Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Hedendaagse filosofie
› 6 Weblecture 4 en college 6 Heidegger
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Hedendaagse filosofie
6 Weblecture 4 en college 6 Heidegger
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Van wanneer tot wanneer leefde Martin Heidegger? = Van 1889 1976. Vertel wat over Heidegger. = Een van de meest invloedrijke filosofen van de 20e eeuw. Op het continent was hij het meest invloedrijk en in analytische filosofie Ludwig Wittgenstein. Heideggers hermeunatiek heeft een achtergrond in de fenomenologie van Husserl. Het gaat vooral om overgang van Husserl naar Heidegger. Heidegger was assistent bij Husserl dat betekende in die tijd dat Heidegger dus ook het stenografische schrift moest leren. De teksten redigeren, uitwerken en klaar maken voor publicatie. Heidegger wordt opvolger van Husserl in Freiburg. Een van de belangrijkste leerstoelen in de Duitstalige filosofie. Dat is een van de grote schaduwkanten van de persoon van Heidegger. Hij wordt rector aan de universiteit en hij refereert aan de natiebewegingen. Hij stuurt Husserl verplicht met pensioen en Husserl krijgt geen toegang meer tot gebouwen van de universiteiten, omdat Husserl Joods is. Hij past de natiebeweging dus toe op zijn eigen leermeester. Hij heeft een nieuwe belangrijke turn gekregen vanwege de zwarte schriftjes (Schwarze Hefte). Dat zijn een soort dagboeken van Heidegger van 20 en 30er jaren en het natieregime. Daarin staan schokkende dingen, ook over joden. Een grote discussie hier in de filosofie is of je leven en leer door elkaar mag brengen. Als iemand een grote klootzak is, mag je zijn werk dan weigeren? Kun je zijn leven los zien van zijn filosoferen. In Frankrijk wordt dit debat heel heftig gevoerd, omdat de Franse naoorlogse filosofie veel invloed heeft gehad van Heidegger. Wat is Heideggers uitgangspunt? = Husserls fenomenologie. Hoe heten de colleges van Heidegger? = Forlezüngen. Hoe levert Heidegger kritiek op Husserl? = Tijdens zijn colleges en van binnenuit de fenomenologie. Wat bewondert Heidegger aan Husserl? = Dat Husserl naar de fenomenen kijkt zonder er doorheen te tetteren. Hij laat de fenomenen spreken. Welk begrip is bij Heidegger en Husserl allebei belangrijk en wat betekent het? = Intentionaliteit: Dat bewustzijn betrokken is bij de dingen en dat er geen kloof is. Als midden of overwinning tussen subject en object. Hoewel Heidegger in zijn leven kritisch is geworden tegen Husserl, maakt hij uitzondering voor Husserls eerste boek. Waarom? = Omdat Husserl daar kritiek heeft op het psychologisme. Dat heeft Heidegger altijd interessant gevonden. Hoe geeft Heidegger kritiek op Husserl tijdens zijn colleges? = Heidegger geeft eigenlijk colleges over Descartes, maar omdat Husserl in zijn meer latere filosofie expliciete aansluiting zoekt bij Descartes door de zoektocht naar wetenschappelijke filosofie, hebbend zeker fundament en dat fundament zoeken in het ik, het cogito: Het transcendentale ego. Als Heidegger Descartes gaat kritiseren bekritiseert hij Husserls Cartianisme. Uit welke twee delen bestaat Husserls Cartianisme? = Ten eerste uit het hele idee van het cogito. De ik die los is van alles en alleen maar bij zichzelf is en vanuit dat bij zichzelf zijn denken van, nou dan ben ik er ook. Het ik als een op zichzelf staand ding. Dat is Cartianisme voor Heidegger. Ten tweede dat de zoektocht daarnaar, naar dat ik als fundament een zoektocht is naar een absoluut onwankelbaar fundament. Met andere woorden: de absolute eis van wetenschappelijkheid. Waar heeft Husserl het over als hij het over verschijnen heeft? = Over verschijnen aan het bewustzijn. Maar volgens Heidegger vergeet Husserl het zijn van het bewustzijn zelf. Vat voor kritiek heeft Heidegger op Husserl? = Volgens Heidegger concentreert Husserl zich veel op het bewustzijn, maar vergeet hij het zijn van het bewustzijn zelf. Husserl spreekt zichzelf tegen. Lebenswelt: de claim van Husserl is dat de fenomenologie niet verklaart, maar ons zijn in de lebenswelt beschrijft. Onze dagelijkse dingen. Het is ons bewustzijn voorafgaand aan reflectie en wetenschappelijkheid. Lebenswelt is ons dagelijkse bewustzijn. Heidegger zegt dat deze Cartiaanse vorm van bewustzijn botst met lebenswelt, want als we naar die lebenswelt gaan kijken, komen we nooit bewustzijn tegen. We komen personen tegen met een achtergrond en in een context. Dus als je zegt dat de filosofie helemaal terug moet naar de oorsprong voorafgaand aan de wetenschap en die filosofie ligt in de lebenswelt, dan moet je ook kijken naar geworteldheid want dat ligt ook in de lebenswelt en volgens Heidegger vergeet Husserl de zijn want elk bewustzijn is geworteld met een zijnde. Dat we in de lebenswelt ergens vandaan komen, tradities hebben en in de tijd zijn is voor hem het belangrijkste. Een ander verwijt/kritiek die Heidegger ontwikkelt in de jaren in