Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
leeuwarder lyceum
› 3 frans hoofdstuk 3 zinnen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
leeuwarder lyceum
3 frans hoofdstuk 3 zinnen
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is je lievelingsvak?=Quelle est ta matière préférée? Dat is Frans, omdat het een mooie taal is.=C’est le français, parce que c’est une belle langue. Welk beroep zal je later doen?=Quel métier feras-tu plus tard? Ik wil graag hoteldirecteur worden, dat is een interessant beroep.=Je voudrais devenir directeur d’hôtel, c’est un métier intéressant. Waarom wil je dat beroep doen?=Pourquoi veux-tu faire ce métier? Omdat ik het contact met toeristen erg leuk vind.=Parce que j’aime beaucoup le contact avec les touristes. Welk profiel ga je kiezen?=Tu vas choisir quelle filière? Ik ga het profiel C&M kiezen, omdat ik dol ben op talen.=Je vais choisir la filière L, parce que j’adore les langues. In welke vakken ben je goed?=Tu es fort(e) en quelles matières? Ik ben goed in Engels en in tekenen.=Je suis fort(e) en anglais et en dessin. Welke vakken zal je hebben volgend jaar?=Tu auras quelles matières l’année prochaine? In ieder geval Frans, economie en geschiedenis.=En tout cas, le français, l’économie et l’histoire. Tot straks. Tot later.=À tout à l’heure. À plus. Tot vanavond. Tot morgen.=À ce soir. À demain. In welke Franstalige landen ben je geweest?=Dans quels pays francophones es-tu all(e)é? Ik ben in Frankrijk, België en Zwitserland geweest.=Je suis allé(e) en France, en Belgique et en Suisse. Wat is je favoriete land?=Quel est ton pays préféré? Dat is Frankrijk omdat ik de Franse landschappen erg mooi vind.=C’est la France, parce que j’aime bien les paysages français. Hebben Fransen andere gewoontes?=Les Français ont-ils des coutumes différentes? Ja, bijvoorbeeld de eetgewoonten.=Oui, par exemple les habitudes alimentaires. Zijn er andere verschillen?=Il y a d’autres différences? Ja, ze gebruiken niet vaak de fiets.=Oui, ils n’utilisent pas souvent le vélo. L’Hexagone, wat is dat?=L’Hexagone, qu’est-ce que c’est? Dat is een andere naam voor Frankrijk.=C’est un autre nom pour la France. Waarom is Frans belangrijk voor jou?=Pourquoi est-ce que le français est important pour toi? Omdat men in de hele wereld Frans spreekt.=Parce qu’on parle français dans le monde entier. Is Frans een makkelijke taal?=C’est une langue facile, le français? Dat gaat, maar Frans lijkt niet op Nederlands.=Ça va, mais le français ne ressemble pas au néerlandais.
Ingezonden op 28-03-2017 - 508x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!