem, want we weten nog steeds niet hoe lichaam en ziel met elkaar kunnen interacteren.
Ingezonden op 25-03-2017 - 1335x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!