Marbruck is dat Husserl ook te weinig besef heeft dat hij deel uitmaakt van een hele bijzondere traditie van de westerse metafysica. Husserl claimt dat zijn fenomenologie geen ontologie is en dat het geen zijnsleer is. Maar ondertussen zegt Heidegger is Husserls fenomenologie door en door besmet met de westerse ontologische traditie. Sein und Seit van Heidegger is bedoelt als studie van de westerse metafysica. Wat voor kritiek hebben filosofen op Heidegger? = Ze zeggen dat je het dan ook over belichaming moet hebben, want je komt mensen tegen in een context en in een lichaam. Belichaming is niet Heideggers thema, maar hierbij heeft hij het er wel over. Op welk paradox betrapt Heidegger Husserl? = Het ego van Husserl is extra mundaan: buiten wereldlijk. We sturen het bewustzijn, maar de claim is dat we het bewustzijn in de lebenswelt beschouwen, maar tegelijkertijd is het buitenwereldlijk. Is filosofie volgens Heidegger wetenschap en waarom? = Nee. Filosofie is veel belangrijker dan wetenschap. Het heeft te maken met die lebenswelt. Van welke westerse metafysische traditie maakt Husserl deel uit? = Identificatie van vorhanden en zuhanden. Onto-theologie. Wat zijn wij in die levenswereld (lebenswelt)? = Ten eerste dat we handelende en praktische wezens zijn. We zijn wezens die dingen doen en ook moreel handelen ten opzichte van elkaar. Dat is de meest basale manier van zijn. Met andere woorden: dat is de praktische blik. De blik van mensen die handelen in de wereld. Ten tweede het vorhanden en het zuhanden en het laatste punt: (iedere keer het zelfde punt maar andere woorden). Husserls Cartianisme is ook een zoektocht naar absolute zekerheid. Als je ons zijn in de lebenswelt probeert te omschrijven, zul je nooit tot absolute zekerheid komen. Drie plus drie is zes is absolute zekerheid, maar het omschrijven van de lebenswelt niet, want de dagelijkse wereld is een wereld van vooroordelen en we zijn nooit ergens absoluut zeker van. Je zult als het ware de levenswereld in moeten en dan heb je te maken met onzekerheid en vooroordelen etc. en die moet je leren begrijpen. Husserls agenda is goed: het bepalen van de lebenswelt, maar de manier waarop klopt volgens Heidegger niet. Heidegger transformeert de fenomenologie van Husserl, net zoals al Husserls leerlingen. Hij gebruikt de term hermeneutiek die als heel oud is en dat betekent de leer van interpretatie. Als Husserl eist dat filosofie een strenge wetenschap is, dan kijkt hij alleen naar die theoretische blik. Wat voor kritiek heeft Heidegger daarom? = De theoretische blik is volgens Heidegger exceptioneel: het is een manier om naar de wereld te kijken, maar niet de manier om naar de wereld te kijken. We ontsluiten de wereld als mensen in de eerste plaats als handelende wezens en dat betekent ook een hele andere instelling tegenover die wereld. Als praktische wezens zitten we in die wereld. Dat betekent dat we doelen hebben. De theoretische blik kijkt heel anders en maakt onderscheid tussen subject en object en heeft afstand daartussen en dan moet je juist niet in de wereld zitten. Dit is een probleem voor bijv. culturele antropologie. Wat in die reageerbuis gebeurt is daar, want dan kun je het het beste observeren. Het is een hele rare, specifieke manier van kijken. We doen dit ook pas een paar 100 jaar, met de opkomst van de moderne wetenschap. Maar dan moet je niet die blik zien als dé manier om naar de wereld te kijken. Maar dan kan filosofie geen strenge wetenschap zijn. Het is volgens Heidegger heel dom wat Husserl doet. Hij wil met filosofie theoretisch naar het leven kijken, terwijl het leven eigenlijk heel praktisch is. Dan kun je twee dingen doen. Misschien niet meer bezighouden met de dagelijkse wereld, maar dat is juist wat de fenomenologie doet. Dus moeten we wat anders doen en dat is loslaten dat filosofie een strenge wetenschap is, want de filosofie is veel basaler dan dat. Dat is wat Husserl niet heeft begrepen, die zat in een nog veel te Cartiaans vaarwater. Twee termen die we vinden in Heideggers werk:Vorhanden & Zuhanden. Wat bedoelt Heidegger hiermee? = Vorhanden is net als in het Nederlands voor handen en zuhanden is ter handen. In de dagelijkse Lebenswelt zijn we dus praktische wezens die een bepaalde omgang hebben met dingen om ons heen en dat is de omgang van dingen die ter handen zijn. Een hele directe omgang met voorwerpen, in je hand. Bijv. bij een boer. Voorhanden betekent voor handen, distantie, daar is het. Niet deel uitmaken van dezelfde wereld als degene voor wie die dingen voorhanden zijn. Bijv. een whitebord. Het maakt deel uit van je wereld en je gaat om het dat bord op een niet bevragende of sceptische manier en je hanteert het gewoon op een naïeve manier: niet over nadenken het gaat automatisch. Als het bord van kleur verandert, ga je er opeens vragen over stellen, zoals waarom is dat en waarom gebruiken we het eigenlijk. Dan gaat dat bord van zuhanden