Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Epidemiologie
› 2 Voorkomen van ziekte
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Epidemiologie
, deel 1
2 Voorkomen van ziekte
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ziekte = toestand waarin de gezondheid of het functioneren van het dier suboptimaal is Endemische situatie = situatie stabiel en weinig variatie in de frequentie van voorkomen van de ziekte in een populatie in een bepaalde tijd, voorkomen voorspelbaar Epidemische situatie = plotselinge, duidelijke en onverwachte stijging van het aantal ziektegevallen in een bepaalde populatie gedurende een bepaalde periode. Evenwicht tussen gastheer en agens verstoord in het voordeel van het agens. Pandemie = wanneer een epidemie zeer grote vormen aanneemt en zich uitspreidt over verschillende landen Opkomende (emerging) ziekten = duiken plots op in een populatie waar ze voorheen niet niet aanwezig/gediagnosticeerd waren Heropkomende (reemerging) ziekten = ziekte die in het verleden voorkwamen in een populatie, afwezig zijn geweest en opnieuw opgedoken of een sterk gestegen incidentie kennen ongeacht de gewone seizoensgebonden variaties Nieuwe ziekte = ziekte veroorzaakt door een voorheen onbekend pathogeen Gemuteerde pathogene agentia = veroorzaakt wijzigingen in de virulentie of aanpassing aan nieuwe gastheren Ziekte verspreiding naar nieuw gebied = ziekte die al bestaat in een exotisch land/streek en zich verspreidt naar een gebied waar zij vroeger niet voorkwam Sterke toename incidentie = endemische ziekte waarvan de incidentie sterk toeneemt Risico op opkomen = ziekte nog niet aanwezig in land, maar al wel in andere landen waarbij risico op opkomen in eigen land reëel is. Oorzaken ziekteverspreiding = verandering klimaat, globalisering handel en transport, intensieve dierlijke productiesystemen, evolutie pathogene agentia. Proportie = de verhouding tussen het aantal dieren in een bepaalde subgroep (teller) en het aantal dieren in de totale groep (noemer) Risicopopulatie (population at risk) = het aantal dieren dat de ziekte kan krijgen Rate/dichtheid = aantal zieke dieren in verhouding met een dier-tijdseenheid, bv. aantal behandeldagen met antibiotica per 100 dierdagen Ratio = verhouding tussen aantallen van twee categoriën, bv. man-vrouw verhouding Prevalentie = grootte van ziekteprobleem aanwezig op één bepaald tijdstip in een omschreven populatie, statistisch (foto) Incidentie = nieuw optreden van ziekte in de loop van de tijd in een omschreven populatie, dynamisch (film) Berekening prevalentie = aantal zieke dieren op een bepaald tijdstip / totaal aantal (ziek en niet ziek) dieren op dat ogenblik x 100%. Nuttig voor weergeven van de hoeveelheid ziekte aanwezig Bedrijfsprevalentie = proportie bedrijven met minstens 'x' zieke dieren, x als afkapwaarde om bedrijf als positief te bestempelen Binnenbedrijfsprevalentie = proportie positieve dieren in een positief bedrijf Dierprevalentie = proportie positieve dieren (over alle bedrijven) Incidentie = maat voor hoeveelheid nieuw ontstane zieke dieren gedurende bepaalde periode in een bepaalde populatie, steeds enkel met dieren 'at risk' berekent Berekening cumulatieve incidentie = dieren dat ziek werk tijdens observatieperiode / dieren at risk aanwezig in het begin (x100%) Cumulatieve incidentie = kans dat een gezond dier ziek wordt binnen een bepaalde periode Berekening incidentiedichtheid = dieren dat ziek werd tijdens observatieperiode / dagen (maanden, jaren) dat een dier at risk aanwezig was in de populatie (x100%) Incidentiedichtheid = er wordt rekening gehouden met de veranderingen in samenstelling van de risicopopulatie doorheen de periode, geeft een correctere schatting van de incidentie. I van 1 in 1 jaar betekend dat op dat bedrijf gemiddeld na één jaar ieder dier ziek zal worden Relatie tussen incidentie en prevalentie = prevalentie is ongeveer gelijk aan incidentiedichtheid x gemiddelde ziekteduur, prevalentie is afhankelijk van de incidentie en van de ziekteduur. Mortaliteit = hoeveelheid sterfte in een groep dieren binnen een bepaalde periode (meestal levende dieren bij start in noemer, soms noemer zoals bij incidentiedichtheid bv. per 1000 dierweken) Survival = mate van overleven doorheen de tijd, overlevingsratio/survivalrate maat voor prognose na behandeling
Ingezonden op 13-04-2017 - 868x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
22-06-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!