Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Klas4Periode4
› 1213 fatl 4 wl periode 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Klas4Periode4
1213 fatl 4 wl periode 4
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
een wit overhemd= une chemise blanche een moeilijke opgave= un exercice difficile mooi= beau (bel, belle, beaux, belles) ervóór mooi= joli (jolie, jolis, jolies) ervóór goed, lekker= bon (bonne, bons, bonnes) ervóór slecht= mauvais (mauvaise, mauvais, mauvaises) ervóór klein= petit (petite, petits, petits) ervóór groot (letterlijk: groot van stuk)= grand (grande, grands, grandes) ervóór groot (figuurlijk: een grootheid)= grand (grande, grands, grandes) erna hoog= haut (haute, hauts, hautes) ervóór lang= long (longue, longs, longues) ervóór dik= gros (grosse, gros, grosses) ervóór nieuw (bij verandering)= nouveau (nouvel, nouvelle, nouveaux, nouvelles) ervóór 14.=nieuw (bij objecten, als je het nieuw koopt in de winkel)neuf (neuve, neufs, neuves) erachter oud (bij mensen & dingen)= vieux (vieil, vieille, vieux, vieilles) ervóór oud (bij dingen uit een andere tijd/periode)= ancien (ancienne, anciens, anciennes) erachter oud- / ex- / voormalig(e)= ancien (ancienne, anciens, anciennes) ervóór dubbel(e)= double ervóór half-= demi ervóór andere= autre(s) ervóór (de)zelfde= (le/la) même, les mêmes ervóór de beste= le meilleur (la meilleure, les meilleurs, les meilleures) ervóór de drie biggetjes= les trois petits cochons de zeven dwergen= les sept nains de drie musketiers= les trois mousquetaires de laatste tien jaar= les dix dernières années eerst telwoord, dan andere bijv naamwoorden de eerste= le premier (la première, les premiers, les premières) ervóór (de) laatste= le dernier (la dernière, les derniers, les dernières) in een reeks ervóór, bij data erachter de laatste kandidaat= le dernier candidat afgelopen week, afgelopen maand= la semaine dernière, le mois dernier afgelopen dinsdag= mardi dernier (de) volgende= (le) prochain (la prochaine, les prochains, les prochaines) in reeks ervóór, bij data erachter de volgende kandidaat= le prochain candidat komende week, komende maand= la semaine prochaine, le mois prochain komende donderdag= jeudi prochain goede vrienden= de bons amis als een bijv nw vóór een zelfst nw komt, verandert des → de mooie boeken= de beaux livres een nieuwsgierige buurman= un voisin curieux (vrouw.: curieuse) een bizarre buurman= un curieux voisin een arme man (=zonder geld)= un homme pauvre (vrouw. ook pauvre) een arme man (=zielig)= un pauvre homme een eenzame vrouw= une femme seule (mann: seul) één enkele vrouw= une seule femme een duur huis= une maison chère (mann. : cher) een dierbaar huis= une chère maison een schone slaapkamer= une chambre propre mijn eigen slaapkamer= ma propre chambre verschillende boeken (=gevariëerd, allemaal anders)=des livres différents verschillende boeken (=meerdere)= de différents livres een groot reiziger= un grand voyageur een kleine verbruiker= un petit consommateur een oude klant=(=sinds lange tijd) un vieux client Nog nieuws?= Quoi de neuf? Grammaire Progressive H 13: 1.=leer alle getallen op p. 58 (hoofdtelwoorden) en p. 62 (rangtelwoorden) F-N en N-F. Je moet ze ook kunnen schrijven. een tiental= une dizaine een dozijn= une douzaine een honderdtal= une centaine een half= un demi een derde= un tiers een kwart= un quart een vijfde= un cinquième tien procent= dix pour cent het aantal= le nombre het nummer= le numéro Wat is het aantal spelers ?= Quel est le nombre de joueurs? Wat is het nummer van de keeper?= Quel est le numéro du gardien de but? Hij is twintig= Il a vingt ans Deze kerk is tweehonderd jaar oud.= Cette église a deux cent ans Ik ga twee keer per jaar naar Londen.= Je vais à Londres deux fois par an. Hij zit in het tweede jaar.= Il est en deuxième année. Het is een goed jaar voor de wijn.= C’est une bonne année pour le vin Ik ben het hele jaar daar.= Je suis là toute l’année. de hele dag/avond= toute la journée/soirée een mooie dag= une belle journée bonjour / bonsoir= goedendag / goedenavond (bij binnenkomst) een mooie dag/avond verder= bonne journée / bonne soirée (bij afscheid) hoeveel jaar? = combien d’années? miljoenen jaren= des millions d’années ieder jaar= chaque année (om gewoonte aan te geven) meerdere jaren= plusieurs années ieder jaar / iedere vier jaar= tous les ans / tous les quatre ans (om de frequentie aan te geven) iedere dag / om de dag= tous les jours / tous les deux jours (om de frequentie aan
Ingezonden op 20-04-2017 - 409x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!