naar vorhanden. Het vorhanden zijn is de uitzondering, want je kan alleen dingen weten als je afstand neemt en vragen stelt. Husserl met zijn objectivering met zijn fenomenen priviliceert eigenlijk de vorhanden modus, terwijl hij veel meer naar zuhanden moeten kijken. Heideggers alternatief voor Husserls fenomenologie doet dat dan ook. Husserl doet dit omdat hij deel uitmaakt van een hele lange filosofische traditie die begint bij de Grieken. Die traditie begint met de vraag naar het zijn, maar in plaats van antwoord op die vraag te geven, zijn ze die vraag vergeten en zijn ze zich gaan richten op het zijnden. Ze richten zich op dingetjes voor mij, zijnden voor mij die ik kan gebruiken. Waarom is Husserls zoektocht naar zuivere bewustzijnsfenomenen een illusie volgens Heidegger? = Omdat bewustzijn altijd overdekt is door vooroordelen. Hoe ziet Heideggers overgang naar Hermeneutiek eruit? = Husserls fenomenologie is dat dingen aan ons verschijnen. Heideggers punt is dat dingen niet aan ons verschijnen. We zijn mensen die in een levenswereld zitten en geworteld zijn in de wereld. Dat betekent niet dat dingen aan ons verschijnen, maar dat we dingen in een bepaald perspectief zien. De dagelijkse wereld is een grote interpretatie machine. We begrijpen het zijn iedere keer op bepaalde manieren en die interpretaties staan niet vast, ze veranderen in de loop van de tijd. Ons begrip van Nederlander zijn bevat niet het slavenhouder zijn, maar dit was 150 jaar anders. Die interpretaties verschuiven in de loop van de tijd, zijn niet zeker en zijn anders van persoon tot persoon en dat is wat ons tot personen maakt. We hebben verhalen over onszelf als persoon en als groep. Die verhalen maken onszelf tot onszelf. Het zijn geen verschijnselen, maar verhalen. Als het gaat om de levenswereld te begrijpen, dan moet je dus die verhalen begrijpen, dan moet je die interpretaties begrijpen, dan moet je ons begrijpen als interpreterend wezen. De studie van de levenswereld moet de studie van al dit soort interpretaties zijn: de hermeneutiek. In 1927 verscheen Heideggers belangrijkste boek. Welke boek was dit? = Sein und Zeit. Welke vraag beantwoord Heidegger in Sein und Zeit? = Wat hij noemt de seinsfrage: de vraag naar het zijn. Alleen die vraag naar het zijn, op het moment dat die gesteld werd, werd hij meteen toegedekt. De vraag naar het zijn is als het ware gesteld. We zijn ons gaan concentreren op de dingen en niet op de zijn zelf. We zijn objecten gaan observeren, maar we zijn niet langer ingegaan op het zijn zelf. Wat is ”Destruktion der abendländischen Metaphysik”? = Dat zou eigenlijk deel twee van Sein und Zeit zijn van Heidegger, maar dat is nooit uitgebracht. Heidegger zou hier zijn ingegaan op de metafysica. Die destructie is nodig om als het ware die agressie, dat geweld tegen de westerse metafysica is nodig om die blik op de objecten, terug te gaan naar de oorspronkelijke zijnsvraag. Voor Heidegger is het heel belangrijk dat we gaan kijken naar de traditie, omdat we daarin geworteld zijn. Blik van openheid op het zijn zelf. Het laat zien hoezeer de vraag van de zijn niet aan de orde komt in de westerse filosofie. Waar moet je volgens Heidegger naar kijken om toegang te krijgen tot het zijn? = Naar het dasein. Wat is het dasein bij Heidegger? = De term heeft twee componenten: da en sein. In Nederland zou je iets moeten zeggen als erzijn. Het zijn van mensen is erzijn. Ook van op een bepaald tijdstip zijn en op een bepaalde plek. Het menselijk zijn is er zijn, in de wereld op een bepaalde plek en bepaald tijdstip. Manieren van zijn is ook in de wereld zijn: In-der-Welt-sein. Het is ook niet alleen zijn in tegenstelling tot het ego van Husserl wat een stuk eenzamer is. De vraag bij Husserl is ook of er één trandescendentale ego is of dat het er meer zijn. Bij Heidegger ontdek je meteen dat we niet eenzaam zijn. We kunnen ons wel eenzaam voelen, maar dat betekent alleen maar dat we de verbinding met de mensen kwijt zijn. Het is volgens existentiaal is Sorge. Wat is Sorge bij Heidegger? = Je zou kunnen zeggen dat het een vertaling is van Husserls intentionaliteit. Heidegger wisselt bewustzijn in voor dasein en de intentionaliteit van het bewustzijn is Sorge. We moeten zorgen voor onszelf en de wereld om ons heen. Dat is de betrokkenheid die we altijd al hebben op de wereld. Praktische verzorgende wereld. Als je de intentionaliteit van mensen wil ontdekken, moet je kijken naar praktische betrokkenheid. Het zelfzorgende en voor elkaar zorgende van mensen. He zou kunnen zeggen dat Sein und Zeit een studie is naar Sorge. Wat is Geworfenes Entwurf bij Heidegger? = Het dasein is altijd ergens op een bepaald tijdstip in de wereld en is dus geworpen. Je moet het ermee doen. Je bent geboren zonder ervoor te kiezen. Je geeft betekenis aan je bestaan. Betekenis van waaruit je vandaan komt. Het standpunt van waaruit je spreekt. Plek en tijdstip neemt