Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Sociale Psychologie
› 7 Begrippen H7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Sociale Psychologie
, deel 8e editie
7 Begrippen H7
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Attitude = evaluatie van mensen, voorwerpen en ideeën Tripartite model van attitude = attitudes omschreven als samengesteld uit drie componenten: affectieve, cognitieve en gedragsmatige component Op cognitie gebaseerde attitude = attitude die voornamelijk gebaseerd is op iemands opvattingen over de eigenschappen van een attitudeobject Op affect gebaseerde attitude = attitude die meer gebaseerd is op iemands gevoelens en normen dan zijn opvattingen over de aard van een attitudeobject Klassieke conditionering (op affect gebaseerd) = verschijnsel waarbij een stimulus die een emotionele respons oproept herhaaldelijk gekoppeld wordt aan een neutrale stimulus tot de neutrale stimulus de emotie-oproepende eigenschappen van de originele stimulus heeft overgenomen Operante conditionering (op affect gebaseerd) = verschijnsel waarbij gedrag dat mensen uit zichzelf vertonen toe- of afneemt, afhankelijk van de vraag of het wordt gevolgd door positieve bekrachtiging of door straf Op gedrag gebaseerde attitude = attitude die is gebaseerd op iemands observatie van hoe hij zich gedraagt tegenover een attitudeobject Expliciete attitude = attitude die we bewust onderschrijven en gemakkelijk kunnen reproduceren Impliciete attitude = attitude die onwillekeurig, onbestuurbaar en vaak onbewust is Persuasieve communicatie = boodschap die een bepaalde kant van een kwestie bepleit Yale Attitude Change Approach = onderzoek naar de omstandigheden waaronder mensen het meest geneigd zijn om hun attitudes te veranderen als reactie op persuasieve communicatie. Het richt zich op de bron van de boodschap, de aard van de boodschap en de aard van het publiek Elaboration likelihood-model = theorie over de twee manieren waarop persuasieve communicatie tot attitudeverandering kan leiden. Manier 1 Centraal, wanneer mensen gemotiveerd en in staat zijn om aandacht te besteden aan de argumenten in de boodschap. Manier 2 Perifeer, wanneer mensen geen aandacht kunnen of willen besteden aan de argumenten, maar in plaats daarvan beïnvloed worden door oppervlakkige kenmerken Centrale route naar overtuiging = proces waarbij mensen zorgvuldig de persuasieve communicatie verwerken, ernaar luisteren en over de argumenten nadenken Perifere route naar overtuiging = proces waarbij mensen de argumenten in de persuasieve communicatie niet grondig verwerken, maar in plaats daarvan worden beïnvloed door kenmerken uit de periferie van de boodschap Cognitiebehoefte = persoonlijkheidsvariabele die aangeeft in hoeverre iemand zich bezighoudt met en geniet van inspannende cognitieve activiteiten Angstopwekkende communicatie = persuasieve boodschap die de attitudes van mensen door middel van angst probeert te veranderen Heuristisch-systematisch model van overtuiging = theorie over de twee manieren waarop persuasieve communicatie tot attitudeverandering kan leiden. Manier 1 Systematisch verwerken van de argumenten, manier 2 gebruik maken van mentale aannames (heuristieken) Attitudes resistent maken = mensen wapenen tegen pogingen om hun attitudes te veranderen door ze van tevoren bloot te stellen aan afgezwakte vormen van argumenten tegen die attitudes Reactantietheorie = idee dat wanneer mensen zich bedreigd voelen in hun vrijheid om voor een bepaald gedrag te kiezen, ze een onaangename toestand van reactantie (sterke weerstand) ervaren, die ze kunnen reduceren door het verboden gedrag te vertonen Toegankelijkheid van attitudes = intensiteit van de band tussen een attitudeobject en iemands evaluatie van dat object, uitgedrukt in de snelheid waarmee de betrokkene kan zeggen wat hij van het object vindt Theorie over gepland gedrag = idee dat de beste voorspellers van ons geplande, weloverwogen gedrag bestaan uit onze attitudes over dat specifieke gedrag, de subjectieve normen en onze inschatting van de mate van controle die we over dat gedrag hebben Subliminale boodschappen = woorden of beelden die niet bewust worden waargenomen, maar wel invloed hebben op de oordelen, attitudes en het gedrag Stereotypedreiging = angst die de leden van een minderheidsgroep voelen dat hun gedrag een cultureel stereotype bevestigt
Ingezonden op 02-04-2017 - 1719x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!