Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
LeerstoornissenUnivLeiden
› 5 PK 5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
LeerstoornissenUnivLeiden
, deel 5
5 PK 5
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Welke neurobiologische trekken hebben invloed op het werkgeheugen = rijping / genen/ witte stof Ontwikkeling van de hersenen = bij de foetus begint het bij 2 weken vanuit de holle pijp. Rond de 10e tot 20e week is belangrijk want dan gaan de stamcellen in het midden van de hersenen zich opdelen om nieuwe zenuwcellen en neuronen te vormen Neuronen = cellen die informatie doorgeven Axon en dendriet = uitloper die informatie doorgeeft aan volgende cel, een dendriet ontvangt de info (dat gaat via de synaptische spleet, daar geven neurotransmitters het signaal verder door ) Verbindingen in de hersenen = Neuronen maken de verbindingen . Eerst maak je zoveel mogelijk verbindingen verschillend per hersengebied van 2 tot 12 jaar. Daarna gaan je hersenen snoeien, de verbindingen die je niet gebruikt vergaan dit heet PRUNING. Door al die verbindingen wordt de cortex veel dikker. De cortex in de buitenste laag van je hersenen, waar de neuronen zich bevinden (er zijn verschillende cortexen bijv motor cortex en sensory cortex en visual cortex etc) Het werkgeheugen gebruikt verschillende gebieden = 1. Verbale info 2. Visuele info en 3. Gebieden die beiden kunnen verwerken Hersencapaciteit = 50 procent erf je van je moeder en je vader en 50 procent is niet erfelijk en wordt bepaald door andere factoren COMT = belangrijk gen voor het werkgeheugen. Deze codeert voor een enzym dat dopamine afbreekt. Langzame afbraak is een beter werkgeheugen, maar voor jonge kinderen is langzame afbraak slechter omdat zij erg veel dopamine hebben en er baat bij hebben al een deel snel afgebroken wordt SNAP25= codeert voor een proteine die nodig is om signalen door te laten geven tussen neuronen (van invloed op het werkgeheugen ) Myeline = Witte stof. Vettig laagje over een axon die de signalen doorgeeft. Mensen met slecht werkgeheugen hebben ook een dunnere myeline laag. Hierdoor wordt info dus minder snel doorgegeven (oorzaak gevolg relatie is niet bekent kip/ei) Hoeveel je goed hebt onthouden uit een rijtje woordjes kan komen door = 1. De rijping van je brein (is de prefrontale cortex nog niet op je piek, of werkt je werkgeheugen nog niet optimaal?) 2. Myeline 3. Je genen
Ingezonden op 23-04-2017 - 227x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!