Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Moderne filosofie
› 9 College 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Moderne filosofie
9 College 9
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat voor kritiek heeft Hegel op Kant? = Hegel stelt de vraag of wij het menselijk kennen in zo algemene, abstracte termen van Kant kunnen behandelen. Kennis ontwikkelt zich toch, en wel met en in de tijd? Kants transcendentale filosofie (gaat vooral om het onderzoeken van de mogelijkheidsvoorwaarde van het kennen) niet genoeg. Kant neemt een metapositie (buitenpositie) tegenover kennis aan, maar die positie wordt niet in twijfel getrokken. Het is een oneindige regressie. Wat kennis is en hoe kennis werkt, wordt pas duidelijk door het kennen zelf. in Kant’s manier van met kennis omgaan zit een vooronderstelling achter namelijk dat kennis als medium of als instrument gebruikt wordt om te kunnen kennen. Hegel vindt dit problematisch want er wordt een subject object onderscheid gemaakt maar waar wordt dat onderscheid op gebaseerd. Wat Hegel wil laten zien is dat het onderscheid tussen subject en object al een fundamentele eenheid bevat tussen beide. Dus om de relatie te begrijpen tussen mij en de wereld, vooronderstelt het al en een fundamentele relatie tussen de twee. Die relatie wilt Hegel centraal stellen. Bij Hegel gaat dat samen met de dialectiek. Welke kritische vragen kreeg Kant allemaal? = 1. Kennis ontwikkelt zich toch, en wel met en in de tijd? (Hegel) 2. Kennis is toch sociaal, politiek en economisch ingebed? (Marx, Foucault) 3. Kennis is toch ook een individuele, subjectieve, persoonlijke aangelegenheid? (Kierkegaard, Heidegger, Sartre) 4. Kennis is toch ook een praktische, gesitueerde, lichamelijke aangelegenheid? (Heidegger, Merleau-Ponty) 5. Kennis kan toch alleen in taal worden uitgedrukt, en is toch van de structuur van de taal en taalgemeenschap afhankelijk? (Frege, Wittgenstein, Derrida). Wat voor kritiek kreeg Kant van het post-kantianisme? = Jacobi: zonder ding an sich (nouminale) waarvan we niets kunnen zeggen, is een probleem voor Kant. Zonder dat ben je niets voor Kant. Ding an sich niet in empirie gegeven. Het geeft problemen. Hij kreeg ook kritiek van Schopenhauer. Wat voor kritiek kreeg Kant van de romantiek? = De romantiek verlangt naar het doorvoelen van het alomvattende geheel. Welke Duits idealisten gaven kritiek op Kant? = Fichte, Schelling en Hegel. Van wanneer tot wanneer leefde Hegel? = Van 1770 tot 1831. Vertel wat over Hegel? = Hij was arm, kreeg pas op z’n 30e een betaalde baan in de filosofie, een van de weinige filosofen met een vrouw en kinderen en een kwart van zijn inkomen ging naar wijn. Wat is Hegels werk? = 1801 Differenz des Fichteschen und Schellingschen Systems der Philosophie 1807 Phänomenologie des Geistes 1812/13 Wissenschaft der Logik 1817 Enzyklopädie der philosophischen Wissenschaften im Grundrisse 1821 Grundlinien der Philosophie des Rechts. Wat is Hegels project? = Hij is een verzoener van het kantianisme, protestantisme en romantiek. In tegenstelling tot Kant moeten we de domeinen vrijheid, religie, natuur en logica niet strikt gescheiden houden, maar juist met elkaar denken. Hij wil tussen romantiek en de verlichting in zitten. Van de romantici wil hij het streven van eenheid en het geheel meenemen en van de verlichting het beginsel van onze waarheid in het subject. Hoe denkt Hegel over het vrije subject? = We moeten enerzijds uitgaan van het vrije subject en het individu als we praten over waarheid, kennis en denken. (Franse revolutie s viering van het vrije subject.) Maar anderzijds kunnen we het subject alleen begrijpen als onderdeel van het geheel. Het is niet geïsoleerd. Er is altijd een context. Er is geen transcendente grond aan onze werkelijkheid, de grond van de werkelijkheid zit in de werkelijkheid zelf (immanent). Het geheel ontwikkeld zichzelf. Wat is de kritiek van Kant op de dialectiek? = Ze zouden leiden tot antinomieën, tegenspraak. De rede gaat zich in tegenspraken verhullen en gaat dan over de grenzen van het kennen heen. Er zijn grenzen van de rede en met de dialectiek gaan we daaroverheen. De dialectiek is wel belangrijk, omdat het wel aantoont wat wij niet kunnen kennen, maar wel kunnen ervaren en denken en het domein van moraal