Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
latijn ayub
› 5 woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
latijn ayub
5 woorden
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
deus = god est = is esse = zijn olympus = de olympus habitat = woont habitare = wonen rex = koning reges = koningen et = en sunt = zijn frater = broer frates = broers non = niet semper = altijd saepe = vaak ibi = daar Tartarus = de Tartarus vivit = leeft vivere = leven terra = aarde locus = plaats obscurus = donker nox = nacht noctes = nachten umbra = donker of schaduw huc = hierheen veniunt = komen venire = komen hic = hier dea = godin soror = zuster sorores = zusters uxor = echtgenote uxores = echtgenotes quoque = ook mater = moeder matres = moeders pater = vader patres = vaders fillia = dochter insula = eiland ubi = waar silva = bos flos = bloem flores = bloemen florent = bloeien florere = bloeien puella = meisje ludit = speelt ludere = spelen per = over errare = dwalen explorare = onderzoeken quottuor = vier equus = paard trahere = trekken ecce = kijk amica = vriendin appropinquare = naderen intrare = binnengaan legere = verzamelen ridere = lachen audire = horen videre = zien statim = meteen amare = beminnen fugere = vluchten temptare = proberen sed = maar in = in ex-clamare = uitroepen servare = redden rapere = roven audere = durven enim = want timere = vrezen deinde = vervolgens aperire = openen sub = onder nunc = nu regina = koningin sedere = zitten inter = tussen gaudere = verheugen dolere = verdrietig zijn nam = want iuvare = helpen reddere = teruggeven cogitare = denken nec nec = noch noch laedere = kwetsen cupere = begeren consilium = besluit capere = nemen annus = jaar dividere = verdelen sex = zes tum = toen curare = zorgen mille = duizend adire = gaan petere = zoeken autem = echter claudere = sluiten recipere = ontvangen tandem = eindelijk senex = oude man dicere = zeggen nusquam = nergens dormire = slapen respondere = beantwoorden quis = wie praemium = beloning dare = gaan quid = wat optare = wensen diu = divitiae = rijkdom sacerdos = simul = tegerlijkertijd vita = leven finire = beƩindigen evenire = uitkomen colere = vereren dum = terwijl ante = voor templum = tempel stare = staan corpus = lichaam subito = plotseling arbor = boom mutare = veranderen tangere = aanraken cum = toen ventus = wind vale = vaarwel femina = vrouw cur = waarom sacrum = offer facere/io = doen , maken praeferre = verkiezen genus , genera = afkomst, geslacht avus = grootvader gens , gentes = volk coniunx, iuges = echtgenoot, echtgenote ubique = overal septem = zeven filius = zoon fortuna = het lot numquam = nooit nocere = schaden tantum = slechts duo = twee liberi = kinderen tamquam = als het ware ideo = daarom suadere = aanraden parere = gehoorzamen lacrimare = huilen dubitare = aarzelen telum = pijl mittere = zenden cadere = vallen frustra = tevergeefs quinque = vijf necare = doden protegere = beschermen desinere = ophouden relinquere = verlaten parcere = sparen rogare = vragen iam = al non iam = niet meer paulatim = langzaam saxum = rots patria = vaderland etiam = zelfs, ook aliquando = soms lacrima = traan circumspicere = rondkijken vestigium = (voet)spoor horrere = huiveren invenire = vinden oculus = oog complere = vullen accidit = pf van accidere: gebeuren accidere = gebeuren exspectare = afwachten -ne = achtervoegsel; sluit zich aan bij het eerste woord in de vraagzin; niet vertalen parentes = ouders parui = pf van parere: gehoorzamen reliqui = pf van relinquere: achterlaten, verlaten veni = pf van venire: komen sero = te laat mors = dood culpa = schuld sustuli = pf van tollere: optillen tollere = optillen osculum = kus dedi = pf van dare: geven adii = pf van adire: gaan naar gladius = zwaard quaerere = zoeken iacere = liggen vocare = roepen fui = pf evan sse: zijn causa = oorzaak, reden fugi = pf van fugere: vluchten aspicere/io = aanschouwen, zien respondi = pf van respondere: antwoorden nec = en niet traxi = pf van trahere: trekken dixi = pf van dicere: zeggen vetui = pf van vetare: verbieden vetare = verbieden amor, ores = liefde sepulcrum = graf condere = (ver)bergen
Ingezonden op 28-03-2017 - 659x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!