interpretatiemogelijkheden met zich mee. Iemand die eeuwen geleden geboren is, heeft andere interpretatiemogelijkheden. De ontologie bij Heidegger is geen metafysische discipline, maar hoe wij ons dagelijks leven vormgeven. We begrijpen wat we doen, maar tegelijkertijd zijn we in continue ontkenning daarvan. Welke twee dingen is het werk van Heidegger volgens hem niet? = Ethiek en antropologie. (En ook geen politieke filosofie). Waarom wordt de tekst van Heidegger als antropologie gezien? = Omdat Sein und Seit de menselijke existentie bestudeert als opening voor het bestuderen van de zijn. Waarom zou je Heideggers tekst als ethiek kunnen zien? = Door de positie van eigentligkeiten en uneigentligkeiten. Dit suggereert een morele of ethische intentie. Wat bedoelde Heidegger met de termen eigentligkeiten en uneigentligkeiten? = Het is niet zo dat we met z’n allen eigenlijk moeten zijn. Het is meer een punt over het menselijke bestaan in de menselijke lebenswelt. Op een bepaald punt dat we willen vergeten dat we ontologische wezens zijn en we de wereld willen begrijpen, is om op te gaan in het grote geheel en onszelf als individu niet onder ogen te komen, maar vast te houden aan labels als groepen, nationaliteit, want als je je aan die labels vasthoudt is dat makkelijker, omdat je jezelf niet onder ogen hoeft te komen. Ons dagelijks bestaan is in feite een oneigenlijke, niet-authentieke bestaan. Authenticiteit daar is wat voor nodig om daar te komen. Daar moeten we wat voor doen. Bij Eigentligkeiten kom je door de persoonlijke dimensie van je bestaan door te laten dringen. Dan kom je bij je bestaan en vooral bij de eindigheid van je bestaan. Je komt de angst voor je eindigheid tegen, maar dan kom je wel dichter bij het zijn dan ooit. Daarom is angst belangrijk. Angst helpt ons om ons bestaan te begrijpen. Dat betekent dat een emotie als angst een ontologische functie moet hebben. Hoe zou je de filosofie van Heidegger als politieke filosofie kunnen zien? = Omdat lebenswelt ook wel politiek gegeven is. Er is sprake van macht en onmacht, maar daar wil Heidegger het niet over hebben, want dat is geen ontologie of hermeneutiek. Dit is eigenlijk hetzelfde als wat hij Husserl verwijt dat hij zich te veel met theoretische kant bezig houdt. Tegelijkertijd moet je ook zeggen dat er altijd een politieke dimensie is. Op de achtergrond was zijn politieke dimensie present. Zo was hij tegen democratie want dan hadden domme mensen het te zeggen en zo was hij ook naziesympathisant. Wat is geklets volgens Heidegger? = Iemand die spreekt, maar geen spreker heeft. Welke belangrijke punten horen volgens Heidegger bij “Existenziale”? = Das Man, das Gerede. Inauthenticiteit versus Authenticiteit. Onder ogen zien van Sein zum Tode biedt uitweg. Angst als belangrijkste vorm van “Befindlichkeit”. Wat hoort volgens Heidegger bij “Entschlossenheit”? = Kierkegaard’s existentialisme als ontologisch experiment. Waardoor vergeten we volgens Heidegger ons bestaan en vooral de eindigheid van ons bestaan en waarom doen we dat? = Door het opgaan in het geheel en het geklets. Het levert ons angst op en die angst willen we ontwijken en dat kunnen we doen door de persoonlijke dimensie van ons bestaan niet door te laten dringen. Maar als je daar in gaat, kom je die angst wel tegen en kom je bij Eigentligkeiten. Dat angst bij Heidegger een ontologische functie heeft, zou je kunnen zien als kritiek op Husserl. Hoe kun je dat zo zien? = Omdat hij daar laat zien dat we de wereld niet begrijpen via de wetenschap, maar als eerste vanuit ons gevoel. Als je met je goede been uit bed stapt en de zon schijnt, begrijp/ interpreteer je de wereld anders dan wanneer de lucht grijs is en je met je verkeerde been uit bed bent gestapt. In welk opzicht is Heidegger vernieuwend of anders? = Hij brengt onwaarschijnlijke rehabilitatie van gevoelens naar voren door te zeggen dat ze invloed hebben op hoe je de dingen begrijpt en dat je door angst zo dicht mogelijk bij jezelf komt. In de filosofie denken ze juist dat je geen slaaf moet worden van de gevoelens en dat je je gevoelens moet beteugelen en dat rede heel erg belangrijks is. Voor Heidegger zijn gevoelens primair en dus niet de rede. Het zijn stemmingen die er toe doen. Voor ik de wereld ga theoretiseren, heb ik de wereld al lang afgestemd. Als je in het Duits zegt hoe gaat het met u, kun je ook zeggen: Wie Befinden Sie sich: hoe bevindt u zich. In een bepaalde stemming zijn, betekent niet een subjectieve emoties hebben, maar gevoelens en stemming betekent een afgestemd op de wereld zijnde. Stemmingen hebben een ontologisch karakter. Van al die stemmingen (niet in de zin van stemmingswisselingen die in mijn hoofd zitten) is angst de aller belangrijkste, omdat angst de emotie is die ons bevangt als we geconfronteerd worden met onze eigen sterfelijkheid. Die angst maakt ons bewust van het einde van het zijn en daarmee het zijnde. Door wie werd Heidegger buiten Husserl nog meer geïnspireerd? = Door onder andere het existentialisme van Kierkegaard. Heidegger neemt Kierkegaards existentialisme op in zijn ontologisch project. Geef in het kort een vergelijking tussen Heideggers Existenziale en Husserls Epoche. = 1. Existentieel in plaats van kentheoretisch. 