Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'

Disco, deel 2

11 ~ Disco Les 11 t/m 16~ MarkMeeh

Jaar 3 (Gymnasium)

11A;
lux, luces = (dag)licht; dag; daglicht; licht
munus, munera = taak
neglegere = verwaarlozen
postremo = ten slotte
quod = omdat
nihil = niets
ira = woede
dolor, ores = verdriet; pijn
clam = heimelijk
caelum = hemel
posui = pf van ponere; pf van ponere: plaatsen
ponere = plaatsen
vestis, es = kleding(stuk); kleding; kledingstuk
inferi = goden, onderwereld
anima = ziel
vixi = pf van vivere: leven
perfeci = pf van perficere: voltooien; pf van perficere: afmaken
perficere = voltooien; afmaken
effugi = pf van effugere: wegvluchten; pf van effugere
effugere/io = wegvluchten (voor); wegvluchten; wegvluchten voor
deserui = pf van deserere: in de steek laten; pf van deserere
poena = straf
fefelli = pf van fallere; pf van fallere: bedriegen
fallere = bedriegen; misleiden
sidus, sidera = ster
iurare = zweren (bij); zweren; zweren bij
nepos, otes = kleinzoon; nakomeling
manere = te wachten staan
pectus, pectora = borst
sic = zo
11B;
coepi = ik begin; ik begon
tunc = toen; op dat moment
nomen, mina = naam
memoria = herinnering; geheugen
tenui = pf van tenere; pf van tenere: vasthebben
tenere = vasthebben; vasthouden; hebben
averti = pf van avertere; pf van avertere: afwenden
avertere = afwenden
ut = zodra, zoals
consistere = blijven staan
constiti = pf van consistere: blijven staan
excepi = pf van excipere: opvangen
excipere = opvangen; ontvangen
13A;
maestus = bedroefd
armatus = bewapend
quamquam = hoewel
longus = lang
gerere = dragen; voeren
tamen = toch
ignotus = onbekend
meus = mijn
appropinquare = naderen
pulcher, pulchra, um = mooi
virgo, virgines = meisje; maagd
tam = zo
quia = omdat
coegi = pf van cogere: dwingen
solus = alleen
carus = lief; dierbaar
Mars, Martem = Mars
deposui = pf van deponere: neerzetten
deponere = neerzetten; afleggen
multus = veel
territus = verschrikt; geschrokken
sci(v)i = pf van scire: weten
scire = weten
13B;
potestas, ates = macht
anxius = bang; angstig
cura = zorg
vexare = kwellen
regnum = (konink)rijk, macht
pepuli = pf van pellere: verdrijven
pellere = verdrijven
servus = slaaf
peperi = pf van parere: voortbrengen
parere/io = voortbrengen; baren
iratus = woedend
sedes, es = zetel
magnus = groot; luid
vox, voces = stem
quomodo = hoe; op welke manier
puer, pueri = jongen
interficere = doden
flumen, mina = rivier
impius = misdadig; goddeloos
misi = pf van mittere: zenden
ripa = oever
ita = zo
postea = later
postor, ores = herder
parvus = klein
portare = dragen
14A;
itaque = dus
consulere = raadplegen
signum = teken
unus = een
mons, montes = berg; heuvel
Roma = Rome
consedi = pf van considere: gaan zitten
considere = gaan zitten
qui, quae, quod (betrekkelijk vnw) = die; dat
feci = pf van facere: maken
colui = pf van colere: vereren
an = of; of (in vraag)
ostendi = pf van ostendere: tonen
ostendere = tonen; vertonen; (ver)tonen
pugna = strijd
cecidi = pf van cadere: vallen
alius = ander
fabula = verhaal
quondam = eens; ooit
novus = nieuw
nondum = nog niet
altus = hoog, diep
14B;
post = na
labor, ores = werk; inspanning; moeite
domum = naar huis
cena = maaltijd
qui, quae, quod (vragen vnw) = welke
Romae = in Rome; te Rome
miser, era, erum = ongelukkig
magnitudo, dines = grootte; grootheid
legatus = gezant
finitimus = aangrenzend; naburig
finxi = pf van fingere: vormen
fingere = vormen, verzinnen
Romam = naar Rome
conveni = pf van convenire: samenkomen
convenire = samenkomen
multitudo, dines = menigte
Romanus = Romein, Romeins
iuvenis, es = jongeman
15A;
vulnerare = (ver)wonden; verwonden; wonden
si = als; indien
homo, homines = mens; man
mortuus = gestorven
populus = volk
vulnus, nera = wond
inquit = hij/zij zegt; zei; hij/zij zei
novi = pf van noscere: leren kennen; pf van noscere: kennen
noscere = leren kennen
bonus = goed
opes = rijkdom, macht
15B;
putare = denken; menen
regnare = koning zijn
serva = slavin
facere/io = maken (tot); maken; maken tot
senator, ores = senator
ius, iura = (het) recht; het recht; recht
iure = terecht; met recht
vis = geweld
salutare = (be)groeten; begroeten; groeten
se recipere/io = zich terugtrekken
miles, ites = soldaat
16A;
hic haec, hoc = deze; dit
pugnare = vechten
ops, opem = hulp
timui = pf van timere: bang zijn
addidi = pf van addere: toevoegen
addere = toevoegen
nisi = als niet
tuus = jouw
nudus = naakt
deprehindi = pf van deprehendere: betrappen
deprehendere = betrappen; grijpen
interfeci = pf van interficere: doden
tantus = zo groot
perferre = verdragen
(se) dedere = (zich) overgeven; zich overgeven; overgeven
vici = pf van vincere: overwinnen
vincere = overwinnen
victor, ores = overwinnaar
victoria = overwinning
16B;
alienus = vreemd; andermans
violare = schenden; verkrachten
iste, ista, istud = die; dat
animus = hart, geest
abesse = afwezig zijn
peccare = verkeerd handelen; zondigen
ille, illa, illud = die; dat
exemplum = voorbeeld
cor, corda = hart
-que = en ...; en
ex-traxi = pf van extrahere: trekken uit
extrahere = trekken uit
sanguis, inem = bloed
scelestus = misdadig; schurkachtig
tradidi = pf van tradere: overhandigen
tradere = overhandigen, overleveren

Ingezonden door MarkMeeh op 26-03-2017 - 1249x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 27-03-2017.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan drie jaar geleden ingestuurd!
Mogelijk werk je met een nieuwere druk en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Reacties (1)

Anonieme

01-06-2018 16:03

SLECHT!!!!! NIKS KLOPT

Vakken

Disco, deel 2

11 ~ Disco Les 11 t/m 16~ MarkMeeh

Reacties (1)