Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
OdietAmor
› 2 tweede 100 woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
OdietAmor
, deel 2
2 tweede 100 woorden
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
demanare = naar beneden stromen denique = uiteindelijk dens = tand deponere = neerzetten desiderium = verlangen; gemis desinere = ophouden despuere = uitspugen; verafschuwen destinare = vaststellen devorare = verslinden dicere = zeggen; noemen; vertellen dies = dag difficiltis, -e = moeilijk digitus = vinger diligere = houden van disserre, disserum, dissertum = bespreken; betogen; uiteenzetten divus = goddelijk; vergoddelijkt doctus = geleerd dolere = pijn/verdriet hebben dolor, doleris = pijn; verdriet domina = meesteres donare = schenken dormire = slapen ducenti = tweehonderd ducere = leiden; voeren dulcis, -e = zoet; aangenaam dum = terwijl durus = hard efficere = tot stand brengen ego = ik eripere = onderdrukken esse = zijn et = en ex = uit; sinds excrucere = kwellen; folteren expellere, expuli, expulsus = verdrijven expolire = polijsten exsultare = opspringen; blij zijn extremus = uiterste facere, feci, factus = doen; maken facetiae = geestigheid; handigheid fallere = bedriegen fas = gebruik; gewoonte fascinare = betoveren ferre = brengen; dragen fides = trouw fieri = gebeuren; gemaakt worden filius = zoon finis, finis = grens; einde flamma = vlam flere, flevi = huilen flectus = geween flos, floris = bloem foedus, foederis = verdrag; verbond fortasse = misschien fortuna = lot; geluk frater = broer fraternus = broederlijk frons, frontis = voorhoofd fugere = vluchten furtivus = heimelijk Gallicus = Gallisch gaudium = vreugde geminus = tweeling; dubbel gens, gentes = volk gerere, geri, gestum = dragen; voeren; doen gradi = stappen; gaan gratia = dank gravis, -e = zwaar; ernstig gremium = schoot habere = hebben harena = zand hesternus = gister- heu = oh! hic, haec, hoc = deze, dit hiems, hiemis = winter hircus = geit homo, homines = mens horribilis, -e = huiveringwekkend huc = hierheen iacere = liggen iam = al; reeds; nu Ibi = daar identidem = steeds; onophoudelijk ille, illa, illud = die; dat illinc = daarvandaan illoc = daarheen illuc = daarheen impotens = onmachtig Imus = laagste; diepste in = in; op incendere, incendi, incensus = in brand steken incitare = opwekken inde = vandaar indignus = onwaardig indomitus = ongetemd ineptire = onzin praten infandus = onzegbaar ingratus = ondankbaar insulsus = ongezouten inter = tussen
Ingezonden op 24-04-2017 - 629x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
09-05-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!