2. Binnenwereldlijk Dasein in plaats van buitenwereldlijk ego. 3. Eenheid van subject en object. Waarmee is het hele verhaal van angst hij Heidegger in parallel? = Het de epochè van Husserl. Het gaat hier om een existentieel epochè. Je raakt de wereld even kwijt en raakt bewust van je eigenheid. Het is dus geen kentheoretisch verhaal, maar een existentieel verhaal. Het gaat over je eigen bestaan. Dasein dat in de wereld is, die even zijn eigen plek in de wereld vergeet, maar wel binnen zijn positie in de wereld doet en zich bewust wordt van zijn eigen bestaan in de wereld. In die zin kun je de epochè naast de angst van Heidegger zetten. Welke wendingen maakt de late Heidegger? = 1. Wending naar de taal als “Haus des Seins”. Taal is “Ereignis”, waarin we altijd ingebonden zijn. Geen neologismen, maar etymologie van bestaande talen. Radicalisering van anti-subjectsdenken. 2. Afwachtendheid tegenover decisionisme van SuZ. “Lichtung”. Dasein is “Hoeder van het Zijn”. Radicalisering van anti-anthropocentrisme. 3. Radicalisering van kritiek op westerse wetenschap en techniek als “Gestell”. Niet langer zoals Husserl heil bij de wetenschap gezocht, maar bij de dichters. 4. Dood van de filosofie: “das Ende der Philosophie is der Anfang des Denkens”. Welke consequenties had het voor Heidegger na de oorlog dat hij naziesympathisant was? = Hij kreeg een beroepsverbod en mocht geen les meer geven vanwege zijn rol met de nazi’s, maar hij ging wel door met schrijven en filosoferen. Welke veranderingen zijn er in van de vroegere naar de latere Heidegger te zien? = Hij krijgt opeens veel meer aandacht voor taal. Om het zijn te begrijpen, moet je de taal begrijpen. Niet meer de sprekers van de taal, maar de taal zelf wordt belangrijk. Eerst had hij ook wel aandacht voor taal, maar dit wordt veel meer. De taal is het huis van het zijn. Heidegger blijft de filosoof van het ontologisch object. Om het zijn te begrijpen moet hij niet een studie van het dasein maken, maar een studie van de taal. Dat betekent dat het dasein toegedekt wordt en getekend naar de taal als zodanig en het menselijk bestaan verdwijnt in de late Heidegger, net als het menselijk subject. De taal als zodanig wordt belangrijk en niet de sprekers van de taal. Het menselijk subject als thema verdwijnt. Hij gebruikt veel ingewikkelde nieuwe termen. Zijn filosofie werd ook wel koppeltekenfilosofie genoemd en dat was geen compliment. Heidegger zei zelf dat dat niet is omdat hij niet kan schrijven, maar dat hij dingen ter sprake wil brengen die niet ter sprake zijn gebracht. Hij moet geweld doen aan de taal (nieuwe uitdrukkingen bedenken omdat hij een thema aan de orde wil stellen dat in diezelfde taal niet eerder aan de orde worden gebracht). De late Heidegger komt daarop terug en zegt dat dat een vergissing was en dat hij de taal geen geweld meer aan gaat doen, want als taal het huis van het zijnde is, moet je veel meer kijken naar geschiedenis van taal. Als je daar naar gaat kijken, kom je misschien dichter bij een oorspronkelijk zijnsbegrip. Dat doet Heidegger in het Grieks, want dat is oorspong van de filosofie. Hij doet dus aan Griekse etymologie. Sommigen vinden wat hij doet verkrachting van het Grieks. Van wat voor soort denken is Sein und Zeit een vorm? = Van het antisubject denken. Het anti Cartianisme. Waarvoor probeert Heidegger een alternatief te vinden? = Voor het alles reduceren tot een subject. Op het eind verdwijnt dat subject helemaal bij Heidegger. Je zou kunnen zeggen dat dat Dasein nog een soortement van subject is. Ook al is het gebonden en belichaamd. Dat verdwijnt helemaal. Dit is het punt van het antisubject denken enorme invloed heeft gehad op de Franse filosofie. Hoe kritiseert Heidegger het dasein? = Hij kritiseert ook wel van zichzelf dasein een soort van decisionisme, een marxiale kleur die hij geeft aan Dasein. Het Dasein die zichzelf onder ogen is gekomen en zijn eindigheid inziet, dan begrijp je meer dat je er maar hebt te zijn en je leven vorm moet geven. De late Heidegger gebruikt dat meer activistisch vocabulaire niet meer. Er komt een ander vocabulaire. Het zijn begrijp je niet door actief je bestaan in handen te nemen, maar door afwachtendheid en je handen leeg maken. Lichtung betekent een open plek in het bos, maar dat kom je tegen. Een soort openheid voor het bestaan. Dat moet je tegenkomen. Dat kun je niet radicaliseren of forceren. Heel veel mystiek en vocabulaire dat gaat over losmaken, leeg maken en openheid. Het gaat dan om openheid voor het zijn. Waar haalt de later Heidegger zijn inspiratie vandaan? = Van hele vroege presocratische