Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Taalkunde
› 1 Semantiek 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Taalkunde
1 Semantiek 1
Jaar 3 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
propositie=de mentale voorstelling van een bepaalde situatie die correspondeert met de betekenis van de volledige zin cognitieve semantiek=de conceptuele betekenis van woorden en zinnen definiëren we als de mentale representaties van onder meer entiteiten, handelingen en situaties referentiële benadering=waar of niet waar toekennen aan een propositie als ze de situatie (niet) adequaat beschrijft formele semantiek=de referentiële benadering ook wel waarheidsfunctionele of -conditionele semantiek denotatie=het betekenisdeel dat verwijst naar verschijnselen in de werkelijkheid intensie of sense=het concept of de kennis dat we van een woord of naam hebben extensie of reference=het concrete ding waar een woord of naam aan refereert uitingscontext=de verzameling omstandigheden die relevant zijn voor de referentie en de waarheid van de concrete uiting (wie, waar, hoe laat etc.) deictische elementen=elementen die zorgen voor de verankering van een uitdrukking in de uitingscontext deixis=het algemene verankeringsmechanisme conversationele implicatuur=een conclusie die op grond van achtergrondkennis wordt getrokken en niet op basis van wat daarvoor letterlijk gezegd is taalhandelingen of speech acts=handelingen zoals het stellen van een vraag of het geven van een bevel descriptieve betekenis=de objectieve beschrijving van referenten en situaties zoals referentiële, conceptuele en uitingsbetekenissen niet-descriptieve betekenis=expressieve betekenis en sociale betekenis (subjectief) expressieve betekenis=persoonlijke gevoelens, attitudes of waardeoordelen interjecties=uitingen zoals au, oef of verdorie die uitdrukking geven aan gevoelens bijwoorden van attitude=uitingen zoals hopelijk of gelukkig die uitdrukking geven aan persoonlijke attitude connotatie=gevoelswaarde of bijklank lexicale semantiek=open categorie van inhoudswoorden grammaticale, logische of zinssemantiek=gesloten categorie van functiewoorden semasiologie=leer van de betekenis onomasiologie=de leer van de benaming/ naamgeving contiguïteit=twee betekenissen van een woord aan elkaar grenzen en staan in relatie van metonymie tot elkaar bidirectioneel=wanneer je zowel met het woord voor A naar betekenis B kunt verwijzen, als andersom unidirectioneel=wanneer je wél met het woord voor A naar betekenis B kunt verwijzen, maar niet andersom geoniemen=woorden die oorspronkelijk naar een plaats van herkomst verwijzen (een bordeaux) eponiemen=woorden die verwijzen naar een persoon (een Picasso) metaforie=een betekenis uit het brondomein naar het doeldomein dragen materiële metaforen=relatie van gelijkenis in vorm of uiterlijk – voet van een berg functionele metaforen=relatie van gelijkenis op de functie – computervirus experiëntiële metaforen=relatie van gelijkenis met het subjectieve effect – zware stem verbleekte metaforen=bron is een archaïsme geworden – een plan toelichten gegeneraliseerde/conceptuele metaforen=slogans – het leven is (zoals) een tocht ontologische correspondentierelaties=correspondentierelaties die betrekking hebben op de entiteiten in de twee domeinen (boosheid is zoals de temperatuur van een vloeistof in een vat) epistemische correspondentierelaties=correspondentierelaties die betrekking hebben op de eigenschappen/ gedragingen van de entiteiten (koken van woede, stoom afblazen) image schemata=patronen van gegeneraliseerde metaforen die de ruimte gebruiken om greep te krijgen op abstractere concepten zoals tijd, afstand of hoeveelheid denotationele betekenisverschuiving=de extensie of denotatie van een woord verschuift in de loop van de geschiedenis (generalisatie en specificatie) generalisatie