Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Duits Semantik Bovenbouw Odulphus

50 (39 - 50) AB

Jaar 4 (vwo)

———————————————————————————————————————————
39A) NL-DU
de jeugd = die Jugend
de jongere, de jeugd = der Jugendliche
vorm geven, inrichten = gestalten
volwassen = erwachsen
de broer(s) en/of zus(sen)= die Geschwister (mv)
trots = stolz
versieren = schmücken
het sieraad, de sieraden = der Schmuck

39B) DU-NL
sich gestalten = verlopen, plaatsvinden
bewerten = beoordelen
die Nachwelt = de komende generatie(s)
die Mitwelt = de tijdgenoten
40A) NL-DU
het strafproces, de strafvervolging = das Strafverfahren
de officier van justitie = der Staatsanwalt
blijken = sich herausstellen
de bekentenis = das Geständnis
het gebrek = der Mangel
40B) DU-NL
fahnden = zoeken, speuren
anlasten = ten laste leggen
die Achseln zucken = de schouders ophalen
entwenden = ontvreemden
anzeigen = aangeven
beantragen = eisen
die Aussage = de verklaring
41A) NL-DU
de wetgever = der Gesetzgeber
de tegenstand, het verzet = der Widerstand
de advocaat = der Rechtsanwalt
de wet = das Gesetz
wettelijk = gesetzlich
de grondwet = das Grundgesetz
twijfelachtig = fraglich
41B) DU-NL
der Auswuchs = de uitwas
zweckdienlich = doeltreffend
der Aufschub = het uitstel
angehend = aankomend
42A) NL-DU
uitgestrekt = ausgedehnt
het eiland = die Insel
de situatie = die Lage
het terrein = das Gelände
immigreren = einwandern
de woestijn = die Wüste
42B) DU-NL
der Abhang = de helling
der Sumpf = het moeras
das Moor = het veen
unwirtlich = onherbergzaam, ongastvrij
hervorragend = uitstekend
43A) NL-DU
gezellig = gemütlich
de ontmoeting = die Begegnung
samen, gemeenschappelijk = gemeinsam
het gezelschap, de maatschappij = die Gesellschaft
43B) DU-NL
gesellschaftlich = maatschappelijk, sociaal
gesellig = sociaal
seine Aufwartung machen = zijn opwachting maken bij
die Gastgeberin = de gastvrouw
44A) NL-DU
de relatie, de verhouding = das Verhältnis
de breuk = der Bruch
schokken = erschüttern
het verwijt = der Vorwurf
verwijten = vorwerfen
de jaloezie = die Eifersucht
44B) DU-NL
sich verhalten = in elkaar zitten, zijn
in die Brüche gehen = stukgaan
anständig = fatsoenlijk
die Zuneigung = de genegenheid, de liefde
die Sippe = de familie
45A) NL-DU
het lid (v. e. vereniging)= das Mitglied
het uithoudingsvermogen = die Ausdauer
onvoorwaardelijk, beslist = unbedingt
het resultaat = das Ergebnis
herkennen (=NL) = erkennen
zweten = schwitzen
45B) DU-NL
die Angaben = de gegevens
gleichfalls = eveneens
ohnehin = toch (wel)
sich verausgaben = zich geven
die Schinderei = de afbeulerij
auskommen = overweg kunnen
einheitlich = uniform
46A) NL-DU
de vervanging = der Ersatz
de reservespeler = der Ersatzspieler
sparen, ontzien = schonen
de thuiswedstrijd = das Heimspiel
beslissen = entscheiden
beslissend = entscheidend
de kampioen = der Meister
beschikken over = verfügen über
46B) DU-NL
die Fehlentscheidung = de foute beslissing
der Tabellenführer = de lijstaanvoerder
ausscheiden = uitschakelen
der Ausgleich = de gelijkmaker
47A) NL-DU
de grondwet = das Grundgesetz, die Verfassung
kiezen = wählen
de kiezer = der Wähler
de deelstaat = die Wahlen
de verkiezingen = das Land
47B) DU-NL
die Würde = de waardigheid, de integriteit
Bundesverfassungsgericht = het constitutionele hof
das Staatswesen = het staatsbestel
der Repräsentant = de vertegenwoordiger
der Bundesrat = de Bondsraad
verabschieden = aannemen
48A) NL-DU
de belastingen = die Steuern
belastingvrij = steuerfrei
de laag / de ploeg = die Schicht
de bezuiniging = die Einsparung
de ambassade= die Botschaft
uitwisselen = austauschen
de overeenkomst, het akkoord = das Abkommen
48B) DU-NL
der Misserfolg = de mislukking
der Stellenwert = de plaats, de functie
die Ebene = het vlak, het niveau
etabliert = gevestigd
49A) NL-DU
de termijn = der Termin, die Frist
af en toe = gelegentlich
definitief = endgültig
vroeger = ehemalig
momenteel = zur Zeit
eens / ooit = irgendwann
op tijd / tijdig = rechtzeitig
49B) DU-NL
neuerdings = sinds kort
bislang = tot nu toe
zeitweilig = tijdelijk
allenfalls = hoogstens
derzeit = momenteel
50A) NL-DU
de reisgids = die Reiseführer
de bezienswaardigheid = die Sehenswürdigkeit
de inlichting = die Auskunft
de vakantie = der Urlaub, die Ferien
de top = der Gipfel
50B) DU-NL
verheißen = beloven
die Sackgasse = de doodlopende straat
in eine Sackgasse geraten = op dood spoor geraken
beurlaubt werden = vrij krijgen
hinausschieben = opschuiven, uitstellen
die Fülle = de grote hoeveelheid

Ingezonden op 22-05-2017 - 933x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Duits Semantik Bovenbouw Odulphus

50 (39 - 50) AB