Griekse denkers en van de Duitse mystiek en van de Dichters. De late Heidegger is ook een techniek filosoof, maar dan meer als criticus. Hij heeft kritiek op de westerse wetenschap en techniek. Welke kritiek geeft hij? = Frame waar je foto of schilderij in doet: fotolijst. Framing. Techniek is een vorm van Framing. Het is dus geen kritiek op de moderne kritiek als zodanig, maar de denkwijze, de ontologie. Die denkwijze begint al veel eerder, bij de Grieken. Het is een framende denkwijze. Een soort utilistische blik: wat kan ik met dit stukje werkelijkheid doen. Hoe kan ik het manipuleren zodat het doet wat het moet doen. Het is een denkwijze die heel populair is geworden. Heidegger heeft het veel over de uitvinding van de atoombom. Die framing is ons dagelijkse leerwereld binnengeslopen en bepaalt voor een groot deel onze relatie tot de wereld en het zijn en dat maakt onze vervallenheid in zekere zin alleen nog maar veel groter. Het alternatief daarvoor is dus niet de fenomenologie van Husserl, maar dat vind je bij die groep mensen die nog toegang hebben tot een taal doe nog niet framet deze manier, maar een taal die de fenomenen laat spreken die open, aftastend en zoekend is en niet zoekt naar ik wil nu een antwoord op een specifiek technisch probleem. Met andere woorden bij de dichters. De latere Heidegger laat zich inspireren door Grieken en Duitse mystiek, maar ook zeker door dichters, met namen Frederich Göden of zoiets. Dat is een romantische dichter die met zijn taal en voorliefde voor Griekenland als het ware weer dichter komt bij een taal die het zijn zelf laat spreken en niet framet. Dichters komen bij die taal waarin niet wordt geframed. Veel filosofen in de 20e eeuw vinden dat het klaar is met de filosofie. Waar heeft Heidegger kritiek op? = Op de zijnsvergetelheid van het westerse denken. Een andere manier om dat te thematiseren is om het westerse denken te karakteriseren als aanwezigheidsdenken. Westerse filosofie kan alleen maar kijken naar wat hier en nu voor handen is. En kan de andere tijdsdimensies als verleden en toekomst, de tijd als proces en niet als staties punt. Dat kan de westerse filosofie niet meer. Het westerse denken wil altijd hier en nu iets voor ogen hebben en kan niet leven met een proces dat nooit af is en probeert dat altijd te framen. Bij Heidegger heet het “das Ende der Philosophie is der Anfang des Denkens”. Het einde van de filosofie is het begin van het denken. Heidegger zegt dat we moeten ophouden met metafysica en ontologie. Nu is het tijd voor denken. De westerse filosofie is een traditie van aanwezigheidsdenken en daar moeten we voorbij. Het denken moet zich laten inspireren door dichters. Wat dat denken dan precies is weet de docent niet en Heidegger waarschijnlijk ook niet, maar het is in ieder geval anders dan de filosofie. Dus wederom hier het hele motief van die instructie van de westerse metafysica blijft terug komen en het blijft ook terugkomen bij de latere Heidegger. Van welke westerse denktraditie moeten we af volgens Heidegger? = Van het aanwezigheidsdenken. Wat gebeurt er volgens Heidegger met het einde van de filosofie? = Dan begint het denken. Wat het denken precies is, is onduidelijk, maar waardoor moet het denken zich volgen Heidegger laten inspireren? = Door de dichters. Wat zegt de ontologie van Heidegger over het zien van de wereld? = Ik kan de wereld op een andere manier zien als een ander. Wat is het dasein volgens Heidegger? = Heidegger kijkt naar de verhouding van het dasein en het zijn. Het dasein is ook mitsein, met anderen zijn, sociaal. Het is ook wel insein, in de wereld zijn. Het dasein begrijpt zichzelf als in de wereld zijn en je begrijpt jezelf als in de wereld zijn. Je bent geen zelfstandig bewustzijn, maar altijd in de wereld. Je ziet jezelf bijv. als Nederlander, Europeaan of student, etc. Altijd in relatie tot de wereld en anderen. Zo begrijp je jezelf. Wat is een existentiaal? = Mit-sein en In-sein zijn existentialen en een existentiaal is door Heidegger bedacht en dat moet je zien als tegenstander van de categorieën van Aristoteles waarmee je over de wereld praatte volgens de middeleeuwen hoe de wereld in elkaar zit. Het is dus ontologisch. Dit zijn dus ontologische basiscategorieën van het bestaan, het dasein. Het zijn eigenschappen die te maken hebben met het begrijpen van het dasein. Met die ontologie zou Heidegger het niet mee eens zijn, want zijn filosofie is volgens hem geen antropologie. Dasein is de enige zijn die in verhouding staat tot zichzelf, zichzelf begrijpt en een verhaal heeft. Waarom liegt Heidegger al voor het boek begonnen is? = Want waar altijd staat aan wie je het boek opdraagt, heeft Heidegger gezet: ‘Aan Edmund Husserl uit eeuwige vriendschap’. En dat deed hij op zijn verjaardag en dat is ook de enige plek in het boek waar hij zijn naam noemt, terwijl de rest van zijn boek (Sein und Zeit) kritiek is op Husserl zonder zijn