en religie. De dialectiek heeft dus een negatieve functie, maar wel met een belang om ruimte te maken voor moraal en religie. Door een onderscheid te maken tussen het noumenale en het fenomenale was het naturalisme en het transcendentale compatibel. Wat is Hegels kritiek op Kants kritiek op dialectiek? = Kant blijft het hebben over de onoverbrugbare kloof tussen het kennende subject en het object (ding an sich). Voor Hegel zijn subject en object aspecten van dezelfde werkelijkheid en kunnen ze niet los van elkaar bestaan. Hij ziet zijn eigen systeem als vernuftdenken en van Kant als verstanddenken. Wat is volgens Hegel het verschil tussen Kants verstanddenken en Hegels vernuftdenken? = Verstanddenken van Kant analyseert, onderscheidt en scheidt. Het vernuftdenken van Hegel is het denken vanuit het geheel. Hoe denkt Hegel over denken? = Alle vormen van denken zijn weten. Waarheid is overal en we moeten denken vanuit het geheel. Hoe denkt Hegel over dialectiek? = Het is positief, omdat het een voortdurend proces van argumenten is dat uiteindelijk zal leiden tot de absolute waarheid. Zijn dialectiek is dat tegenpolen bij elkaar horen dankzij hun tegengesteldheid. De dialectische logica is een logica in ontwikkeling met een geschiedenis of leven. Hegels dialectisch proces bestaat uit These, antithese en synthese. Wat is dit? = Ieder argument begint met een these: iets wat je poneert. Daartegenover staat de antithese: een tegenpool. En in de synthese komen ze samen. Bijv. zijn, niet-zijn, woorden. Vrijheid, noodzakelijkheid, autonomie (vrij om jezelf die wetten op te leggen, te kiezen met welke noodzakelijkheden je wil leven). Dit proces gaat continu door. De synthese kan weer een these worden door er een antithese tegenover te stellen. Dit gaat door tot we bij de absolute waarheid komen. Het is het limiet van een dialectisch proces. Het omvat alles, maar het zit er zelf niet in. Bijv. natuurlijke getallen. Je hebt een oneindige reeks, maar het woord ‘getallen’ omvat het geheel aan oneindige getallen en is zelf geen getal. ‘Getallen’ is dan de absolute waarheid dat het geheel omvat. Wat is Hegels fenomenologie? = Bij het dialectisch proces komt de absolute Geest tot verschijning. Dat is het absolute geheel. Bij alle stappen in het dialectisch proces en in het menselijk denken ontplooit de absolute geest. Het gaat om fenomenologisch bewustzijn, een interne levendige reflectie op het kenproces zelf, waar de eigen ervaring het uitgangspunt is. Het heeft een begrips- en werkelijkheidskant. De absolute geest probeert zichzelf te begrijpen en elk punt van dialectiek is een soort zelfbegrip en hoe meer de absolute geest zichzelf begrijpt, hoe meer hij zichzelf realiseert. Hoe beter we onszelf kennen, hoe meer gerealiseerd we zijn. Wij zijn uitdrukkingen van het kenproces van de absolute geest die zichzelf begrijpt door de dialectiek tussen individuele bewustzijn. Het is als een soort pijl. De absolute geest is elke punt van de pijl en het geheel. Hoe brengt Hegel het empirisme en rationalisme samen? = Hegel noemt het empirisme en het rationalisme een these en een antithese en zegt dat hij zelf de synthese is. Wij begrijpen ons door empirisme en rationalisme. Ze waren beide noodzakelijke stappen in de dialectiek. Hegel noemt zijn filosofie absoluut idealisme maar hij ziet zijn eigen filosofie als synthese van Fichte en Schelling’s filosofie. Wat voor kritiek hadden Fichte en Schelling op Kant? = Zij probeerde beide tegen Kant te zeggen dat Kant een problematische onderscheid maakt tussen object en subject. Wat is het idee van Hegels absoluut idealisme? = Ik & de Natuur, subject & object. Het absolute is substantie én subject. Het ware is het geheel, het door zijn ontwikkeling vervolledigde wezen. Je kan de eenheid van de tegenstellingen tussen subject & object pas begrijpen wanneer de geest volledig ontplooid is. Waarom is Hegel nog belangrijk voor ons? = Het idee dat alleen een totaal systeem ons waarheid kan verschaffen en dat delen niet genoeg zijn. Wat verstaat Hegel o.a. onder het geheel? = Ook het wereldproces zelf: ook de ontwikkeling van instituties, politiek & economie is ook onderdeel van het geheel. Samen met alle andere vakken van wiskunde tot culturele antropologie begrijpen zij de wereld als geheel. Waarom is Hegel