Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Systeemtheorie
› 1 Begrippen H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via WRTS. Klik op 'Overhoren'
Systeemtheorie
, deel 2e druk
1 Begrippen H1
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Feedback = alle processen van informatieterugkoppeling en –verwerking Positieve feedback = gericht op verandering van het systeem Negatieve feedback = gericht op behoud van het systeem Redundantie = voorspelbaarheid van systemen: de informatie binnen het systeem past in het al bestaande patroon Lineaire causaliteit = één beïnvloedt het ander en het ander niet het één Circulaire causaliteit = één veroorzaakt het ander en het ander veroorzaakt het één Systeem = samenstel van elementen en van betrekkingen tussen deze elementen, dat als geheel functioneert door de onderlinge afhankelijkheid van de elementen en dat voor de betrokken elementen bepaalde functies vervult Totaliteit = duidt aan dat als er een verandering plaatsvindt in een element van het systeem, dat zijn weerslag heeft op het gehele systeem en veranderingen teweeg gaat brengen in andere systemen Niet-optelbaarheid = het karakter en de eigenschappen van het systeem die niet herleid kunnen worden tot de eigenschappen van de individuele leden van het systeem omdat het om andere onderdelen van het systeem gaat Subsysteem = willekeurige samenstelling van twee of meer leden van het systeem Coalitie = subsysteem van twee of meer leden van het systeem dat wordt gekenmerkt door gemeenschappelijke intenties en belangen en door gemeenschappelijke inspanningen om deze intenties te verwezenlijken Homeostase = toestand van dynamisch evenwicht waarbij de leden van het systeem onafhankelijke acties ondernemen om de norm van het systeem te behouden Flexibiliteit = vermogen van het systeem om zich aan te passen aan ingrijpende veranderingen binnen en buiten het systeem, waarbij de norm wordt losgelaten en gezocht wordt naar een nieuw evenwicht Omgeving van het systeem = samenstel van alle objecten buiten het systeem die bij verandering van invloed zijn op het systeem en alle elementen buiten het systeem welke veranderd zijn door veranderingen buiten het systeem Equifinaliteit = verschijnsel dat een eindsituatie het resultaat kan zijn van verschillende beginsituaties Multifinaliteit = verschijnsel dat een beginsituatie kan leiden tot verschillende eindsituaties Monocausaliteit = situatie waarin één oorzaak speelt Multicausaliteit = situatie waarin meerdere oorzaken spelen Organisatie = ordenende en structurerende kracht van het systeem Differentiatie = proces waarin systemen zich proberen aan te passen aan nieuwe situaties door het creëren van nieuwe subsystemen, taken en functies
Ingezonden door
milouvdbrug
(
Rijnlands Lyceum Sassenheim
) op 21-05-2017 - 8506x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!