Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mathijs
› 9 Duits
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mathijs
, deel 9
9 Duits
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
angenehm=aangenaam beobachten=observeren berühren=aanraken betrachten=bekijken bewusst=bewust das Bewusstsein=het bewustzijn der Blick, die Blicke=de blik blicken=kijken dunkel=donker eng=smal entdecken=ontdekken fest=vast das Gedächtnis=het geheugen der Geruch=de geur der Geschmack=de smaak gewöhnlich=gewoonlijk glatt=glad das Gleichgewicht=het evenwicht gucken=kijken hart=hard heiß=heet hell=licht hören=horen kalt=koud laut=luid leicht=licht leise=zacht locker=los reagieren=reageren die Reaktion=de reactie riechen=ruiken schauen=kijken schmecken=smaken schreien=schreeuwen schwer=zwaar;moeilijk sichtbar=zichtbaar der Sinn=het zintuig spüren=voelen starren=staren still=stil der Traum=de droom unsichtbar=onzichtbaar wahrnehmen=waarnemen, merken warm=warm weich=zacht wirklich=werkelijk zuhören=luisteren die Angst=de angst ärgern=ergeren aufregen=opwinden die Aufregung=de opwinding auswendig=uit het hoofd böse=boos denken=denken enttäuschen=teleurstellen erinnern=herinneren die Erinnerung=de herinnering erschrecken=schrikken die Freude=de vreugde freuen=verheugen fröhlich=vrolijk sich fühlen=zich voelen die Furcht=de vrees fürchten=vrezen der Gedanke=de gedachte das Gefühl=het gevoel geistig=geestelijk das Gewissen=het geweten das Glück=het geluk glücklich=gelukkig hassen=haten hoffen=hopen die Hoffnung=de hoop irritieren=irriteren lachen=lachen lächeln=glimlachen die Laune,=het humeur das Leid=het leed lieben=houden van nervös=nerveus peinlich=pijnlijk sauer=boos schämen=schamen die Sorge=de zorg die Spannung=de spanning staunen=verbaasd zijn traurig=treurig unglücklich=ongelukkig verliebt=verliefd verzweifeln=wanhopen weinen=huilen wütend=woedend die Wut=de woede anfassen=vastpakken aufspringen=opspringen aufstehen=opstaan ausrutschen=uitglijden behalten=behouden beißen=bijten bewegen=bewegen sich bewegen=zich bewegen biegen=buigen binden=binden drehen=draaien drücken=drukken fallen=vallen fassen=vatten festhalten=vasthouden greifen=grijpen hängen=hangen heben=tillen herausnehmen=uitnemen herkommen=komen holen=halen kriechen=kruipen legen=leggen loslassen=loslaten nicken=knikken schieben=schuiven schlagen=slaan schleppen=slepen schütteln=schudden sich setzen=gaan zitten sitzen=zitten springen=springen stecken=steken stoßen=stoten treten=schoppen umdrehen=omdraaien werfen=werpen winken=zwaaien ziehen=trekken
Ingezonden op 21-05-2017 - 386x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!