geen relativist? = Omdat alles waarheid is, maar de waarheid niet relatief is. De ontwikkeling van de geest die zichzelf probeert te begrijpen gebeurt op teleologische wijze, het einddoel (ontplooiing) zit in de absolute geest. De beschrijving van al die stappen in ons denken, manier van samenleving etc. die ontwikkelingen zijn logisch en volgen een teleologische logica: het gaat ergens heen, op een redelijke manier volgens noodzakelijke stadia. Slavernij was in de 18e eeuw normaal, door dialectische ontwikkelingen is het tegenwoordig niet meer normaal. Het is een noodzakelijke ontwikkeling. In welke zin is Hegels project een verzoening tussen Verlichting en romantiek? = Van de romantiek neemt hij het denken vanuit het geheel mee en vanuit de verlichting het beginsel van onze waarheid in het subject. Wat is het verschil tussen “dialectiek” bij Kant en bij Hegel, en op welke manier is Hegels dialectiek een kritiek op Kants filosofie? = Kant maakt een onderscheid tussen de fenomenale wereld en de noumenale wereld. Over de noumenale wereld kunnen we niets kennen volgens Kant. En Kant blijft met de kloof tussen subject en object, terwijl Hegel denkt dat dat niet zo verschillend is. Hij gebruikt these: stelling, antithese: tegenstelling en synthese: samenvoeging. Tegenstellingen zijn belangrijk en trekken elkaar aan. Je moet ze niet scheiden volgens Hegel. Hoe verloopt volgens Hegel het dialectische proces? Verwerk in je antwoord “synthese” en “opheffing (Aufhebung)”, en licht toe aan de hand van een voorbeeld. = Je begint met these: stelling, dan antithese: tegenstelling en dan komt hij met een synthese een soort opheffing van de tegenstellingen en een verzoening. Bijv. zijn, niet-zijn, woorden. Vrijheid, noodzakelijkheid, autonomie (vrij om jezelf die wetten op te leggen, te kiezen met welke noodzakelijkheden je wil leven). Dit proces gaat continu door. De synthese kan weer een these worden door er een antithese tegenover te stellen. Dit gaat door tot we bij de absolute waarheid komen. Het is het limiet van een dialectisch proces. Het omvat alles, maar het zit er zelf niet in. Bijv. natuurlijke getallen. Je hebt een oneindige reeks, maar het woord ‘getallen’ omvat het geheel aan oneindige getallen en is zelf geen getal. ‘Getallen’ is dan de absolute waarheid dat het geheel omvat. Hegels hoofdwerk heet Fenomenologie van de Geest. Licht deze titel toe, door in te gaan op wat “fenomenologie” en wat “Geest” volgens Hegel betekent. = Ik denk iets met fenomenologie als bewustzijn of zelfbewustzijn en geest als absolute geest. De absolute geest probeert zichzelf te begrijpen en dat doet hij wanneer elk individu zichzelf begrijpt en dan ontwikkelt hij zichzelf. ?? Wat is Hegels “absoluut idealisme”? 1. Ga daarbij in op Hegels uitspraak “Das Wahre ist das Ganze” en licht toe op welke manier dit idealisme voortkomt uit een kritiek op enerzijds Fichte, anderzijds Schelling. 2. In welke zin is Hegels idealisme anders dan het idealisme van zo iemand als Berkeley? = 1. PP: Alleen een totaalsysteem kan waarheid verschaffen. Het geheel is ook het wereldproces zelf. Ik denk dat hij daarmee bedoelt dat we vanuit het geheel moeten redeneren, omdat het geheel de absolute geest is en die ontwikkelt zich met de tijd. Zij gaven een eenzijdig beeld van de werkelijkheid, dus kwam Hegel met tegenstellingen. 2. Berkeley komt met het immanent idealisme: het idee is dat hij enerzijds wil vasthouden aan het empirisme dat alles wat ik ken door de zintuiglijke waarneming in mijn hoofd bestaat en alles wat ik waarneem alleen als idee. Materie bestaat dan alleen als fenomeen: hun zijn is hun waargenomen worden. De zintuiglijke indrukken en daaruit volgende ideeën zijn er alleen maar omdat ze waargenomen worden. Hij heeft hier ook iets rationalistisch tussen zitten dat ideeën er niet zijn als ze niet worden waargenomen. Hegel verzoent op een hele andere manier door ze als these en antithese te beschouwen. Licht toe hoe Hegels dialectische logica als wetenschapskritiek kan worden beschouwd, maar daarmee nog geen waarheidsrelativisme impliceert. = Ik denk dat je de waarheid van alle kanten moet bepalen, niet van één kant, maar dat zegt nog niet wat waar is of onwaar is.
Ingezonden op 27-03-2017 - 1198x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!