naam te noemen. Waarom moet je volgens Heidegger bij het Dasein het woord ‘ik’ vermijden? = Omdat het een egologische term is en dan ga je weer naar Descartes. Wat is Bevindlichkeit bij Heidegger? = Hoe het gaat met je (stemming), maar ook ergens bevinden (afgestemd zijn). Het gaat hier over stemmingen, maar ook gestemd zijn. Daar zie je dat hij speelt met dubbele bodems van het woord. Stimmung. Stimmungen zijn ontologisch relevant en dat is nieuw. Want traditioneel spreek je over het zijn met rede en zijn gevoelens irrelevant. Waarom moeten we volgens Heidegger naar gevoelens kijken? = Omdat alles in een bepaald licht aan het Dasein verschijnt. Als je fenomenoloog bent, wil je terug naar het basale en dan moet je kijken naar stemmingen. Onze ervaring is altijd gekleurd en die kleur bepaalt hoe we het ervaren. De stemming, gevoelens, passiones is dus het meest basale. De wereld wordt bijna altijd gegeven in een kleur. Ben je in een goede stemming, ligt de wereld voor je open. Stimmung is ook vooral gestimmd zijn, afgestemd zijn op het zijn. Als we wetenschap gaan doen gaan we op een aparte manier afgestemd zijn op de wereld met rede (maar dan nog heb je een stemming) maar dat is niet de norm, dat zou heel raar zijn. Omdat stemmingen veranderen, verandert de wereld. Heidegger zou wel zeggen: pas op dat je niet te ontisch wordt. Het dasein is altijd in een stemming. Ook in een neutrale, indifferente stemming zijn, is een stemming. Stemmingen brengen het dasein voor zijn. Wanneer praat je volgens Heidegger ontisch? = Je praat ontisch als je over stemmingen praat als fenomenen, maar het gaat over het ontologische. Wat is volgens Heidegger het ontologische? = Wat de stemming verhult. Hoe verhouden wij ons in die stemming tot de wereld. Wat is immer schon bij Heidegger? = We zijn altijd al gestemd afstemming. Waar gaat het Heidegger niet om bij stemming? = Bij de stemming als zodanig, want dat is ontisch. Wat is Da-sein volgens Heidegger?= Er-zijn. Dat je op een bepaalde plek in de wereld bent. Je bent niet zomaar een zijn, maar je bent hier en je hebt een verhouding tot het hier en nu met een gevoel van bijv. haast. Als die gevoelens zorgen dat je er-bent. Een tafel is niet er, die is er gewoon. Hoe zit het volgens Heidegger met baby’s en dieren? = Baby’s hebben ook gevoelens, dus die horen er ook bij. Dieren zijn volgens heb arm an welt: ze hebben geen wereld. Ze zoeken alleen iets dat geschikt is om te eten en te paren. (Docent vindt het onzin. Kijk maar naar honden die krijgen als je door het bos loop door middel van geur meer mee dan mensen.)In dat opzicht is hij ondanks zijn kritiek op Descartes best Cartiaans. Dieren hebben volgens Heidegger ook geen Dasein. Wat is ontsluiting bij Heidegger? = Het is zijn alternatief voor Erkennen bij Husserl. Dasein is ontsloten. Ontsloten betekent niet gekend zijn. Want gekend zijn: bij kennen hoort distantie, anschauung. Husserl begrijpt kennen als afstand. Van hier kijk je naar daar. Erkennen doe je van een afstand, want dat is wetenschap en daar is het nodig, maar voor de rest zitten we volgens Heidegger altijd midden in de wereld. Bij kennen zit je altijd midden in en niet op een afstand. Waarin blijkt het dat we er hebben te zijn het meest? = Opgaan in alledaagsheid om te vergeten dat we er op diep niveau hebben te zijn. Uitstellen (dan brand op de achtergrond het bewustzijn). Juist in het uitstellen blijkt dat we er hebben te zijn. Alledaagse emoties laten ons dat zien. Dit zijn ervaringsmogelijkheden die voor ons allemaal gelden. Wat voor kritiek heeft Heidegger op Husserl over zijn wetenschappelijke blik? = Volgens Husserl kennen wij de wereld wetenschappelijk. Je moet volgens Heidegger juist niet naar wetenschap kijken. Het is dom en inconsequent als fenomenoloog om naar wetenschap te kijken, want dat is geen primaire basale ervaring. Welk belangrijke begrip heeft Heidegger van Kierkegaard overgenomen? = Existentie. Wat is existentie? = Als mens ben je er niet zomaar, maar heb je er te zijn. Je hebt de opgave om keuzes te maken van hoe je bent en jezelf te vormen. Zelfs als je weigert, maak je toch een keuze. Wat is existentialisme volgens Heidegger? = Een soort humanisme. Was Heidegger een existentialist? = Hij zei zelf van niet. Hij had een hekel aan humanisme. Maar het lijkt wel op existentie, want als existerend individu heeft het er maar te zijn. Het Dasein is uitgeleverd in zijn zijn als existerend zijn. Dasein betekent uitgeleverd zijn (zwaar en negatief woord.) Je hebt er te zijn en je zijn te maken. Waarom kun je Heidegger lezen als een antropologie? = Omdat hij zegt: ‘Dit is wat wij mensen doen.’ Maar dat wil hij juist niet, want hij wil hiermee komen tot het zijn. We stellen allemaal uit, want we zijn niet continu bezig met dat we er hebben te zijn. Hij bedoelt dit niet als norm, maar zo is het menselijk bestaan nou eenmaal. Het leven is een opgave en er is altijd moeten. Als student moet je van alles. Dit is ontologie. Hij wil niet kijken naar vrijheid in de zin van is de mens vrij of noodzakelijkheid van de natuur, want dat is metafysica en daar zijn we eeuwen mee bezig geweest, maar we komen er niet uit. Ontisch zijn we alleen maar aan het vermijden, maar wat bevestigen we met vermijden volgens Heidegger? = We bevestigen dan de betekenis van ons bestaan. Dat we de confrontatie met het moeten en het er hebben te zijn uiteindelijk nadenken over de dood vermijden. Wat is ontisch? = Wat het geval is. Bijv. psychologie. Wat is ontologisch? = Wat ten grondslag ligt aan datgene wat het geval is. Bijv. hoe vertoont de wereld zich in ons gevoel. Wat is volgens Heidegger geworpenheid? = We hebben er te zijn en zijn geworpen op zo’n manier dat het daar is in de wereld. Denk aan Mr. Bean film waarbij hij in de spotlight naar beneden valt en bam daar is hij. We moeten het ermee doen met waar we worden geworden en in welke tijd. Waarom is het werk van Heidegger geen antropologie? = Omdat het een voorstudie is naar ons zijn. Waarom is het boek van Heidegger eigenlijk geen Sein und Zeit, maar Sein ist Sein? = Zijn is bij hem een proces, maar omdat metafysica de tijd niet kent, kent het geen proces. Metafysica kan de dingen alleen indelen in categorieën, maar ontwikkeling in de tijd is ontologie. Het is eigenlijk niet Sein und Zeit, maar Sein ist Sein. Wat vermijden we uiteindelijk volgens Heidegger? = Onze dood. Facticiteit en feitelijkheid zijn in het Duits twee termen. Hoe zet Heidegger deze tegenover elkaar? = 1. Faktizitait: De mens heeft te bestaan. 2. Fatiàchlichkeit: Feitelijkheid van een tafel die er maar is. In de existentie opgenomen, zijnskarakter van het Dasein en we vermijden die structuur om opgaven te vermijden. Existentie is geen zijn. Existentie is niet zomaar bestaan , maar is er te zijn hebben. De feitelijkheid van een mens (1) is dus anders dan de feitelijkheid van een tafel die er maar is (2). Waarom is evolutietheorie voor Heidegger niet relevant? = Omdat het biologie en daarom ontisch is. Waarom begrijpen Sartre en Simone de Beauvoir Heidegger normatief? = Vanwege de termen eigentligkeiten en uneigentligkeiten. Daardoor lijkt het alsof Heidegger zegt dat je authentiek moet zijn, maar dat is niet wat Heidegger bedoelt. Heidegger wil helemaal niet ethisch zijn. Wat zegt Heidegger over onze eindigheid? =Wij zijn het enige wezen dat zichzelf kan maken en opheffen zelfmoord. Het is niet normatief, maar puur ontologisch. Het zegt wat over ons dat we dat kunnen. Leg uit wat volgens H "de Zijnsvraag is". = Wat betekent het om te zijn?? Leg uit op welke wijze Heidegger Husserl kritiseert. = Van binnenuit de fenomenologie. Hij heeft op heel veel dingen kritiek. Op bijv. zijn wetenschappelijke kijk op de wereld. Heidegger stelt gevoelens centraal, omdat dat het meest basale is en dat is waar de fenomenologie naar moet kijken. Leg uit wat we moeten verstaan onder het "Dasein" bij Heidegger = Het Er zijn. Wij mensen zijn er dat is anders dan een object. We zijn in de wereld en met anderen. En we zijn er altijd in een context. We zijn geworpen op een plek en tijd die we niet gekozen hebben, maar we moeten er wat van maken. Leg uit in hoeverre de late Heidegger verschilt van de vroege. = De late Heidegger heeft een wending naar taal gemaakt. Niet de gebruiker van de taal, maar de taal zelf staat centraal. De taal is het huis van het zijn. Leg uit wat Heidegger bedoelt met "hermeneutiek". = Husserls fenomenologie is dat dingen aan ons verschijnen. Heideggers punt is dat dingen niet aan ons verschijnen. We zijn mensen die in een levenswereld zitten en geworteld zijn in de wereld. Dat betekent niet dat dingen aan ons verschijnen, maar dat we dingen in een bepaald perspectief zien. De dagelijkse wereld is een grote interpretatie machine. We begrijpen het zijn iedere keer op bepaalde manieren en die interpretaties staan niet vast, ze veranderen in de loop van de tijd. Ons begrip van Nederlander zijn bevat niet het slavenhouder zijn, maar dit was 150 jaar anders. Die interpretaties verschuiven in de loop van de tijd, zijn niet zeker en zijn anders van persoon tot persoon en dat is wat ons tot personen maakt. We hebben verhalen over onszelf als persoon en als groep. Die verhalen maken onszelf tot onszelf. Het zijn geen verschijnselen, maar verhalen. Als het gaat om de levenswereld te begrijpen, dan moet je dus die verhalen begrijpen, dan moet je die interpretaties begrijpen, dan moet je ons begrijpen als interpreterend wezen. De studie van de levenswereld moet de studie van al dit soort interpretaties zijn: de hermeneutiek. Leg uit wat Heidegger bedoelt met "ontologische differentie". = ?? Leg uit op welke wijze Heidegger de westerse metafysica kritiseert. = Ze vraag van het zijn komt in de westerse metafysica niet aan de orde.
Ingezonden op 25-05-2017 - 1772x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!