Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Sociale Psychologie
› 13 Begrippen H13
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Sociale Psychologie
, deel 8e editie
13 Begrippen H13
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Stereotypering = generalisatie over een groep mensen waarin vrijwel alle leden van de groep identieke kenmerken krijgen toebedeeld, ongeacht de daadwerkelijke verschillen tussen de leden Discriminatie = ongerechtvaardige, negatieve en/of schadelijke actie die is gericht tegen de leden van een groep puur omdat ze lid zijn van die groep Vooroordelen = vijandige of negatieve attitude tegenover een onderscheidbare groep mensen, puur gebaseerd op hun lidmaatschap van die groep Illusoire = neiging om relaties of correlaties te zien tussen gebeurtenissen die in werkelijkheid geen verband met elkaar houden Modern racisme = uiterlijk onbevooroordeeld gedrag vertonen maar innerlijk bevooroordeelde attitudes in stand houden Stereotypedreiging = angst die leden van een minderheidsgroep voelen dat hun gedrag een cultureel stereotype bevestigt Geïnstitutionaliseerd racisme = racistische attitudes van de overgrote meerderheid van de mensen die in een maatschappij leven waarin stereotypen en discriminatie de norm zijn Geïnstitutionaliseerd seksisme = seksistische attitudes van de overgrote meerderheid van de mensen die in een maatschappij leven waarin stereotypen en discriminatie de norm zijn Normatief conformisme = neiging om je aan te sluiten bij de mening van de groep om aan de verwachtingen van die groep te voldoen en geaccepteerd te worden In-group bias = positieve gevoelens en een speciale behandeling voor mensen die we tot onze wij-groep rekenen, en negatieve gevoelens en een oneerlijke behandeling voor mensen buiten die groep Out-group homogeniteitsbias = perceptie dat individuen in de out-group meer op elkaar lijken ofwel homogener zijn dan in werkelijkheid en ook meer op elkaar lijken dan de leden van de in-group Ultieme attributiefout = neiging om dispositionele attributies te maken over een hele groep mensen Blaming the victim = neiging om individuen de schuld te geven (dispositionele attributies te maken) van hun slachtofferrol, meestal ingegeven door het verlangen om de wereld als een rechtvaardige plek te beschouwen Realistische conflicttheorie = idee dat beperkte middelen leiden tot conflicten tussen groepen en uitmonden in sterkere vooroordelen en meer discrimatie Zoeken van een zondebok = neiging van gefrustreerde of ongelukkige individuen om hun agressie af te wentelen op groepen die impopulair, zichtbaar en relatief machteloos zijn Contacthypothese = veronderstelling dat vooroordelen afnemen als er sprake is van gelijkwaardig contact tussen groepen, waarbij beide groepen gemeenschappelijke belangen en hetzelfde doel hebben Wederzijdse afhankelijkheid = situatie die bestaat wanneer twee of meer groepen elkaar nodig hebben om een doel te bereiken dat voor iedereen belangrijk is
Ingezonden op 07-04-2017 - 1993x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!