Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels, Frans en Duits
› 1 examentraining Frans
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels, Frans en Duits
, deel A
1 examentraining Frans
Jaar 5 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'auteur le dit de quel ton? = op welke toon zegt de auteur dat? indifférent = onverschillig moquer = spotten A quoi sert le 3ème alinéa? = Waartoe dient de 3e alinea? se compose surtout = bestaat vooral uit la cible = het doelwit bref = kortom de plus = bovendien en effet = namelijk pourtant = echter extraordinaire = buitengewoon remarquable = opmerkelijk gourmandise illimitée = onbeperkt eten ainsi = zo car = want donc = dus mais = maar a fait son apprentissage = is in de leer geweest maisons = bedrijven l'apparition = de verschijning Comment est-ce que ce passage se rapporte à la phrase qui précède? = Hoe heeft deze passage betrekking tot de voorafgaande zin? il l'affaiblit = hij zwakt af il l'illustre = hij illustreert il s'y oppose = hij stelt tegen à l'aide humanitaire = humanitaire hulp de toutes les associations = van alle organisaties seule = alleen manque d'enseignants = gebrek aan onderwijskrahten l'orphelinat = het weeshuis cours = les à quel point = hoezeer se rendre utiles = zich nuttig maken une galette = een wafel le taxi-brousse = een tuktuk envie = zin honte = schaamte tort = ongelijk décevant = teleurstellend impressionnant = indrukwekkend ridicule = belachelijk qu'est-ce qui est vrai = wat is waar la restriction = de beperking ne dépasse pas = niet overschijden a souligner l'utilité = het nut benadrukken nous fait comprendre = doet ons begrijpen certains objets = sommige objecten grâce = dankzij d'inventeurs = uitvinders de plus en plus = meer en meer invention réussie = geslaagde uitvinding pout montrer quelle pourra être = om te laten zien wat zou kunnen de quoi est-ce qu'il s'agit au premier alinéa? = waar gaat de 1e alinea over? l'augmentation du nombre de fillettes = de toename van het aantal meisjes redoublent = blijven zitten ressemblent à de jeunes femmes = lijken op jonge vrouwen elle a fini par accepter le comportement = uiteindelijk heeft zij het gedrag van haar dochter geaccepteerd dégoûtee = walgen van la fraîcheur = de frisheid elle en donne la cause = ze geeft er de oorzaak van elle l'affaiblit = zij zwakt af elle le confirme = zij bevestigd elle le contredit = zij spreekt tegen admirateur = bewonderaar indigné = verontwaardigd la folie = de wanzin la jalousi = de jaloezie la sagesse = de wijsheid l'indifférence = de onverschilligheid manget avec les mains = met de handen eten en general = gemiddeld permettent = toestaan tiennent aux bonnes manières = houden van goede manieren dépenses = uitgaven du lieu où l'on prend les repas = over de plek waar men eet du temps consacré aux repas = de tijd gespendeerd aan maaltijden produits surgelés = diepvries producten les habitudes alimentaires = de eetgewoontes de nos jours = tegenwoordig aucune = geen enkele par exemple = bijvoorbeeld croissance = groei accélérée = versneld
Ingezonden op 02-04-2017 - 358x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!