Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
E.XAMENS
› 5 Grieks deel 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
E.XAMENS
5 Grieks deel 4
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Alwetende verteller =De vertellende instantie die complete kennis van alle gebeurtenissen, achtergronden en het verloop van het verhaal heeft. Dramatische ironie =Het verschijnsel dat een of meer personages minder kennis van de situatie hebben dan de lezer / het publiek. Prospectie (flashforward) = Het vooruitkijken door een personage of de verteller naar latere gebeurtenissen. Raamvertelling =Een verhaal dat als kader één of meer andere verhalen omsluit. Retrospectie (flashback) =Het terugkijken door een personage of de verteller op gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Ringcompositie= Afbakening van een tekstsegment door aan het einde een tekstelement uit het begin (al dan niet letterlijk) te herhalen. Vertellerscommentaar = Het door de alwetende verteller (terloops) geleverde commentaar op gebeurtenissen of personages. Vertelperspectief= De positie van waaruit de verteller het verhaal vertelt. Verteltempo =De verhouding tussen verteltijd en vertelde tijd. Wanneer de woorden van een personage in de directe rede worden weergegeven, is de verteltijd even lang als de vertelde tijd. Wanneer in een vertelling een samenvatting van gebeurtenissen wordt gegeven of wanneer er een sprong in de tijd wordt gemaakt, is de verteltijd korter dan de vertelde tijd. Wanneer in een vertelling een beschrijving wordt gegeven van een persoon of voorwerp, is de verteltijd langer dan de vertelde tijd. Versnelling= het verteltempo wordt hoger dan in het voorafgaande. Vertraging: het verteltempo wordt lager dan in het voorafgaande. Verteltijd= De tijd die gebruikt wordt om het verhaal te vertellen. Vertelde tijd =De tijdsduur van de vertelde gebeurtenissen.
Ingezonden op 21-05-2017 - 1068x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!