Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
draad
› 2 Duits kapitel 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
draad
2 Duits kapitel 2
Jaar 2 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een beetje = ein bisschen graag / liever / het liefst = gern / lieber / am liebsten lekker = lecker niet = nicht er is / er zijn = es gibt eten, ik eet = essen, ich esse ontbijten, ik ontbijt = frühstücken, ich frühstücke vinden, ik vind = finden, ich finde koken, ik kook = kochen, ich koche drinken, ik drink = trinken, ich trinke het avondeten = das Abendbrot de appel,de appels = der Apfel, die Äpfel de banaan, de bananen = die Banane, die Bananen de peer, de peren = die Birne, die Birnen het brood, het broodje = das Brot, das Brötchen de boter = die Butter het ei, de eieren = das Ei, die Eier de aardbei, de aardbeien = die Erdbeere, die Erdbeeren het ontbijt, bij het ontbijt = das Frühstück, zum Frühstück het glas, de glazen = das Glas, die Gläser de yoghurt = der Joghurt de koffie = der Kaffee de kaas = der Käse het gebak = der Kuchen de maaltijd = die Mahlzeit de jam = die Marmelade de melk = die Milch de lunch = das Mittagessen de sinaasappel, de sinaasappels = die Orange / die Apfelsine, die Orangen / die Apfelsinen de sinaasappelsap = der Orangensaft de peper = der Pfeffer het zout = das Salz de mosterd = der Senf de thee = der Tee de honing = der Honig de tafel dekken = den Tisch decken de ham = der Schinken de chocolade = die Schokolade de menukaart, de menukaarten = die Speisekarte, die Speisekarten de supermarkt = der Supermarkt de worst = die Wurst de suiker = der Zucker Eet smakelijk! = Guten Appetit Insgelijks! = Gleichfalls! iets / niets = etwas / nichts vers = frisch gezond / slecht = gesund / schlecht koud / warm = kalt / warm geen = kein nog = noch zoet = süß weinig / meer / veel = wenig / mehr / viel belangrijk = wichtig ik zou graag willen = ich möchte bestellen, ik bestel = bestellen, ich bestelle betalen, ik betaal = bezahlen, ich bezahle proberen, ik probeer = probieren, ich probiere de appelsap = der Apfelsaft de bloemkool = der Blumenkohl de boon, de bonen = die Bohne, die Bohnen de azijn = der Essig de vis, de vissen = der Fisch, die Fische het vlees = das Fleisch de vrucht, de vruchten = die Frucht, die Früchte het drankje, de drankjes = das Getränk, die Getränke de groente = das Gemüse de komkommer, de komkommers = die Gurke, die Gurken de aardappel, de aardappelen = die Kartoffel, die Kartoffeln de wortel, de wortels = die Karotte / die Möhre, die Karotten / die Möhren de pasta = die Nudeln het fruit = das Obst de paddenstoel, de paddenstoelen = der Pilz, die Pilze de patat = die Pommes het restaurant, de restaurants = das Restaurant, die Restaurants de rijst = der Reis de spruitjes = der Rosenkohl de tomaat, de tomaten = die Tomate, die Tomaten de sla / de salade = der Salat de snoepjes = die Süßigkeiten de soep = die Suppe het water = das Wasser de citroen, de citroenen = die Zitrone, die Zitronen de ui, de uien = die Zwiebel, die Zwiebeln
Ingezonden op 02-04-2017 - 485x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!