of betekenisverruiming/overextensie=de grenzen van de categorie breiden uit – limonade, luxaflex specialisatie of betekenisvereniging/onderextensie=de grenzen van de categorie worden beperkt – drinken melioratieve verschuiving=het woord krijgt een positievere bijklank – leuk, vreselijk pejoratieve verschuiving=het woord krijgt een negatievere bijklank – onnozel, typisch eufemisme=een verzachtende uitdrukking – ontlasting dyfemisme=een belasterende uitdrukking – nikker, bitch hyperbool=een opzettelijke overdrijving – hij stuift de kamer uit litotes=de hoeveelheid, intensiteit of ernst van iets stellen we minder voor dan het geval is (niet weinig) onomasiologische verandering=een samenstelling, afleiding, neologisme, klanknabootsing, klanksymboliek, verkorting, afkorting, initiaalwoord, letterwoord, contaminatie, reïnterpretatie – schoe+n of volksetymologie – groenteburger semantische decompositie=woorden ontbinden in combinaties van semantische features of componenten, d.w.z. kleinere, elementaire betekeniseenheden verbale decompositie=werkwoorden ontleden op ontstaan, worden, veroorzaken en positieve/negatieve toestand nominale decompositie=het vergelijken van eigenschappen en soorten synonymie in strikte zin=wanneer we woorden zonder betekenisverschil in alle contexten door elkaar kunnen vervangen Absolute of totale synoniemen=woorden met exact dezelfde betekenis – taalkundige/linguïst propositionele synonymie=als twee woorden in een zin in dezelfde context dezelfde betekenis hebben – begint en vangt aan synonymie in ruime zin=woorden met gedeeltelijk betekenisverschil die zich in een bepaalde context bevinden– mand en korf antonymie=woorden met tegenovergestelde betekenis niet-relationele antonymie=gevallen die onmogelijk van toepassing zijn op een zelfde object in een zelfde context (dood-levend) complementaire antonymie=gevallen waarbij gelijktijdige toepassing niet onmogelijk is en waarbij gelijktijdige toepassing evenmin noodzakelijk is (openen/sluiten) relationele antonymie=gevallen die noodzakelijkerwijze tegelijk van toepassing zijn in een zelfde situatie (kopen-verkopen) homonymie=een woord met twee niet-verwante betekenissen (kater) homofonie=twee woorden met dezelfde klank/uitspraak, maar anders geschreven (hart/hard) homografie=twee woorden met dezelfde spelling, maar met een verschillende uitspraak (régent-regént) polysemie=een woord met twee verwante betekenissen (kurk), zoals bij metonymie en metaforie hyponymie=ondergeschikte woorden gebaseerd op een inclusierelatie (fruit – appels, peren bananen) hyperoniem=overkoepelend domein in hyponymie (fruit) (co)hyponiemen=concrete onderdelen in hyponymie (appels, peren) betekenispostulaat=een hypothese (de als-dan-formule) meronymie=woorden met een hiërarchische betekenisrelatie holoniem= de entiteit in haar geheel aan (hoofd) (co)meroniemen=delen van het holoniem (neus, ogen, oren) taxonomische hiërarchieën=structuren met meerdere niveaus/subcategorieën (vaatwerk, bord, soepbord) bipolaire reeks=een reeks die vertrekt vanuit een neutraal middengebied (minuscuul, piepklein, klein, …, groot, enorm, gigantisch) monopolaire reeks=een reeks waarbij de oriëntatie van links naar rechts beweegt (bries, wind, storm, orkaan) kleurenterminologie=de manier waarop verschillende talen een bepaald lexicaal veld uitdrukken incompabiliteit=als de vlieg levend is, dan is deze niet dood én als de vlieg dood is, dan is deze niet levend. exclusiviteit=als de vlieg niet levend is, dan is deze dood én als de vlieg niet dood is, dan is deze levend. contradictie=zowel de formule van incompatibiliteit als die van exclusiviteit is van kracht contrariteit=alleen de formule van incompatibiliteit is van kracht, niet de formule van exclusiviteit
Ingezonden op 27-03-2017 - 2098x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!